Feest 3YR3VOOR12Rotterdam: La Grâce

"Als mensen het niks vinden of niet willen luisteren, dan gaan ze maar weg of zo.”

Ook La Grâce speelde gisteren op het verjaardagsfeest van 3VOOR12Rotterdam.
Een paar weken geleden alweer spraken we met Annika Boxhoorn, zangeres van La Grâce, over haar toekomstplannen en het bandjesbestaan.

"Als mensen het niks vinden of niet willen luisteren, dan gaan ze maar weg of zo.”

Merie 3voor12Rotterdam: “We hebben elkaar een keer eerder gesproken, in de Exit bij de releaseparty van jullie ep, wat is er daarna allemaal gebeurd?” Annika: “Veel, we hebben nieuw werk geschreven, veel gespeeld, als groep nog meer naar elkaar toegegroeid. Dat was een van de dingen waar ik naar verlangde. We zijn echt een bandje geworden, echt lekker. Alleen als je zingt en je bent een meisje, dan ben je al gauw een Anouk…” En jullie hebben natuurlijk ook de connectie door de producer…. “Ja, dat ik ook wel zo, maar we hebben niet gekozen voor haar sound op de plaat, helemaal niet zelfs. Ik weet wiskundig ook wel hoe haar muziek in elkaar zit, maar zo wil ik het dus niet. Ik hou van harde gitaren die wil ik ook horen. We zijn zo gegroeid sindsdien. We weten nu nog beter wat we willen horen en hoe we het willen hebben, dus op de nieuwe cd zal je het horen. In het begin ben je nog een beetje onzeker. Dan wil je graag horen dat mensen het gaaf vinden. Maar ik ga steeds meer m’n ding doen en als mensen het niks vinden of niet willen luisteren, dan gaan ze maar weg of zo.” "Er zijn nu wel boekers in ons geïnteresseerd, daar hebben we afspraken mee dat ze langskomen als we spelen en dan moeten we om de tafel. " Dus jullie proberen echt door op te treden meer interesse te wekken ? "Spelen moet sowieso, dat vind ik het leukste wat er is! Door mee te doen aan Emergenza, staan we over een maandje in de grote zaal van de Melkweg en dat zijn hele leuke dingen natuurlijk. Eigenlijk zijn we niet zo’n fan van competites, maar dit is een van de weinigen die we doen omdat je bij deze in de grotere zalen kan spelen. De instap was dan wel Exit, maar als je doorgaat sta je wel gelijk in P60, Melkweg en dan sta je in 013 voordat je het weet en dat is toch een goeie ingang om wat aandacht te trekken. En nu staan we dus in de landelijke finale. En straks misschien Benelux waarna je een tour in Duitsland kan krijgen, dus dat maakt het aantrekkelijk genoeg om aan zo’n wedstrijd mee te doen.” Wat is er nodig in de muziekindustrie voor jonge, positieve, professioneel ingestelde band als jullie? “Je zal een manier moeten vinden om er tussendoor te gaan. Want als je al een plaat uit hebt en die ligt in de winkel, dan wordt ‘ie niet verkocht, want gedownload. Dus het gaat meer om het spelen. Daar moeten we ook onze centjes uithalen en daarom is het frustrerend dat zo veel mensen denken dat je voor een krat bier komt spelen. Want het kost ons ook geld om er te komen.” Ik heb wel het idee dat het klimaat voor de kleinere bandjes een stuk beter is dan een paar jaar geleden? “Voor kleinere bandjes wel. Maar ik sta al vanaf m’n elfde in kroegen te spelen en dat raak je ook wel een keer beu. Het blijft wel moeilijk om uit het kleine circuitje te komen. Ach, ik ga binnenkort weer een keer naar 3FM met het hip hop gezelschap en dan neem ik gewoon een tas mee met cd’s en visitekaartjes. Ik blijf leuren en leuren. Er zijn heel veel wegen die naar Rome leiden. Veel spelen, mee doen aan wedstrijden, radiooptredens (maar dat is moeilijk), het kan wel!” De Grote Prijs van Nederland, is dat niks voor jullie? “Tja, daar zijn we nog over in conclaaf. Kijk, we zijn allemaal bezig met professioneel muzikant worden dus als je alles belangeloos gaat doen is het op een gegeven moment niet leuk meer, da kost het alleen maar geld. Je moet het afwegen. Jullie feest bijvoorbeeld doen we ook gratis, maar dan is er wel pers en veel aandacht, zo weeg je dat af. Dat is ook nodig. We studeren nog, ik ga naar het conservatorium 4 dagen in de week, geef zangles, werk in de horeca om nieuwe gitaren te kunnen betalen. Heel mijn leven is er op ingesteld. Ik wil niet maar een beetje aanklooien. Bijvoorbeeld, we hebben afgelopen week een popprijs gewonnen, studiotijd en wat geld. Dus nu komen er t.shirts en een banner voor op het podium. We gebruiken dat om een beetje een hype te maken om ons heen. En in de studiotijd die we hebben gewonnen, gaan we even tussentijds een singletje opnemen. Singles bestaan eigenlijk niet meer, maar voor ons nog wel. Die gaan we gratis via internet lanceren en naar radiostations sturen. Zo van ‘He we zijn er nog en dit is onze nieuwe sound’. Want we zijn wel gegroeid. We kennen elkaar nu muzikaal beter. Ik ga bijvoorbeeld wat minder gitaar spelen, meer zingen. Dan kan ik lekker rondspringen, los van m’n gitaar mijn ding doen. Wat spontaner en dat ik me meer met het publiek kan bezighouden. Met een gitaar sta ik toch van “is ie goed gestemd? sta ik recht voor de microfoon?” Maar zingen gaat heel natuurlijk, dus dan kan ik me daar meer op concentreren. En aan het eind van het jaar wil ik wel een heel album hebben staan zodat we daarmee naar Noorderslag kunnen.” Je bent ook al lang met muziek bezig… “Vanaf m’n negende al! Ik zat op de basisschool al in een bandje. Dat sloeg natuurlijk nergens op, Beatles covers spelen, heel ambitieus. We kwamen zelfs op de radio omdat we zo klein en schattig waren, weet je wel. Maar toen ik 13 was vond ik een gitaar op zolder. Dat vond ik helemaal gaaf en toen ben ik dus gitaar gaan spelen. Ook in een band met covertjes en dan zie je Pinkpop op tv en denk je “dat wil ik ook”. Dus ben ik zelf gaan schrijven. Daarna kwam ik bij een andere band, Groover, een ska/reggea band daar heb ik behoorlijk veel mee getourd ook. Maar wel meer feest dan serieus. En nu zit ik op het conservatorium en heb ik eindelijk de mensen om me heen die het wel snappen qua muziek en ambities.” Maar feest hoort toch wel een beetje bij rock ’n roll? “Dat doen we ook wel hoor! Vorige week nog bandbarbeque gehad. 4 liter mojito’s erdoorheen gegaan. Dat lukt wel hoor. Het gaat goed met ons.” Wat is eigenlijk de verhouding Rotterdam/Den Haag in de band? “Fifty-fifty. Ik woon zelf in Rotterdam en de bassist ook. De drummer en de gitarist komen uit Den Haag. Remco de gitarist speelt ook bij Nathalie, dat is een bandje wat daar veel optreed en Kit, de drummer, is natuurlijk met The Deaf bezig en Absynthe Minded. Die komen geen aandacht te kort, waardoor wij ook weer meer hits krijgen op MySpace omdat mensen gaan checken waar Kit nou allemaal weer mee bezig is. We hebben het er wel eens over gehad of het niet teveel is om in drie bands te spelen, maar hij vindt het gewoon ontzettend tof en tot nu toe lukt het allemaal nog. Zingen is wel mijn werk. Ik zing ook wel eens mee op plaatjes, radiotunes, dat soort dingen. En ik heb een hip hop plaatje ingezongen waar binnenkort een videoclip gaat bijkomen. “ Spannend! Vertel… “Dat is met Sodimitriop, die heeft zijn eigen programma op 3FM, elke vrijdagnacht. Via via ben ik bij hem terecht gekomen, en die man is zo te gek. Hij is gewoon de Herman Brood van Utrecht. De single heet ook ‘Te gek man’ die krijgt heel veel aandacht. We hebben het nummer ook al gespeeld bij Gerard Ekdom en Giel Beelen. Er wordt leuk op gereageerd. Ik hoop alleen dat het geen verwarring oplevert door daar te zingen en met m’n bandje. Maar ja, op zich moet het kunnen.” Het is toch ook leuk om veelzijdig bezig te zijn? “Ik kom uit alle hoeken, maar rock is toch wel hetgeen wat ik het gaaftse vind. Het zijn gewoon liedjes die ik schrijf, maar meestal wordt het rock. Maar ik ben ook gewoon met piano bezig hoor.” Je zou het bij wijze van spreken zelfs als singer songwriter kunnen omschrijven., omdat het jouw ding is, het gaat om jouw gevoel, jouw liedjes… “Dat is ook zo. In het begin was het meer van mijn hand, maar nu wordt het in de oefenruimte helemaal door ons als band gedaan totdat we er allemaal blij mee zijn. Ik mag ook niet meer ‘mij’ zeggen, ik moet ‘ons’ zeggen, haha. Anders worden m’n mannen boos! Daar ben ik echt heel blij mee. Echt dat bandjesgevoel. Ach het genre is zo breed en vaag. Maar als je me in een hokje moet stoppen dan is een rockband toch waar ik me het meeste thuis voel. Ik vind het helemaal prachtig als er vergelijkingen genoemd worden met Skunk Anansie of Guano Apes, want die mensen hingen boven m’n bed 5 jaar geleden, weet je wel.” En nu komen jullie op ons feestje spelen… “We hebben de laatste tijd niet zo veel in Rotterdam gespeeld. Waterfront is toch wel een hele toffe zaal en het is ook een beetje onze thuisbasis. Ik hoop dat de mensen die ons nog niet kennen ons zien spelen en dat we een strakke show neerzetten, dynamisch, een pak herrie maar ook met rustigere liedjes erussen, zodat ik ook echt mijn zangstem kan laten horen en niet alleen m’n ‘strot’. Ook leuk, maar het moet niet een dingetje worden van ‘zijn kan zo hard schreeuwen’’. Ik wil laten horen dat ik meer in m’n mars heb. De emotie overbrengen. We gaan nu wel meer uit van dansbare rock. Ik schrijf nu meer op tempo en op dansgevoel dan ik eerst deed. Het moet natuurlijk wel passen bij mijn teksten, maar dat je er wel lekker op los kan gaan. Dat kan je verwachten van onze nieuwe liedjes.” “Als ik naar een concert ga en ik sta daar, en die artiest weet me echt te raken. Het gevoel dat ik dan krijg ik m’n onderbuik. Dat wil ik dat mensen ook bij ons krijgen. Soms zou ik willen dat ik me kan verplaatsen, dat ik dan als het ware zelf in het publiek sta om te genieten. Dan ben ik goed bezig, dan vind ik het gaaf. Gewoon mezelf, mijn manier, dat moet onze kracht zijn.”