Primitive Volume 2 The Indikation, The Thanes, The Masonics en King Khan & The Shrines

Garagerock uit alle werelddelen

Mike Michels, ,

Primitive is een festival voor echte garage liefhebbers. Overigens gaat het hier om de Amerikaanse garage en niet de Britse. De Amerikaanse garage –ontstaan omstreeks de jaren 60 – is ruige, vuige, wilde en soms briljante gitaarmuziek. Waterfront stond afgelopen weekend vol met mods en andere hippe vogels uit heel Europa.

Garagerock uit alle werelddelen

Het was een drukte van jewelste in het Waterfront. Buiten op het terras was geen plekje meer te bekennen. Bij de bar moest je zowat nummertjes trekken en tussen de stands met platen en cd’s – die op elkaar geprakt stonden in de binnenkomst hal - stond een menigte te graaien, te grabbelen en te zoeken naar muziek van hun gade. En ik, ik probeerde me er doorheen te wurmen om een plekje te bemachtigen in de zaal waar het allemaal ging gebeuren. Sommige mensen beweren dat ze Elvis hebben gezien tijdens het boodschappen doen. Uiteraard is het altijd de wens geweest van Elvis om zijn eigen dood in scène te zetten om gezien te worden in de supermarkt. Als ik niet beter zou weten dan zou ik beweren dat The Beatles zijn verhuisd naar Noorwegen, daar de underground in zijn gegaan om zo onder de naam The Indikation verder gaan waar ze ooit mee begonnen zijn. Volgens Dink Winkerton – de man die de Primitive avonden aan elkaar praatte – bestond de band uit vijf man. Waarschijnlijk zei hij dat om iedereen op het verkeerde been te zetten, want ik telde echt maar vier mensen op het podium. Ze vertikten het om Engels tegen het publiek te praten wat voor mij een beetje van de lol wegnam. Pas na het vijfde nummer bedacht de toetsenist dat het misschien een idee zou zijn om Engels te praten, geniaal natuurlijk. De nummers van The Indikation waren simpel edoch doeltreffend. Het swingde en het zweette, maar een climax ontbrak in de nummers en het gitaargeluid was helaas een beetje aan de slappe kant, dat had van mij best wat harder en ruiger gemogen. Verder vond ik het na een half uur wel bescheten, gelukkig was het afsluitende liedje geniaal. Ze hadden een gastzanger (jawel, de vijfde man) op het podium een Nederlandstalig liedje laten zingen. The Thanes is een garage rock bandje uit Engeland. Deze jongens hadden wat meer vuurkracht dan The Indikation, maar kon de rock niet genoeg laten rollen. Dat kwam voornamelijk door een grote hoeveelheid aan breaks in de nummers. Had je net je voetjes van de vloer moest je weer vier maten wachten. Garagerock moet het meestal niet hebben van de teksten, maar van een goede en strakke ritmesectie. Wat dat betreft heeft deze band zich volledig naar het genre geschikt. Het waren voornamelijk teksten met clichématige zinnen en rijmpjes die al honderden keren zijn bedacht. Desondanks wisten ze een groot publiek te vermaken en dat vind ik dan wel heel bijzonder. Na een kort intermezzo van Lucy Dee’s Angels, die een enerverende en energieke cheerleader dansact neerzetten, ging de avond verder met The Masonics, een stelletje ouwe rockers uit Engeland die een erg leuke podiumpresentatie hadden en goed portie rock ‘n’ roll wisten neer te zetten. Invloeden van The Kinks en verscheidene rockabilly bands maakten de muziek divers en boeiend. Wat me bij deze band vooral opviel was de moeite die ze deden om met het publiek in contact te komen. Ze stonden op het podium om het publiek te vermaken en bij de muziek te betrekken. Daar zijn de voorgaande bands toch bij in gebreke gebleven. Een goede bijdrage werd ook geleverd door enkele danseressen die het podium versierden en opfleurden. Al met al een goede band, met een goede show en een goede opzet voor de afsluiter van de avond. King Kahn and The Shrines uit Duitsland ging verder waar The Masonics waren gestopt. In totaal stonden er zeven muzikanten op het podium en een danseres, die wat mij betreft thuis had mogen blijven. De muziek ging van gospel, naar rock, van meezingers naar funk, maar ik vond het vooral rhythm and blues. Terwijl ik er zo over schrijf en er over nadenk deed het me denken aan de soundtrack van The Blues Brothers. Net zo divers, en het swingt de pan uit. Met een ezelskop op en een voodoo stok in zijn hand sprong King Khan het publiek in en zong daar vrolijk verder. Hij wist het hele publiek voor zich te winnen. Eigenlijk voor het eerst deze hele avond zag ik een grote menigte echt dansen en meedoen. Eigenlijk niet zo heel verwonderlijk als je zag hoe veel energie er van de band en de liedjes uitging.