Column Shut The Fuck Up: Leve De Ouwe Lullen

"Rotterdam werd afgelopen weekend geteisterd door een invasie van oude lullen"

Shut The Fuck Up Productions, ,

Sommige schrijvers wensen anoniem te blijven. Zo ook de columnist die schuil gaat onder de illustere naam 'Shut The Fuck Up Dick Productions'. Afgelopen weekend bezocht hij Motel Mozaique, waar hij zijn ongezoute mening over geeft.

"Rotterdam werd afgelopen weekend geteisterd door een invasie van oude lullen"

Rotterdam werd afgelopen weekend geteisterd door een invasie van oude lullen. Je kunt het ook anders formuleren: oude garde wijst pleitbezorgers van de verkleutering van popmuziek terug naar de schoolbankjes. Of: stelletje infantiele bejaarden biedt tijdens Motel Mozaïque meer kijk- en luistergenot, dan elf over het paard getilde vroegoude miljonairs tijdens klassieker in de Kuip. Hoe dan ook, het begon vrijdag meteen goed. In het kader van Motel Mozaïque zag ik Michael Hurley in de Rotterdamse Schouwburg. Van buiten oud, grijs en verlept maar van binnen intens, rauw en humoristisch. Ook ellende moet rijpen vooraleer het omgezet kan worden in humor. Of raaskal ik nu? Who cares. Ik luisterde naar Michael Hurley en bleef het hele concert uitzitten. Dat viel niet mee met alleen zang, gitaar en bas. Twee nummers met de banjo en nog wat gefluit hier en daar, gaven de afwisseling en variatie ook niet echt een krachtige impuls. Bovendien liep de zaal behoorlijk leeg. Ik wist al vanaf het eerste nummer, dat ik tot het laatste nummer zou blijven. Uit piëteit jegens de doden. Uit verbondenheid met een landloper klinkt aangenamer, maar niet veel. Toen ik eindelijk weg mocht van mezelf, kocht ik bij een stalletje een elpee van hem met opnames uit de jaren zestig. De verkoper was één of andere verstokte Duitse fan, met een vrouw aan zijn zij, die beiden ook niet ontkwamen waren aan de tand des tijds. Ze vertelden heel Europa af te reizen als Michael Hurley de oversteek vanuit de USA maakte. Ik begreep waarom zij zich tot de verleptheid van Hurley aangetrokken voelden, maar zweeg. Zeker nadat het mannetje vertelde dat hij en z’n muze net uit elkaar waren, maar toch nog steeds saampjes Hurley achterna reisden. Hij had sowieso sterk de neiging om z’n hele, ongetwijfeld zeer ellendige, levensverhaal over mij uit te storten. Hij zag me schijnbaar als een zielsverwant, maar dat ik al genoeg aan mezelf heb ontging hem gemakshalve even. Wat zegt dit eigenlijk over mezelf dat dit soort types zich vertrouwd bij me voelen, vroeg ik me veiligheidshalve maar even niet af, terwijl ik gehaast wegliep omdat ik Duits überhaupt niet langer dan tien minuten kan verdragen. Behalve uit de strot van Nina Hagen. Marianne Rosenberg is een twijfelgeval. Later op de avond zag ik Antony and the Johnsons in de grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg. Bij dit gezelschap is de term ouderdom overigens behoorlijk ongepast. De term lullen nog meer. Anthony is namelijk een man die eigenlijk vrouw wil zijn. Ik ben altijd al gek geweest op planten. En bovendien is Lou Reed fan van ze en dan ga ik er blind in mee. Ik heb ’s nachts bij thuiskomst meteen Berlin nog eens opgezet, als hommage aan Reed. Over klassiekers gesproken. Ook van Antony and the Johnsons meteen na het optreden een cd gekocht en die staat twee dagen later nog steeds op. Ik overweeg spontaan om ook een she-male te worden en kunst te gaan maken, alleen jammer dat ik het talent voor beiden ontbeer. Zaterdag stond in het teken van het eerste optreden van Nancy Sinatra in Nederland. Het begon met Bang Bang en eindigde met These Boots Are Made For Walking. Meer heeft een mens ook niet nodig. Je kunt er van vinden wat je wilt, zo’n ouwe taart op het podium. Het is allemaal waar. Zeker als ze zich ’s middags ook nog leent voor een plaatsje op de Walk of Fame; wie droomt er niet van. In ieder geval sprak het optreden van Sinatra mij wel aan, maar ik was toch al in zo’n stemming. En dan zijn er helaas altijd weer kleuters die het moeten verzieken voor de andere ouwe lullen. Dat mocht ik zondagmiddag in de Kuip met eigen ogen en voor de zoveelste keer dit seizoen aanschouwen, toen de dartele rood en witte hermafrodietjes de wei betraden. Je weet wel die sierplantjes wiens haar altijd flitsend gekapt en gelakt is, wiens bakkebaardjes keurig getrimd zijn en die mooie blauwe, zilveren of zelfs gouden muiltjes aanhebben die niet vuil mogen worden. Hun kniekousjes liefst ook niet. Over klassiekers gezwegen. Bij thuiskomst vliegensvlug Michael Hurley weer op de platenspeler gelegd…..wat een dynamiek, wat een energie, wat een eeuwige jeugd. Don’t talk to me, you’re a dog.