De intro van zijn in het najaar uitgekomen soloplaat ‘Man in Nood’, loopt al een minuut of tien wanneer Willem het podium betreedt. Gekleed in een volledig wit pak, staat Willem op een akelig zwart podium. Hij vormt zelf het licht in zijn eigen gecreëerde duisternis. Het gevoel van verdrinken, dan wel onder water roepen om hulp waardoor niemand je kan horen, zijn terugkerende thema’s op de plaat. Het water kan Willem nu echter niet meer deren, het vormt vanavond zelfs zijn podium in de vorm van een bak laagstaand water. De visuals en aankleding van het podium zijn van een enorm hoog niveau. De vergelijking met Kanye West werd al eerder gemaakt, maar dat kan Willem eigenlijk alleen maar zien als een compliment. Voor de Nederlandse hiphop scene is zo’n - visueel en performance wise - prikkelende show neerzetten iets wat simpelweg uniek is. Al helemaal voor een dergelijk kleinschalige tour die langs theaters gaat.
Het is al gauw duidelijk dat het geen feestje is, zoals Willem wel eens deed met Yellow Claw, maar een échte show die daarmee perfect past in de theater setting. Willem zegt gedurende het eerste kwartier vrij weinig en is puur gefocust op zijn performance. Hij laat zien niet langer meer alleen de party rapper uit Noordeinde te zijn. Willem dient serieus te moeten worden genomen als zanger en artiest. Muzikaal wordt hij ondersteund door een toetsenist en percussionist, wat het optreden nóg meer authenticiteit geeft. Wat opvalt is hoe gecontroleerd Willem is geworden met zijn stemgebruik. Met gemak haalt hij hoge tonen en blijkt hij zich enorm te hebben ontwikkeld als zanger. Het publiek reageert geëmotioneerd als een zwart-wit foto van onlangs overleden rapper Feis op het grote scherm wordt geprojecteerd, waarna het nummer ‘Vallende Sterren’ wordt ingezet. Willem brengt daarna het publiek tot extase wanneer hij tijdens dit nummer een geheel nieuwe (niet op de plaat opgenomen) laatste verse rapt.