Een beetje teleurgesteld lopen we de zaal uit op weg naar de kleine zaal. Daar laten de Vandoliers uit Texas weten hoe ze een feestje bouwen. Is het country? Is het ska? Is het poppunk met akoestische gitaar? Wie naar deze energieke en opbeurende band luistert, denkt misschien aan de folkrock van Flogging Molly.
Er wordt dan ook flink gedanst en daar is ie dan eindelijk: de grootste moshpit van het festival. Niet alle bezoekers van boven de vijftig kunnen het waarderen en verlaten de krappe kleine zaal. Zonde, want wie overblijft krijgt een geweldige show die een glimlach op ieders gezicht tovert.
Dat geldt ook voor degenen die veilig buiten de hossende mensenmassa blijven. De aanstekelijke band is namelijk ook het bekijken waard. Het bestaat uit zoveel verschillende types, je verveelt je geen moment. De zanger geeft met zijn sjaaltje nog de meest americana-vibe af.
Daarnaast zien we nog de getatoeerde trompettist, de hardcorepunk bassist, en de superstrakke drummer wiens kapsel rechtstreeks uit de hoogtijdagen van 2008 emo komen. Toch valt alles in het niets bij de hyperactieve violist die alles meezingt alsof zijn leven er vanaf hangt, ook al heeft hij geen microfoon. Het enthousiasme zorgt er dan ook voor dat iedereen het nummer ‘Smoking Cigarettes in the Rain’ meezingt, zonder de woorden vooraf te kennen.
Helemaal wild wordt het publiek als ze ‘I’m Gonna Be (500 miles)' van The Proclaimers inzetten. Onder luid gejuich spelen ze nog een toegift: ‘Don’t Tell Me What To Do’. Het was het einde dat het festival nodig had en we kunnen niet wachten tot de volgende editie.