'One': Pete Philly in een nieuw jasje

Gangster zoekt met nieuwe sound toenadering

Tekst: Louis Pool / Foto's: André Scholten ,

Pete Philly, in eerste instantie niet zo’n bekende naam en niet zo’n bekende artiest. Toch zal iedereen hem onbewust wel kennen, al is het alleen maar als ‘de man die dat liedje van de Karwei-reclame heeft geschreven’. Diezelfde man stond, ter promotie van zijn eerste soloalbum ‘One’, op 22 oktober in Hedon.

Gangster zoekt met nieuwe sound toenadering

Vanavond treedt Pete Philly, bekend geworden samen met Perquisite, alleen met zijn eigen band op in Hedon. Ter promotie van zijn eerste soloalbum getiteld ‘One’.

Het nog wat tamelijk rustige publiek moet eerst even flink opgewarmd worden, een taak die Seeka op zich krijgt toegewezen. Dit funky electro-rock trio uit Amsterdam heeft daar niet zo’n moeite mee. Het publiek knikt langzaam een beetje mee met de muziek klapt braaf na elk nummer en daar houdt het hier bij. Aan de band zal het niet gelegen hebbe:, funky ritmes afgewisseld met snoeiharde solo’s vliegen door de zaal heen. ‘Kom naar voren en klap mee,’vraagt de band. Hier is het publiek nog veel te nuchter voor.

Na het optreden van Seeka krijgt het publiek wat de tijd om zichzelf te ontnuchteren bij de bar. Dan komen vijf mannen het podium op en zetten een rustig introotje in. De drummer speelt een beat en dan betreedt de man, Pete Philly, om wie het die avond gaat het podium. Het publiek juicht wat en beweegt al langzaam wat heen en weer. Het eerste deel van het concert blijft de sfeer aardig relaxt. De band gaat op in de muziek en Pete Philly probeert uit alle macht het publiek mee te krijgen. Datzelfde publiek krijgt al wat vertrouwen, en als dan ‘Q&A’ en later ‘Time Flies’ wordt gespeeld, twee nummers uit de tijd dat Pete Philly nog met Perquisite werkte, gaat het echt los. Ook de bandleden komen wat los. De DJ komt achter z’n Mac vandaan en gooit er spontaan een solo in.

Na herinneringen ophalen is het tijd voor nummers van de nieuwe cd ‘One’ die Pete Philly zelf vergelijkt met Rivella Light, “Vreemd, maar wel lekker”. De nummers die zij spelen, klinken inderdaad erg lekker en de band staat vol zelfvertrouwen op het podium. Het publiek moet alleen nog één keer bijgestuurd worden: “Ik heb dan wel een gangsterimago maar jullie mogen toch wat dichter bij komen”. Geheel onverwachts wordt er een blues ingezet met alleen gitaar; een rustmomentje die de band wel even nodig had. Tactisch genoeg zet de band daarna de gouwe ouw ‘Mystery Repeats’ in. De klassieker weet het publiek weer wakker te schudden. Het publiek is eindelijk helemaal enthousiast, maar dan verlaat plots de band het podium. Hoewel dit steevast bij elke band een beken trucje is, is het deze keer slecht getimed. Van dolenthousiast vertoeft het publiek nu ineens in rust en zweverigheid. De gitarist heeft zijn gitaar inmiddels omgeruild voor een  kalebas. Pas later verschijnt Pete Philly weer op het podium en wordt het publiek uitzinnig.

Het was waarschijnlijk niet helemaal de artiest waar velen op hoopten, en misschien was het ook wel niet het publiek waar de artiest op hoopte, maar uiteindelijk is het Pete Philly en zijn band dan toch gelukt iedereen mee te krijgen.