Het is warm, broeierig en druk op het moment dat Gallowstreet zou moeten beginnen met spelen in het SkateCafe in Amsterdam-Noord. Het feestelijke diner dat aan de show voorafging loopt alleen wat uit, waardoor de band een half uur later het podium opspringt dan de bedoeling was. Het is geen probleem, want op deze zwoele vrijdagavond in dit hipsterparadijs lijkt niemand ongeduldig of gehaast. Mensen staan buiten met een biertje, komen elkaar tegen en praten enthousiast over waar zij Gallowstreet eerder hebben gezien.

Het hippe Amsterdam Noord

Vanavond is hier in het Skatecafe de albumrelease van Gallowstreet (de Engelse vertaling van Galgenstraat, waar de band is ontstaan), de twaalfkoppige Amsterdamse brassband die blazers weer hip maakt. Het nieuwe album, Hot Lava Sex Machine, is het tweede van de band. Het eerste album, Battleplan, leverde hen eerder dit jaar al de gelegenheid op een eigen blazersfestijn te organiseren in Paradiso, HONK. In het SkateCafe spelen ze vanavond een echte thuiswedstrijd. Ze passen perfect in de hippe, vrije uitgaansscene vol vintage bloezen en felle etiketten op bierflesjes, die in ook Amsterdam-Noord opbloeit. 

Spelplezier

Delorean Cowboy doet het hippe publiek meteen al glimlachen, maar nog niet uitbundig dansen. Het publiek komt pas echt los bij het titelnummer van het nieuwe album. Hot Lava Sex Machine heeft R&B-achtige invloeden en doet de blazers de heupen soepel wiegen. De band slaagt erin het publiek op te zwepen, door het zichtbare plezier waarmee ze spelen. Het is een duidelijke kracht van de band, ook te ontdekken tijdens optredens van andere bands waarin leden van Gallowstreet meespelen, zoals Jungle by Night en Amsterdamse Afrobeat Nacht (A.A.N.). Het spelplezier van Gallowstreet is misschien wel onderdeel van een heel nieuw hoofdstuk in de Nederlandse muziek. Waar brassbands voorheen wat stoffig waren en vooral speelden op bruiloften en optochten, is er nu een hele nieuwe markt voor instrumentale muziek met vakkundige blazers en slagwerkers, die ontzettend veel plezier hebben en precies zo dansen, schreeuwen, meezingen en lachen als zij hopen dat het publiek doet.

Euforische sfeer

Die aanpak werkt maar al te goed: het publiek gaat los, meisjes crowdsurfen, jongens trekken hun bloezen uit om de verstikkende hitte wat tegen te gaan. Trombonist Ko Zandvliet klimt op een grote geluidsbox om met nog meer volume te kunnen blazen, op de bar dansend personeel gooit flessen water leeg over het euforische publiek. Het is de sfeer van grote festivaltenten waar iedereen al dagen aan de drugs zit, en dus is het buitengewoon knap dat Gallowstreet hetzelfde weet te bereiken op een normale vrijdagavond in Amsterdam-Noord. En dat met enkel trompetten, trombones, saxofoons, een sousofoon en wat slagwerk. En ook meer onconventionele instrumenten: na ongeveer twintig minuten haalt trombonist Jeroen Verberne drie schelpen van verschillende maten tevoorschijn, waar hij ook daadwerkelijk muziek mee maakt. Het publiek bereikt een nieuw enthousiast hoogtepunt. Een paar minuten later roetsjt een jongen in een kartonnen bakje langs een kabelbaan door de loods naar het podium, om daar het nieuwe album aan het publiek te laten zien. Zelfs de norse bewaker grinnikt en alle jongens van Gallowstreet lachen breed.

Afsluitende klassiekers

 

De avond loopt op zijn eind als de band nog wat oude klassiekers de zaal in slingert. Hattori, Battleplan en Asterix passeren de revue, en de zweterige zaal perst er nog wat laatste enthousiaste danspasjes uit. Op Hattori klinkt het gejuich dat op de plaat opgenomen is net zo sterk live in de zaal, zonder dat de band daar iets voor hoeft te doen. Duidelijk een thuiswedstrijd dus, en ook nog een indrukwekkend mooie.