Met wat vertraging en een drummer die zoek is ontmoeten we leadzanger en gitarist Jannes van Kaam en bassist Ties Bogers op een zonnige zondagmiddag op de parkeerplaats van het tuincentrum. Met twee platen koffers in de hand en al lullend over de aankomende plaat gaan we voor een rondje foto’s door het tuincentrum. “We dachten we doen een keer lieve foto’s, want dan koopt mijn ma misschien ook nog een keer een plaat”, grapt Jannes terwijl we naar binnen lopen. De heren hebben het druk gehad de afgelopen drie maanden, bijna dertig shows met de popronde en keihard knutselen aan de nieuwe plaat. “We hebben vlak voor de popronde wat tracks opgenomen met een taperecorder in het ouderlijke huis van Jannes zijn vriendin”, vertelt Ties. Dat ging niet helemaal lekker volgens Jannes, “helaas gingen er wat dingen mis. Het klonk eigenlijk best wel kut. Gelukkig hebben we iemand gevonden die het echt briljant heeft weten te mixen, dus nu is het vet. De nieuwe plaat gaan we wel onder professionele begeleiding opnemen. Een fris oor kan geen kwaad. Iemand die ons een beetje de juiste richting in duwt.”
De popronde loopt langzaamaan weer op zijn eind en als wij daar één ding over kwijt mogen, dan is het dat het crimineel is dat de heren van Bongloard Popronde Haarlem moesten overslaan. Gelukkig hadden we nog een oud-hoofdredactrice met een huis en een sterk gevoel voor rechtvaardigheid die de heren de kans gaf om de vetste show van heel de popronde neer te zetten in een woonkamer in Haarlem. Met een eerste plaat in de oven en een single die je 12 december een muilpeer in je bakkes komt geven, vonden wij het tijd dat Noord-Holland eens écht kennis leerde maken met het fuzzy gitaargeweld van de meneren van Bongloard. Omdat ze dachten dat we over hun favoriete planten wilden praten spraken we af in een tuincentrum, om dan vervolgens toch maar te praten over de platen waar ze hun Fuzz War pedaal nog harder van gaan intrappen.
Tuincentrum troubles
Na een rondje door het tuincentrum zoeken we een bankje op de parkeerplaats op en duiken we diep in de platenkoffers van beide heren. Al snel is duidelijk dat de band compleet verliefd is op de hedendaagse garagescene. Een bijna complete collectie King Gizzard and the Lizard Wizzard vinyl, een gesigneerde Thee Oh Sees plaat en een gezonde stapel aan Ty Segall albums. Onder lichte dwang krijgen wij de heren uiteindelijk toch zo ver om een drietal platen uit de koffer te trekken die onmiskenbaar Bongloard zijn.
De koffer van Jannes van Kaam
Ty Segall & Mikal Cronin – Reverse Shark Attack
“Het is natuurlijk geen geheim dat ons geluid voornamelijk wordt gedefinieerd door onze Fuzz War pedalen. Die pedalen worden heel veel gebruikt in de San Francisco garage scene. Oh Sees, Ty Segall, en al die meuk eromheen. Deze plaat is daar echt een mooi voorbeeld van. Echt een dikke bak teringherrie vol met oversturing, delays, reverbs en kapot gecompreste drums. Ik liet dit heel enthousiast aan een vriend van me horen die jazz studeert en hij vroeg me hoe ik hier in godsvredesnaam naar kon luisteren. Voor mij is dit is echt een productioneel meesterwerk en mijn persoonlijke bijbel. Als ze dit nog een keer live gaan spelen, dan sta ik huilend vooraan. Ik vind het echt mooi hoe hij alles kapot kan laten klinken. Dat is toch een bepaald talent. Toegegeven, soms is het ook echt kapot, op Segall’s plaat ‘Lemons’ hoor je op een paar tracks de kapotte buizen in de versterker ratelen. Maar die San Francisco scene en specifiek het Fuzz War pedaal is een groot onderdeel van ons geluid, en deze plaat heeft er emmers vol van.”
Meatbodies – Meatbodies
“Dit is gewoon één hele sicke plaat. Kneiterhard, en van die heerlijke grote tertsen en hoge tweede stemmetjes waar ik altijd veel te goed op ga. Die tweede plaat vind ik wat minder, maar aan deze plaat klopt echt alles. Ik leerde dit kennen toen ik een beetje in die Ty Segall shit dook. Ik zag ze voor het eerst in het Stroomhuis in 2017, toen speelden ze de dag na Kliko-Fest met Bartek daar in Eindhoven. Dat was echt een kut optreden, de zanger was z’n stem kwijt, de nummers waren opnieuw gearrangeerd, een stuk trager en de hele band had er gewoon geen zin in. Maar omdat het deze liedjes waren was het wel speciaal, maar het was gewoon echt niet goed. Nee.”
Thee Oh Sees – Mutilator Defeated At Last
“Ja een door John Dwyer getekend exemplaar dit. Ik heb deze gekocht na hun gig in de Maassilo. Nou is ieder Oh Sees optreden ontzettend spectaculair, maar dit optreden was echt magisch. Naderhand verkochten ze alle platen voor vijftien euro. Ik heb nog nooit zoveel platen verkocht zien worden na een set. Mensen stonden echt te schreeuwen, “Doe mij zes van die, vijf van die en twee van deze!” en ik had net al mijn geld opgemaakt aan bier. Toen belde ik mijn toenmalige vriendin en vroeg ik, of ik alsjeblieft vijftien euro mocht lenen. Ik moest hem gewoon hebben. Gelukkig kon dat en heb ik nu nog steeds een mooi memento. Dit is was één van de ziekste optredens die ik ooit had gezien. Toen het uitging wilde ze de plaat hebben, maar toen zei ik hier heb je vijftien euro. Gelukkig heb ik nog steeds een goed contact met haar, want deze plaat gaat nooit meer weg.”
Uit de koffer van Ties Bogers
Scott Pilgrim vs. The World – The original motion picture soundtrack
“De muziek op deze plaat is grotendeels geschreven door Beck, maar wel ingespeeld door de cast. Het geluid van The Sex Bob-ombs (zoals de band in de film heet) is hoe ik me onze sound voorstelde toen we begonnen met Bongloard. Die totaal vergruisde bas en plat gecompreste drums, ik zag het helemaal voor me. Dit is ook een film die ik maandelijks kan kijken. Van de animaties tot de muziek en de humor, alles is gewoon goed hieraan. Als opgroeiende bassist is het natuurlijk ook heerlijk om zo’n film te hebben met een bassist in de hoofdrol. Ik ben ook een beetje een awkward guy, dus ik herkende me heel erg in het karakter van de film.”
King Gizzard and the Lizard Wizard – Nonagon Infinity
“Wat ik zo vet vind aan King Gizzard is hoe conceptueel ze kunnen denken. Iedere plaat is een compleet nieuwe trip. Dit is misschien wel hun meest iconische album wat dat betreft. Ze maken hier gebruik van een steeds terugkerend thema. Je moet hem ook echt in zijn geheel van begin tot eind luisteren, anders snap je hem niet. Datzelfde thema komt af en toe ook nog weer terug op andere platen. Dat geeft het gevoel dat alles met elkaar te maken heeft. De band zegt ook nooit te weten aan welk album ze bezig zijn. Ze schrijven nummers en horen dan achteraf wel wat bij elkaar past en mooi samen op een plaat zou kunnen. Dan komt er een thema en schrijven ze de teksten. Het is een hele interessante en efficiënte manier van werken. In 2017 hebben ze bijvoorbeeld vijf volledige platen uitgebracht, wat eigenlijk echt complete waanzin is. Ik heb daar echt waardering voor, dat je als band zo ver in je muziek kan duiken.”
The Black Angels – Passover
“Dit is één van de eerste echt luide platen die ik luisterde. Dit is een soort van The Doors die garagerock spelen. Ik leerde dit tegelijkertijd kennen toen ik Pink Floyd en Led Zeppelin begon te luisteren. Dit was zo hard en intens. De hele plaat heeft echt een hele unieke sfeer. De basriff van Young Man Dead heeft ook echt een bijzonder plekje in mijn hart. Nu is de bas hier niet zo heel erg opvallend verder. Ik ben ook niet zo’n bassist die heel erg gefocust is op de bas in muziek. Ik vind het heel erg belangrijk dat een band een optelsom is van de verschillende muzikanten. King Gizz heeft dat ook heel erg. Niemand is echt een show-off, en de als je de instrumenten geïsoleerd zou horen dan is het niet zo bijzonder, maar juist de manier waarop het dan in elkaar valt als ze samen spelen is heel erg uniek. Ik denk dat je je daar super bewust van moet zijn als band en altijd in dienst moet spelen van het liedje.”