Oh mijn god. Oh mijn god. Ik zit te zweten achter mijn laptop. Vier, vijf, nee zes keer heb ik alles doorlopen. Klopt het allemaal? Zijn de riders doorgestuurd? Komen alle tijden overeen? Is er een taart geregeld? Staan alle mensen op de mail? Check, check, dubbelcheck, oké, go!
Ik druk op ‘verzenden’. Daar gaat het draaiboek.
Het is eind april 2021, en de prototypen Testen voor Toegang shows gaan binnenkort plaatsvinden. Ik mag als stagiair bij Podium Victorie meehelpen met het voorbereiden van een van deze shows. Een nogal bizarre periode natuurlijk om in te werken, en ik schijt dan ook in mijn broek van de zenuwen. Tegelijkertijd besef ik: dit ga ik nooit meer vergeten, en dit wordt misschien wel de meest leerzame periode voor de rest van mijn loopbaan. Tot mijn verbazing mag ik zelfs wat langer blijven plakken na mijn stage.
Een aantal maanden later sta ik om middernacht te schuilen voor het onweer in het Vondelpark met een groepje leeftijdsgenoten. Een van hen is net klaar met zijn opleiding Fysiotherapie en begonnen met werken. Een compleet ander en voor mij totaal onbekend werkveld. Toch blijken we een hoop overeenkomsten te hebben. We praten over onzekerheden waar we als starters mee te maken krijgen - onder meer salaris en woonmogelijkheden, maar ook twijfel aan je eigen capaciteiten. “Volgens mij hebben wij last van het starterssyndroom”, flap ik eruit, versteld van mezelf, stiekem onder de indruk van deze geniale woordvondst. Maar goed, vooral over die twijfels praten is nogal een ding - dat doe je zeg maar niet echt en al helemaal niet en plein public. Jammer, vind ik dat soms. Ik kan nu clichématig opperen dat we ons leven bijvoorbeeld op sociale media tentoonstellen zoals we werkelijk zouden willen dat het was. In zekere zin gebeurt dat ook. Behalve bij mij. Ik gebruik geen filters. Wellicht dat mijn volgeraantal op Instagram daarom steevast daalt, want het gros van de mensheid houdt niet van kringen onder de ogen, politieke rants en allerhande emoties die daarbij komen kijken.
Ik denk dat deze tijd mij desalniettemin geleerd heeft om zoveel mogelijk te proberen oprecht te zijn, nog meer dan ik daarvoor was. En dat betekent toegeven dat ik het doodeng vind, ook binnen de werkomgeving: het werkleven instappen, in de culturele sector, in deze tijd en daarbij het risico lopen flink op je bek te gaan. Wellicht is het ook deels logisch: een erg conventioneel begin van je loopbaan is het niet anno nu, los van de inherente onzekerheid die het dynamische, creatieve bestaan al kent. Dat geldt natuurlijk niet louter voor mijn branche - hoe fel ik ook blijf benadrukken hoe zwaar we het te verduren hebben gehad de afgelopen tijd.
Want ook ik zit, meer dan eens, soms terneergeslagen op de bank. Vooral toen er écht niks mogelijk was en ik alsnog trachtte 3voor12 Noord-Holland door de corona-ellende te slepen, heb ik voor mezelf moeten toegeven dat er een grens zit aan het menselijk kunnen. Enerzijds voelde het alsof ik had gefaald nadat ik besloten had me tijdelijk te distantiëren van dit mooie platform. Mentaal was het echter de beste beslissing. En nu, zo’n jaar later, in een tijd waarin er voor nog zoveel mensen baanonzekerheid heerst, reken ik mij rijk met het feit dat ik mijn eerste ‘volwassen’ functie tegen betaling mag invullen. Als ik die ruimte niet genomen had, was dat niet mogelijk geweest. Ik ben ook Quirina en de overige redactieleden enorm dankbaar dat ze zo standvastig hebben doorgepakt. Met haar aan het roer geloof ik dat er een prachtige tijd aan te komen zit waarin we snel weer op volle kracht verslag kunnen doen van al het muzikale talent in Noord-Holland! Daar voeg ik me graag nog een tijdje bij.
Wat ik denk ik ook wil zeggen met dit alles is: mocht je je in een dergelijke positie als de mijne bevinden, weet dan dat alles wat je voelt terecht is. Wees niet bang om je erover uit te spreken. Het wordt echt beter. We slaan ons er doorheen!