Geen radslag te maken in de stampensvolle Tolhuistuin, maar wat wil je ook als je jeugdidool weer op de planken staat met een nieuw album na 10 jaar. Fans van het eerste uur en vrienden zijn daar om met een tijdmachine terug te gaan naar de Burgemeester de Vlugtlaan via Dio’s gelijknamige nieuwe album – oftewel: de jeugd van Dio in Amsterdam Nieuw-West

‘Pas op voor hosselaars en moeilijk opvoedbare kinderen’

‘Dio, doe gewoon wat de juffrouw of meester van je vraagt’

Rond een uurtje of 21:00 zoemen de eerste akkoorden van een van zijn nieuwe tunes, Vindersloon, vanaf het podium. Misschien maar beter ook, want de uitverkochte zaal staat op het puntje van ontploffen. Van Tolhuistuin belanden we zo in de Amsterdamse metro zodra er uit de speakers ‘Pas op voor hosselaars en moeilijk opvoedbare kinderen’ schalt. Video’s nemen is gelukkig wél toegestaan volgens deze Openbare Verordening van niemand minder dan Dio.

Tegen een scherm (dat ontworpen is door Elmer!) ontvouwt zich het contour van Dio en ontwaakt Dio’s stem. Met het nummer Vlugtlaan opent hij deze ceremonie. “Ik ben blij dat jullie op de vluGt willen met ons. Ik heb eigenlijk maar één vraag, Amsterdam: zijn jullie ready?” Plotseling staat hij daar opeens, uit zijn huisje geklommen met zijn toetsenist en gitarist nog even achter zijn muur verscholen. En een lantaarnpaal met recalcitrant eroverheen gegooide sneakers (een traditie van de straat) valt plotseling ook op – om nog maar even te benadrukken waar Dio’s verhaal vandaan komt.

Wie de interlude Fucking Irritant van het nieuwe album heeft geluisterd, herkent de vrouwelijke stem meteen: ‘Dio, doe gewoon wat de juffrouw of meester van je vraagt’, aldus Diorno Braaf’s moeder. Het is de inleiding en het bruggetje naar ZMOK, oftewel ‘Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen’. Het blijkt maar weer dat de jeugd van Dio een terugkerend ding is, zodra het nummer gemixt wordt met de 17 jaar oude classic Probleem dat ook over een moeilijke versie van jezelf zijn gaat.

Nog één plaat concessieloos maken

'Iemand was altijd aan het schitteren in afwezigheid'

‘Wie gaat me helpen met Tabitha’s part?’, a.k.a. Dio die zijn publiek vraagt het vrouwelijke deel van het nummer ‘Ademen’ over te nemen. Zónder autotune zijn die vrouwelijke hoogtes toch wat lastig te bereiken – en geef hem eens ongelijk. Of het nu de spanning is of gewoon een pauze (‘want ik heb zo’n droge bek’) – de pauze die Dio inlast na 20 minuutjes heeft hij niet beter kunnen kiezen. En deze intermezzo schrijft nog eens driedubbel uit waarom dit album zo belangrijk voor hem is.”Tijdens het maken van nieuwe muziek kreeg ik niet dezelfde voldoening als eerder. Ik heb daar lang over getwijfeld, of ik nieuwe muziek wilde maken.” De zaal is doodstil als hij de verlossende woorden uitspreekt: ‘Maar ik wil nog één plaat concessieloos maken.” Ook al zit hij een beetje verscholen – vanachter het doek ballen twee vuisten van de gitarist als de rapper zijn slotconclusie met een ongeneesbaar aanstekelijke lach uitspreekt: “Ik ben fokking blij met dit album.”

Een tweede vliegende kickstart van zijn optreden vindt hij met Vindersloon, waarbij mederapper Typhoon opeens het toneel op belandt. Als er twee glimlachen aanstekelijk genoemd mogen worden? De prijs voor de twee grootste glimlachen hebben deze twee dik verdiend. Klappen in de lucht, de fluweelzachte verses van Vindersloon: tijd om te ademen, maar vooral genieten ten top.

Het mag ook af en toe best even wat ingestudeerd zijn, als Dio naar de rode straatlantaarn kijkt op het toneel. “Iemand was altijd aan het schitteren in afwezigheid.” Wie het album goed heeft geluisterd van tevoren – of bijvoorbeeld de mini-docu van Dio’s nieuwe album heeft gecheckt – weet meteen dat dit de introductie van zijn vader is. Niet alleen aan ons als publiek, maar ook voor de rapper zelf. “Ik had een stapel vragen die maar hoger bleef worden. Elke keer zei mijn moeder maar weer: we gaan het niet over je vader hebben.”

Vluchten kan dan opeens niet meer. En plots is het pikdonker met een klein ielig wit lichtje vanaf de zijkant. Een vraag die als een meteoor inkickt: “Nu ineens heb ik een vader.” Te laat. Als je woorden zó krachtig zijn, heb je ook niet heel veel meer nodig dan een paar akkoorden van je toetsenist die de bodem geven voor het nummer Te Laat. Pijn doet zeer, erin blijven hangen moeten we niet willen, en soms blijkt de wereld toch wél een mooie plek – blijkt uit het nieuwe nummer Pijnstillers dat er achteraan komt. De autotune pompt uit de speaker, met een perfect piekje op “Pijnstillers op Dio’s nachtkast.”

Marginale dromers in de zaal

'Die ogen moet ik zien wegkicken in de zaal!'

Ray Fuego en Gerson Main on stage betekent ‘Blakka Boys’ dat uit de speakers knalt. Met een dikke zwarte wintermuts en een nog aanstekelijkere glimlach dan Typhoon en Dio bij elkaar, vertelt Gerson heel lief zijn verse. “Beetje marginaal hè, al die dromers. Gelukkig hebben brutalen de halve wereld”, en met “We zitten op een 7 nu, dat kan wel beter”, luidt Dio weer het volgende nummer in. Tijdens het zingen staat Gerson klaar om te vechten met de beats, Ray en het publiek, en met een smile van oor tot oor knalt zo het scherm weg van het toneel. Tevoorschijn komen nu toetsenist Anan Ya’ari en Kabul $lim (die ook de producer van het album is!) op de gitaar.

Drie letters, een dikke volle ooze en een publiek dat gek gaat op een tune uit 2009 kan maar één ding betekenen: terug in de tijd met het nummer Aye. Zonder live support – die twee zijn even de coulissen ingedoken. Het publiek gaat zonder enige aansporing automatisch klappen op de beat, het oortje van de artiest vliegt om de seconde uit en alsof het Jezus is, gaat heel de zaal opzij als Dio het nummer Opzij de zaal in slingert.

We hebben ook ongelooflijke haast richting het einde om toch nog die 10 tijdens het optreden te halen. “Jeremiah, let’s go!” aldus Dio. Een dikke bubbling beat kickt in, “Die ogen moet ik zien wegkicken in de zaal!” en ‘Dom Lomp en Famous’ mag het publiek een handje helpen. De zaal gaat gek, en vanachter de gitaar – die inmiddels weer positie heeft ingenomen – wordt er een fotootje geklapt van de menigte die losgaat.

Van een bankoe naar een barkie, van een barkie naar een 10

Een Dio zonder Sef is als tijd zonder klok

Een Dio zonder Sef is als tijd zonder klok – al helemaal als je besluit af te sluiten met Tijdmachine. Plots staan de wijzers stil als de metro weer door de zaal schalt: “Mag ik alsjeblieft een applaus voor Diorno Braaf.” De zaal is toch benieuwd of er stiekem nog een halte aan toegevoegd wordt, en natúúrlijk is dat zo: Willem sprint erbij op het toneel voor de ultieme toegift. “Morgen doe ik alles anders als ik wakker word”, als we Dio en Willem (die voor dit ene nummertje ook het podium opgeschroefd is) moeten geloven. ‘“De eindhalte is inmiddels bereikt, toch zou Dio nog één nummer willen doen,” schalt het vanuit de metro weer. Afsluiten doe je alleen niét zonder te hosselen, en zijn nieuwe nummer Hosselaar doe je niet zonder crowdsurf.

Schouder om schouder staat de frontlinie van witte T-shirts bij de stage vooraan uit hun naad te gaan, maar voor een goeie headfirst de zaal in request de rapper toch even wat sterkere mensen naar de voorkant. Zij blijken alleen niet helemaal wat Dio nodig heeft om zijn optreden naar een 10 op te schroeven. Vrijwel een heel nummer rapt-ie uiteindelijk op de vingertoppen van zijn fans om vervolgens, na 10 jaar, zijn nieuwe album tour af te sluiten. Van een bankoe naar een barkie, van een barkie naar een 10.