Dat is Jacob D. Edward ook aan te zien. Jack Deen zoals Jacob D. Edward werkelijk heet, is al van jongs af aan al gespot door het PX Songwritersguild dat vorig jaar nog een compilatie EP heeft uitgebracht waar ook een song van Jacob D. Edward op staat en die hij als single heeft uitgebracht. Romance klinkt daar echt helemaal akoestisch. Dat is eigenlijk ook wat op het debuutalbum Borderline is terug te vinden. Slechts met een akoestische gitaar en zelfs gebruikmakend van een 12 snarige gitaar bevat het album van A tot Z alleen maar akoestisch materiaal.
De dag van de release voor ‘Borderline’ kan voor Jacob D. Edward op vrijdag 14 februari niet meer stuk. Het debuutalbum dat op King Forward Records is uitgebracht, heeft inmiddels door verschillende media al een positieve belangstelling gekregen. Als Jacob D. Edward dan op het poppodium PX Volendam mag optreden om zijn werk te laten horen, kan hij eigenlijk zijn geluk niet op.
Van jongs af aan bij PXSG
Alleen maar akoestisch
Literaire doorkijkjes
Ode aan Francis Alban Blake
Het komt Jacob D. Edward goed uit en hij weet op ontspannen wijze te vertellen hoe hij zijn songs heeft gemaakt. Zoals ook over Bob Dylan, waarbij hij opmerkt dat we door zijn werk nu nog met de muziek van de jaren zestig zijn opgescheept, alhoewel dat natuurlijk wel op een humoristische wijze moet worden uitgelegd, omdat Dylan een behoorlijke stempel heeft gedrukt op de hedendaagse songwriters. Toch staat op de achterkant de uitspraak van Jacob D. Edward dat hij geen rozen op het graf van Dylan legt. Tijdens zijn optreden start Jacob D. Edward met Medley. Dat het eindresultaat van Borderline door meer mensen mogelijk is gemaakt blijkt wel ui het dankwoord die Jacob D. Edward uitspreekt in de richting van Frank Bond. Met Il Miglior Fabbro Francis Alban Blake laat hij dit duidelijk blijken. Er zitten ook literaire doorkijkjes in, want iets zonder literatuur in zijn muziek, is geen Jacob D. Edward. En Route To The End is daarvan een voorbeeld, want door het lezen van Gerard Reve is daar de basis gelegd.
Het beeld van een gekwelde kunstenaar
Niet veel nodig
Uiteraard ontbreekt Noortje Jonk niet, die al eens eerder te horen is geweest op Hyacinths & Matthiola. Dat gedeelte waar Noortje haar entree maakt, gebeurt met Self Portrait. Ze doet onder meer mee op Sophie Takes Me Dancing. Vooral dat is een song waar Jacob D. Edward zichzelf ziet als een gekwelde kunstenaar die op dat moment echt in zijn eigen troep leeft. Je ziet het al voor je. Een ruimte van een kunstschilder waar de penselen overal in de werkruimte liggen. Uitgeknepen tubes van verf die eveneens verspreid liggen. De gekwelde kunstenaar die zich een weg probeert te banen in de rotzooi die hij zelf heeft veroorzaakt. Het is alleen nu dat Jacob D. Edward schildert met de woorden en waar de muze van de kunstenaar alleen met haar stem in de oren is te horen. Daarom past ook een song als Self Portrait daar eigenlijk ook wel bij, alleen is dat dan wanneer vanuit een perspectief bekeken. Met zowel het optreden als op het album zelf, bewijst Jacob D. Edward dat je niet veel nodig hebt aan instrumenten om een heel album te maken dat voortdurend vraagt om de aandacht erbij te houden.