In buurtcentrum De Jurp, om de hoek bij Rotterdam, wordt het zaadje geplant waar Jordy Dijkshoorn van Atta de Tolk raples kreeg. Na zo ongeveer elk festivalpodium en stage in Nederland een tiental en een beetje jaar later meegemaakt te hebben, blijken zijn retescherpe en literaire kunstwerkjes, die Rotterdams grof zijn, het succesrecept voor zijn band De Likt. In 2022 wordt de rock-'n-roll hen allemaal te veel en is het over en voorbij voor de Vlaardingse band. Maar stoppen met muziek maken? Me reet! Hier is zijn solo-album ‘Hotel De Goudfazanten’.

Bergschoenen gaan met lomp tempo van de vloer

'Allen van De Likt'

Het is nog wat rustig in de Melkweg als Jordy Dijkshoorn stipt om 21.00 zijn show begint. ,,Het is tijd, we beginnen gewoon.” Het is een tijdje geleden dat Dijkshoorn op het podium heeft gestaan, sinds het begin van deze nieuwe tournee, behorend bij het album Hotel De Goudfazanten dat vorig jaar al is uitgekomen. Een eerste echte eigen Jordy-track met Als De Nacht Valt. Zacht, sluw en scherp wordt er een overtuigend monoloog gerapt over dingen die alleen maar in het donker gebeuren: “want dan groeien mensen op.” Gevolgd door grove bevingen op diepe gitaarriffs, van niemand minder dan DJ Roy George, die de hele tour aftikt met deze woeste woordenkunstenaar.

Het bromt en het bloeit in de zaal. De bergschoenen gaan met een lomp tempo van de vloer zodra er “Bum Bum Bum Baaaaaa” vanaf het podium borrelt. Jordy hoeft maar een tiental seconden te beginnen, daarna bromt heel de zaal mee. Want blijkbaar is dit een klassiekertje, kijkend naar het toch wat middelbare-leeftijd-publiek dat het uit volle borst meezingt. ,,De Likt 2014,” schalt Dijkshoorn, gevolgd door een goeie dosis drillende bas. ,,Allen van De Likt”, zegt Jordy. Uitgerukt mars, de rest van de zaal.

Als de ruimte tussen de bezoekers en het podium Jordy te gortig wordt, neemt ‘ie maatregel. Ho eens even, daar is de podiumkoning het niet mee eens hoor. Tijd om te crowdsurfen dus. ,,Handen omhoog, 3,2,1, anders is het jullie schuld dat ik mijn nek weer breek!” En met vol vertrouwen (wellicht zelfs ogen dicht) vliegt er een Vlaardinger over de handjes in de UP-zaal. We zitten er weer lekker strak in.

Een show die geen seconde retesaai is

'Ik zat bijna in een rolstoel, maar nu weer op de been'

‘Ik zat bijna in een rolstoel, maar nu weer op de been’: een rollend geschreven liedje dat huppelt op de beat en gaat over een eigen, levensbedreigende situatie die in 2017 plaatsvindt. Hij draagt nummers eraan op en toont een heel zelfreflecterend verhaal door de muziek. Super rauw, eerlijk, maar nog steeds heel erg De Likt: hieperdepieper vliegt er kneitertjesnel een literair woordenkunstwerk door de zaal. ,,Maar ik haper niet alleen.”

Maar goed, zoetsappigheid, daar hebben we natuurlijk ook weer geen zin in. Dus 180 graden, stuur naar links en gas geven. ,,Amsterdam, zijn we er nog een beetje?” Ja. ,,Amsterdam, zijn we er nog een beetje?!” Ja. ,,AMSTERDAM, ZIJN WE ER NOG EEN BEETJE?! “JA!!!!!!!!!! En ingeluid wordt het volgende nummer: In De Mood. De eerste iPhones die verticaal filmen worden erbij gepakt en pontificaal in de lucht gestoken, want ,,Hou die handen hoog, hou die handen hoog, hou ze hooooooooog” kan maar één ding betekenen. Een goudfazant gaat vliegend de crowd in. En voordat je het weet hangt Jordy op vingers die tijdens dit ritje elk woord van de beat meerappen. Crowdsurf 2 alweer.

Houd die handen hoog hoeft nu maar één keer gevraagd te worden aan zijn inmiddels ervaren publiek. Hupsakee, daar zwemt wéér een Jordy door de handjes terwijl er een breakbeat opkomt en er vlijmscherpe rap uit zijn mond schiet. Niet veel later is het tijd voor 30-plusser In De Discotheek. Dit dribbelende hiphopnummer met lekker veel elektro erdoorheen is misschien wel hoe Dijkshoorn zich zelf voelt. Een disco-inferno dus: laat je lekker gaan. ,,Fock bekendheid, ik ben in de room.” En dat mag ook daadwerkelijk op de dansvloer gevoeld worden zodra hij besluit een polonaise in de club te doen. Ja, maar natúúúrlijk kan dat.

Scannend door de zaal valt de rappende kraai een twinkelend dood hoekje op: ,,Daar, daar ben ik nog niet geweest.” En in drie, twee, één vliegt er wééér een Jordy door de zaal. Loerend als een aasgier op zijn prooi: Amsterdam, zijn jullie nou een beetje wakker? Genoeg wakker geschud in ieder geval om het meesterwerk van zijn album aan bod te laten komen. ,,Hotel De Goudfazanten is daar om het geile publiek op te geilen.”

'Dat je gewoon een pan bami naar beneden ken pleure'

'Ik merk nu al dat het verder gaat dan ikke'

Een parodie op Amsterdam op de tune van Parijs van Kenny B verandert abrupt in een grove middelvinger naar Damsko en een ode aan Rotterdam. Zoals een bekende Dumpert-video ons ooit heeft geleerd: ,,Ken je in Rotterdam een pan bami naar beneden pleure.” We beginnen met een gedicht. De kersverse stadsdichter oreert: “Ik merk nu al dat het verder gaat dan ikke.” Nou ja, die diepzinnigheid en gevoeligheid is al snel verleden tijd.

“Ik zoek iemand, kom naar voren… Mag ik op je nek?”

Jordy Dijkshoorn tijdens zijn optreden in Melkweg op 6 maart

Een synthesizerbeat met druppende tikken luidt Bloed Aan De Muur in terwijl Jordy’s voeten op ooghoogte zitten. Als de volwassen kleuter weer het toneel op is gedoken, wordt het toch wel weer saaitjes. ,,Een kleine moshpiterino, dames en heren.” En binnen een split van een seconde is er een rondje in de zaal. ,,Dat kan groter, DAT KAN GROTER! Het is tenslotte donderdagavond en ik ben botergeil.” In ultieme spanning wordt er door het publiek gewacht op de finale eindknop die de show in het laatste standje turbo zet. Heupjes zijn losgeswinged en met een show die om precies 21.00 is begonnen, kan het publiek nog net op tijd zijn kinderen in bed leggen. Stoute studentenherinneringen zijn op z’n Rotterdams losgesjeesd.