Laten we echter eerst teruggaan naar het allereerste uur. Dirk, Ko en trompettist Bo waren op een dag aan het spelen met een akoestische trommel en een drum. Dat smaakt naar meer, en dus gaan ze op zoek naar een plek om diezelfde avond nog iets te kunnen spelen. Jong en gretig, zoals Dirk het omschrijft, staan ze even later op een feestje in de Tolhuistuin om weer verder te gaan. Zo bouwen ze een reputatie op als gangmakers. ,,Mensen konden ons bellen en wisten dat we het moment wel zouden maken”, legt Ko uit. ,,Wat volgde, waren veel bedrijfsfeestjes met covers van bekende hits”.
Langzaam daalt het besef dat de drie muzikanten meer zijn dan alleen hun covers, en wordt het roer compleet omgegooid. Er breekt een periode van experimenteren aan, waarin ze onderzoeken wat muziek precies is en wat het allemaal kan zijn. Met een setup van dance- en techno-georiënteerde geluiden gaan ze op zoek naar manieren om daar nét iets anders aan toe te voegen. En dat levert zeker wat op. ,,Voor ons gevoel hebben we nu een volledig nieuwe speeltuin vrijgespeeld”, vertelt Ko, ,,met veel elektronica, toeters en bellen, en oneindige mogelijkheden om samen een rave-unit te vormen”.
Zo komen de jongens een stap dichter bij de uiteindelijke visie van de band. ,,Door die covers hadden we een hoog feestgehalte en kwamen we op veel vreemde, maar bijzondere plekken, zoals New York, Glastonbury en zelfs metrostations”, geeft Dirk toe. ,,Het duurde echter even voordat we precies vonden wat de ‘rave’ in Brass Rave Unit betekende”. Het antwoord op deze zoektocht blijkt niet slechts een mengeling van elektronische muziek en live-instrumenten. Het gaat om meer dan vrijheid in geluid.