Drie jonge hiphopmakers aan het begin van hun prille carrière. Vol: honger, lef, charme, experimenten en muzikaliteit. Een concertverslag ter ere van het nieuwe album 'RJO3' en optreden #100!

100 shows in twee jaar tijd

‘Ik heb wel vijf keer een traantje moeten wegpinken’

,,Ik snap er helemaal niks van, ik heb wel vijf keer een traantje moeten wegpinken". Als een gedesoriënteerd kind net uit een kermisattractie kom ik Rens tegen. Vlak na het optreden kan hij het niet geloven. Dit is waar je van droomt als jonge maker. Spelen in de Melkweg is al prachtig. En dat met goede vrienden tijdens je jubileumeditie! 100 shows in twee jaar tijd. Niet gek voor een groep jonge muzikanten.

Zo ondersteboven als Rens is, zo voelt een groot deel van het publiek zich ook. Bijna alle subculturen uit de clubscene zijn aanwezig. Studentikoze jongens in overhemden, dertigers op zoek naar wat reuring, meisjes met crop top, inclusief septum. Alle clichés komen voorbij. Terwijl Jaïr en Rens vakkundig iedereen opzwepen, beweegt de zaal op en neer. Hoe ver ze ook van elkaar staan in het dagelijks leven, vandaag bewegen ze als eensgezind geheel. Sinds minuut één staat iedereen op scherp. De menigte joelt als Jaïr zijn shirt uitrekt en het zweet over zijn six-pack druppelt. Jaïr is niet de enige die het heet heeft.

 

Snelkookpan

Een veelzijdigheid aan ingrediënten

Een goed uur heeft de snelkookpan van Rens (vocals), Jaïr (vocals/producer beats) & Ome Uncle (dj/vocals) op hoog vuur gestaan. Een veelzijdigheid aan ingrediënten passeert het optreden. Van zwoele poëzie, klassieke hiphop, hardcore tot ska in een nieuw jasje. Het is alsof ze in een grote ton met verschillende (hiphop)stijlen zijn gevallen. Om vervolgens te beslissen dat ze lak hebben aan één subgenre. En toch sluit het natuurlijk op elkaar aan. Dat is misschien ook wel het bijzondere. Meestal ga je naar een concert omdat een bepaalde stijl je aanspreekt. Binnen het repertoire van de artiest zitten uitstapjes waar je als fan doorheen moet bijten. Om vervolgens los te gaan bij de nummers waar je speciaal een kaartje voor kocht. Bij RJ&O is er voor ieder wat wils. Terwijl je toch het gevoel hebt naar een uitgedacht concept te luisteren. De energie en het hoge tempo zorgen ervoor dat zelfs de spaarzame 'spruitjes' entertainend zijn. Rens rapt gelikt als een ware casanova. Technisch doet hij dat op een hoog niveau. Jaïr is rauw en heeft ‘stage presence’ voor tien. Maar vergis je niet, Jaïr heeft ook zat inhoud. Hij is het meesterbrein achter alle beats. Tenslotte draait Ome Uncle als een bevlogen dirigent aan de knoppen. Hij is de ontbrekende funk om het plaatje compleet te maken en lijkt zich binnen elk genre thuis te voelen.

Cruisen op 6-4's en 808's

Kruising tussen hiphop, pop en elektronica

De meeste muziek van RJ&O die online staat, is een kruising tussen hiphop, pop en elektronica. Maar tijdens de eerste paar nummers willen ze hier niets van weten. Hiphop met een grote 'H' blaast door de speakers. Met de oldskool track 2003 knallen ze het podium op. Jaïr vuurt een strakke flow aan woorden op het publiek af, waarna Rens er overheen knalt. De toon is gezet. Positief is dat ze beide de muzikaliteit hebben om het nummer niet te overschreeuwen. Iets wat door genoeg rappers vaak wordt vergeten bij liveoptredens. Deze toon is voor een groot gedeelte de rode draad door het optreden. Dit wordt onderstreept als Jaïr verderop een jaren 80 drumcomputer tevoorschijn tovert. ‘Cruising down the street in my 6-4’ 808 beats en meer van dat werk. De bpm schroeft hij midden in het nummer handmatig verder op, om tot een hoogtepunt te komen. Het concert bevatte voor een dj-set sowieso opvallend veel improvisatie. Het getoonde lef wordt door het publiek terugbetaald met meer overgave en gedans. Ook binnen het hiphopgenre springen ze van stijl naar stijl. Het nummer Fusten Fluisteraar zou zo op een album van De Jeugd van Tegenwoordig kunnen staan, zowel qua beat als de obscure, maar pakkende tekst.

 

Ome Uncle

Aandacht toe trekken

Het is makkelijk om een dj voor lief te nemen binnen een rapformatie. Vaak staan ze introvert tegen de coulissen gedrukt, half schuilend achter de draaitafels. Daarom ook speciale credits naar Ome Uncle. Het komt niet vaak voor dat een dj net zo goed de frontman kan zijn. Met woeste krullen en een grote glimlach danst hij er vrolijk op los. Terwijl Jaïr en Rens wild over het podium bewegen, weet hij met zijn charisma de aandacht regelmatig naar zich toe te trekken. Ome Uncle is geen toeschouwer, maar onderdeel van het geheel. Het is dan ook niet gek wanneer hij zelf even een uitstapje maakt en achter de booth vandaan komt. Om zelf ook vocaal een bijdrage te leveren. Jaïr heeft geen moeite om het dj'en over te nemen. Dit rouleren maakt het een speels geheel.

De hardcoretrack Avondklok, geproduceerd door Jair, slaat tegen het einde van de avond in als een bom. Het is een protestlied tegen de coronamaatregelen. De tijd heeft bijna alle covid-gerelateerde kunst achterhaald. Gelukkig maalt niemand erom op de dansvloer, vooral dankzij het muzikale geweld. Net als Berlijners om 7 uur 's ochtends raved iedereen erop los. Het is geen slap commercieel aftreksel van gabber. Sterker nog, het is eerder zelfgemaakte zolderkamerhardcore met rapintervallen die een interessante toevoeging zijn.

 

Alles voor de georganiseerde chaos

De kunst om geoefende handelingen op het podium zo spontaan mogelijk te laten lijken

Normaal gesproken zijn artiesten het creatieve eindproduct, makers die vooral vanuit ideologie of trendgevoeligheid beslissingen maken. Natuurlijk wordt er voor optredens gerepeteerd. Het is dan de kunst om geoefende handelingen op het podium zo spontaan mogelijk te laten lijken. Maar muziek is natuurlijk veel meer dan dat. Met talent alleen kom je er helaas niet. Een duidelijke marketingstrategie is onmisbaar. Over alles is nagedacht, ook op het podium. Dat is dé kans om een blijvende indruk achter te laten. Deze drie lijken in ieder geval precies door te hebben hoe het spelletje werkt.

De muziek wordt stilgelegd. Ze vragen dertig mensen het podium op. Grote Ajax-vlaggen worden in de handen gedrukt van de podiumbeklimmers. Smoorverliefd van Doe Maar begint te loeien. Waarom niet een eigen nummer? Omdat ze weten dat dit een bewezen hit is, zowel bij jong en oud. Ze worden begeleid door een brassband, net wat nodig is om de hele zaal tot over hun oren te krijgen. Rens springt het podium af. Hij duwt alle mensen aan de kant totdat er een groot gat ontstaat waar de moshpit in kan duiken. Alles voor de georganiseerde chaos.

Plug jezelf

Dromen over Lowlands

De groep spreekt vóór het laatste nummer de droom uit om op Lowlands te staan. Daarom vragen ze de menigte samen op de foto en video te gaan. Wij moeten allemaal heel hard ‘LOWLANDS’ roepen. Een grappige zet die vast ergens tijdens de zomercampagne goed van pas komt. Om vervolgens na het nummer half weg te lopen en zelf de toegift op te zetten. Dit doen ze met een flinke knipoog. Deze charmante manier van schaamteloos jezelf ‘pluggen’ illustreert het gevoel voor dramaturgie, contact maken met het publiek en ludieke marketing. Hier kunnen gerenommeerde artiesten nog een puntje aan zuigen. Je kunt bijna tegen de toekomstige RJ&O zeggen: ,,Onthoud in godsnaam deze insteek van muziek maken. Verloeder jezelf niet”. Ik kijk met een glimlach toe. Alhoewel ze het lauwe backstage bier van Lowlands bijna kunnen proeven, hebben ze de Alpha stage al naar de Melkweg gehaald.