Op donderdag 12 mei stonden er drie eigenaardige (post)punk bands op het programma in het Amstelveense P60. Elk hun eigenaardigheden, maar allemaal zeker het luisteren waard.

Noys

De avond werd afgetrapt met de band Noys. De nog niet al te volle zaal werd een stuk minder leeg toen de zanger met zijn eerste stuk tekst begon. Het klonk hoogst zuiver en zijn raspende stemgeluid bezorgde kippenvel. Hij stampte op het podium en zwaaide met zijn Peaky Blinders-achtige pet, wat de hele act heel dynamisch maakte. De instrumenten stonden in het begin iets te hard, maar dat werd snel opgelost door de geluidsman. 

De oorbellen van de gitariste zwierden vrolijk mee met de heftige punkrock. Af en toe kwam er een vliegende fotograaf voorbij die met kniebeschermers door de zaal gleed, wat het publiek deed lachen. 

De andere twee fotografen (ja, drie in totaal!) leken ook gefascineerd door de band en maakten foto’s vanuit allerlei hoeken. De stijl van de band was erg vergelijkbaar met Fontaines D.C. en IDLES en de (al in eerdere artikelen beschreven) oude grootheden: Sonic Youth en Joy Division. De nummers zitten diep en gevoelig in elkaar maar uiten zich zoals we punk gewend zijn: ruig, luid en ingewikkeld, alleen dan met kippenvel. Bijvoorbeeld bij het nummer ‘The Warmth Of Acceptance’ (uit hun nieuwe album ‘Still Nothing) kruipen de woorden ‘it's alright, with you by my side’ in combinatie met de duistere gitaren, echt bij je naar binnen. 

De zanger heeft zo’n stem waar je niet snel genoeg van krijgt. Het optreden eindigde in dezelfde aanstekelijke energie als het begon met een hoop intensiteit.

Switchboard

Switchboard was nog niet begonnen en de moshpit stond al klaar. De bandleden waren casual gekleed in open hemd, korte legerbroek en een gitarist op blote voeten. Het bleek hun eerste keer optreden in drie jaar, maar daar was weinig van te zien. De nummers verliepen soepel, met af en toe wat invloeden van ska die het publiek tot rust liet komen tussen de luide gitaren door. 

Een hoogtepunt was de drumsolo die alsmaar beter leek te worden met op het eind wat extra drumslagen van de zanger. De drummer kreeg een aai over zijn bol en de zanger een kneepje in zijn legerbroek, en ze konden weer verder. 

Nu met een nummer in een geheel andere stijl. Het nummer werd ingeleid met een sociaal vraagstuk: het kapitalisme. De hele band legde uit hier flink op tegen te zijn, aangezien twee in een sociale huurwoning waren beland en de ander zelfs zijn eigen zolderkamer had moeten verbouwen. De akoestische gitaar werd erbij gepakt en de zanger zong een verhalend lied over het ingeleide onderwerp, met de stekende woorden: ‘wat doe jij nou?’. 

Het nummer werd snel genoeg afgebroken met de woorden: ‘Wie wil er sterven in de moshpit?”, waarop gejuich van het publiek. ‘Let’s go motherfuckers!’. En het springkasteel werd weer geopend.

Total Seclusion

De laatste band van de avond was minder chaotisch dan de vorige twee. Het vormde een mooi geheel en je kon zien dat ze wel vaker optreden. De dynamiek tussen de bandleden was erg sterk, iedereen leek zelfverzekerd over hun aandeel van de muziek en het waren (afgezien van het geheel) allemaal erg goede muzikanten. 

Ook bij deze band kon je allerlei muziekgenres terughoren. Vooral punk, met een gitaarspel dat metal genoemd kan worden en drum invallen die veel weg hadden van reggae. Tussen de zang en instrumentale stukken door gaf de zanger af en toe een kreet, wat uitte in meer ruig gedans van het publiek. Er werd hard  gedanst door vier van de bezoekers, maar dat mocht wel meer van de band. Ondanks de kleine opkomst kregen ze de rest van het publiek ook wat meer los. 

Een van de gitaristen gaf een hele sterke solo. ‘Misschien de beste gitaarsolo ooit,’ aldus de zanger. ‘Nog even een zielig nummer, maar niet al te zielig,’ werd er meteen achteraan gegooid om de sfeer niet te dempen. En natuurlijk eindigde deze intermezzo in de laatste moshpit van de avond.


 

Het publiek wilde nog niet naar huis, maar de band kondigde aan dat ze helaas gewoon moesten werken morgen. Het feest was voorbij. Toch een mooie donderdagavond vol harde genres, kippenvel en ruigheid om die laatste werkdag van morgen wat verdraagzamer te maken.