Ik ben begonnen met piano spelen, want m'n ouders vonden het belangrijk dat ik m'n talenten kon ontwikkelen. Ik was toen vijf en ging één keer in de week naar les, maar ik vond het heel stom. Alleen m'n ouders vonden het belangrijk dat ik dat bleef doen. Ik heb dat tot m’n twaalfde gedaan en toen ben ik gestopt. Ik heb ook gezongen in een koor op de middelbare school, dat was leuk. Maar waar het zelf muziek maken voor mij begon was toen mijn oom aan gratis versies van elektronische muziek kon komen. Ik ben daar toen een beetje mee gaan spelen en het klonk echt naar niks, maar ik was daar op een gegeven moment zoveel mee bezig dat ik dacht dat ik dit wel de rest van m’n leven wilde doen.
Van wonen in een studentenhuis in Amstelveen, naar draaien voor 3000 man in Brazilië. 22-jarige Thijs Smans, ook wel bekend als Thysma, heeft zijn leven in korte tijd zien veranderen. Hij stopt met school en focust zich volledig op het maken van muziek. Na het uitbrengen van zijn populairste track ‘Zulu’, krijgt hij de kans om in het verre buitenland te draaien en openen er steeds meer deuren voor hem.
Ja, dat kan ik me nog wel herinneren, ik zat toen in de vijfde klas atheneum. We hadden zo’n universiteiten markt waar je je kon oriënteren over studies, en ik vroeg me af: “waarom zitten er eigenlijk geen HBO-opleidingen bij?”. Ik wilde helemaal niet naar de universiteit, ik wilde gewoon lekker muziek maken. Toen heb ik een tussenjaar gehad en daarna ben ik de rockacademie in Tilburg gaan doen. Daar heb ik heel veel muziek gemaakt en ook ontdekt dat die opleiding niet mijn ding was, want ik wilde gewoon echt m’n eigen muziek maken. Ik heb m’n propedeuse gehaald en toen stopte ik. Ik leerde daar wel de muziek maken die ik nu maak, melodische house, dus ik heb er wel veel aan gehad. Ik ben toen naar Arnhem verhuisd, waar ik ook vandaan kom en ben dag in, dag uit muziek gaan maken.
De reden dat ik melodische house ging maken, is dat je alle instrumenten die je ter beschikking hebt bij elkaar kunt brengen. Drums, piano, gitaar, noem maar op. Je hebt gewoon de mogelijkheid om dat allemaal met elkaar te verbinden en dus hele liedjes te maken. En dat ik in m'n computer eigenlijk een heel orkest aan geluid bij elkaar kan brengen, vond ik heel interessant. Ik heb heel lang hiphop gemaakt, zelf liedjes geschreven en ook gezongen. Ik heb ook een tijdje beats gemaakt en daar wilde ik eigenlijk ook in door. M’n plan was om na de rockacademie daar verder mee te gaan, maar ik merkte dat ik daar voor mijn gevoel beperkt in werd. In de hiphop heb je vaak loopjes die je dan achter elkaar draait, daarin kan je ook echt vette dingen doen maar die manier van muziek maken vond ik niet echt leuk. Bij melodische house muziek kan ik veel meer m’n creativiteit kwijt.
Ik haal niet per se inspiratie uit een artiest. Ik vind het heel inspirerend om te zien hoe iemand aan het werk is. Op YouTube heb je bijvoorbeeld producers die ik vet vind die binnen drie uur een liedje maken en dan zie je het hele proces. Je krijgt een beetje een kijkje in de keuken. Ik krijg dan ook heel veel zin om muziek te maken. Wat ik ook heel cool vind is Cercle. Die nodigen eens in de zoveel tijd een artiest uit en kiezen ze een hele sexy plek uit om te spelen en verbinden ze beeld met geluid. Orkesten vind ik ook heel vet.
Het leukste aan muziek maken vind ik dat ik in een bepaalde soort flow kom waardoor ik het soms tien uur achter elkaar kan doen. Als je het één hebt toegevoegd, denk je soms ‘oh, ik wil dit weer toevoegen’ en als je dat hebt toegevoegd, denk je ‘oh, maar hier past dit.’ En daardoor heb je soms in het eerste uur een beetje dat je je afvraagt wat het gaat worden, maar kan het zomaar dat je na twee uur denkt van: oké, dit is nice. Dat gebeurt lang niet altijd, want je hebt ook wel eens dat je dan even bezig bent geweest en het gewoon niet lukt. Maar het is heel leuk als je merkt dat alle ideetjes die je hebt, dat je die kunt maken in je computer en dat allemaal door middel van geluidsgolven verplaatsen en bepaalde geluidjes zoeken op internet tot je het juiste geluid hebt.
Ik zit nu in de fase dat ik heel veel projecten die ik afgelopen half jaar heb gemaakt, aan het afmaken ben en ook aan het releasen ben. Dus ik ben aan het zorgen dat mensen m’n muziek kunnen luisteren. Je kan veel volgers hebben op sociale media maar die volgers willen wel wat krijgen, anders ontvolgen ze je. Ik vind het wel stom om zo met sociale media bezig te zijn, maar ik merk wel dat als je d'r wat actiever mee aan de slag gaat, je wat meer betrokkenheid van de je volgers krijgt. En doordat ik niet met een taalbarrière zit, heb ik een bereik over de hele wereld. In een jaar hebben nu ongeveer 110.000 mensen wereldwijd naar me geluisterd, dat is heel leuk. Alleen, als je niet regelmatig muziek blijft uitbrengen, haken ze af. Ik ben nu bezig met projecten zoeken die ik echt leuk vind en waar ik energie uit haal.
Dat vind ik een heel leuk verhaal om te vertellen: ik zat met een vriend op de bank bij mij thuis een jointje te roken en een beetje te scrollen. Toen zagen we van Mees Salomé, een Nederlandse artiest, zijn website. En daar kwamen we op een gegeven moment een Braziliaanse club tegen en op de één of andere manier bleef dat bij ons hangen en gingen we er een beetje over praten. We dachten gewoon van: we moeten doelen opstellen. Laten we proberen om binnen vijf jaar in deze club te draaien. Laten we dat als doel hebben, want in vijf jaar kan heel veel gebeuren. Daar hebben we het daarna eigenlijk nooit meer echt over gehad, maar het bleef altijd wel lekker kriebelen in m'n hoofd. Mees draait mijn muziek veel en hij heeft één keer in de maand een soort radioshow op Soundcloud. Daar heeft hij een track van mij gedraaid en dat is het favoriete nummer van de eigenaar van die club. Een tijdje later werd ik door de eigenaar gevolgd op Instagram. Ik promootte toen m’n track ‘Zulu’, waar hij op reageerde. We stuurden toen af en toe wat berichten naar elkaar op Instagram en op een gegeven moment vroeg hij of ik langs wilde komen. Ik zat naar m’n telefoon te kijken en dacht echt van “waar heb jij het over?”. En toen ging het eigenlijk vrij rap; het contract werd in orde gemaakt en ik belde Lodewijk op, m’n beste vriend en manager. Die avond kwam hij in z’n badjas met een tas bier mijn kant op en hebben we het gevierd. En toen vertrokken we in januari naar Brazilië!
We zijn daar een week geweest en het was echt onwerkelijk. We hebben zoveel nieuwe dingen gezien en meegemaakt. Het was ook heel fijn dat Lodewijk meeging, want ik vond het doodeng. Maar ik moest ook gewoon werken dus dan zet je die knop om en doe je waarvoor je geboekt bent. Het was wel heel spannend, want voor mijn gevoel moest ik wel presteren. Het pakte gelukkig goed uit en toen zijn we in april weer gegaan en volgend jaar februari gaan we ook weer.
Dat is best raar. Het is een heel apart gevoel. De eerste keer in Brazilië viel het nog mee. Ik had daarvoor niet echt shows gedaan, dus ik kende niemand.. Alleen, als je dan op een gegeven moment een tweede keer daar komt wordt er anders naar je gekeken. Ik werd nu ook geboekt met grotere namen in de scene. Mensen wilden ook met me op de foto, dat was echt gek. En dan kom je in Nederland en dan ben je weer barista. Ja, dat is het verschil en dat is raar maar dat vind ik ook wel heel leuk. Werken in de horeca is iets waar ik naast muziekproductie veel energie uit haal.
Er zit gewoon geen grens meer op. Als het zo doorgaat zal de toekomst heel erg goed zijn. Ik wil vaker draaien, omdat je dan in een goede flow komt. Ik vind draaien heel erg leuk en zou op die manier wel m´n geld willen verdienen. En qua muziekproductie zou ik het heel vet vinden om wat meer samenwerkingen te gaan doen. Ik vind het wel cool dat zoiets wat onmogelijk lijkt, wel gewoon echt kan. En dat is een heel cliché verhaal wat je wel eens vaker leest, maar voor mij is het nu wel waar.