XILLAN is songwriter en artiest, geboren in Suriname en wonend in Amsterdam. Met vlieguren als zowel leadzanger en backing vocalist heeft hij o.a. in de Melkweg, Ahoy, de Ziggo Dome, op Lowlands, North Sea Jazz en Eurosonic Noorderslag gestaan. Opgegroeid tussen twee werelden, verkent hij met zich mee gebrachte verhalen. De uitkomst in de vorm van de EP “Crowning Gods” is net uit. Deze mix maakt XILLAN een popartiest die niet te veel in hokjes wilt denken, maar een rijke diversiteit onder de parapluterm Alternative Pop wilt omarmen.
Hoe zou jij jouw muziek omschrijven?
“Ik heb er veel over nagedacht en ik denk dat ik voor Alternative Pop ga. Dat is zo een fijne ‘umbrella’ term. Zelf luister ik naar veel verschillende soorten popmuziek, wat allemaal samenkomt als ik aan het schrijven ben. Ik wil niet één bepaald soort genre neerzetten. Alternative Pop geeft me de vrijheid om én mijn r&b invloeden, én mijn indie invloeden én mijn hiphop invloeden bij elkaar te brengen. Per project kies ik mijn lens. Een deel van de nummers op mijn nieuwste EP is bijvoorbeeld geschreven met mijn collectief KOWNU. Kownu betekent ‘koning’ in het Surinaams. Daarbij heb ik mijn Surinaamse roots gebruikt als inspiratie, maar ik wil niet per se Fusion muziek maken. In de transformatie moet het iets nieuws worden en het doel was om iets te maken wat anders is. De kern van wat wij deden is een zoektocht naar ‘hoe maken we iets wat niet te benoemen is onder één genre’, dat bedoelen we met die lens. Maar, er is wel een rode draad. De rode draad is dat ik bezig ben met het verkennen van mijn identiteit. Je werk is een soort van jouw dagboek, met thema’s en concepten en de kern daarvan zit in de lyrics. Alles daaromheen is een manier om het tot leven te brengen.”
Waar haal jij jouw inspiraties vandaan?
“Mijn muzieksmaak is vrij eclectisch. Mijn grootste inspiratiebronnen zijn Frank Ocean, Solange, John Mayer, Nina Simone, Beyonce, James Blake. Het gaat veel kanten op, maar wat ze allemaal gemeen hebben met elkaar is dat hun albums zo conceptueel zijn dat het eigen werelden zijn. Lyrics is waarop mijn muzieksmaak staat. Als ik een nummer luister waarbij ik het zelf anders gezegd zou hebben, dan luister ik het al niet meer. Mijn helden zijn heel goed in werelden creëren die synoniem staan voor hun als artiest én ze kunnen hun verhaal zo goed vertalen naar woorden, dat het mij triggert om dat ook te willen kunnen. Elk van mijn helden heeft een risico genomen. Ze hebben keuzes gemaakt die niet iedereen in hun fanbase leuk zou vinden, maar zetten gewoon neer wat ze neer willen zetten. Ik respecteer dat, omdat ik het begrijp. Het maakt niet uit op welk niveau je bezig bent als artiest. Als je durft te kiezen voor iets waar je in gelooft als persoon en niet per se op een trend inspringt voor die ene hit, dan respecteer ik dat.”
Zijn er bepaalde onderwerpen die je urgent vindt en waarover je het hebt?
“Veel van mijn werk gaat over mijn identiteit als zwarte queer man. Ik kom uit Suriname, woon zes jaar hier en haal veel inspiratie uit de gedeelde geschiedenis tussen de twee landen. Deze dingen bepalen mijn perspectief op mijn wereld. We zitten in een tijd waarin we meer zijn gaan luisteren naar elkaar. Waarin andere perspectieven op de geschiedenis worden belicht. Dat er andere helden zijn, die eerst niet werden gezien als helden en geen podium hadden, maar dat nu wel krijgen. Deze verhalen inspireren mij heel erg. We moeten die vertellen, vooral gericht op de toekomst. We zitten op een mooi punt dat we door hebben dat we in een multiculturele samenleving zitten en dat die identiteit veel meer vorm krijgt. Muziek is één van de mooiste middelen om die identiteit te helpen bouwen.”
“Het is ook belangrijk dat ik mijn Q-identiteit meeneem in mijn muziek. Toen ik opgroeide, had ik zelf geen voorbeelden. Vooral niet van jongens die zowel zwart als queer zijn, zoals ik. Frank Ocean was de eerste waarin ik mij herkende en natuurlijk heb je nu Lil Nas X en verschillende andere artiesten die werken aan ‘de weg’. Maar het is belangrijk dat die verhalen geen uitzondering meer zijn, maar dat ze een volwaardig deel worden van de popcultuur. Ik denk dat er veel aandacht is voor de ontwikkeling van een ‘nieuwe identiteit’, waarbij ruimte wordt gemaakt voor queer muzikanten en black music. De zogenaamde hokjes vervagen.”