Babs zit op de beat en de beat gaat lekker. Met haar droomhuis op zak (een boot in Amsterdam inclusief studio!), een nieuwe single op elk streaming platform en een flinke tour op komst is ze goed op weg. Tijd om deze kersverse Noord-Hollander te spreken over de weg naar de herkenbare Babs sound, mansplaining, en niet boos zijn, maar wel teleurgesteld.

Van blokfluitist naar producer

Het schrijven zat er al vroeg in bij Babs. “Ik werd al jong op muziekles gezet. Ik moest van mijn ouders in ieder geval blokfluit hebben gespeeld, en daarna een instrument kiezen. Daardoor kwam ik erachter dat ik muziek echt fantastisch vond. Ik vond muziekles zelf gewoon niet zo leuk; ik had het niet zo met dat oefenen en huiswerk.” 

Toch vlogen de instrumenten al vroeg in het rond. “Ik had gekozen voor gitaar als instrument en ging gitaarmuziek maken bij de gedichten die ik schreef. Al snel vond ik dat toch te kaal. Toen heb ik een drumstel gekocht via Marktplaats en heb ik mezelf leren drummen. We hadden ook een piano en een basgitaar thuis, dus daar ben ik ook mee begonnen.” Op weg naar een one woman band.

Naast al die instrumenten, ontstond er ook een nieuwe interesse. “Op m’n laptop maakte ik altijd al muziek met Garageband, zo’n standaard Apple programma. Ik raakte steeds meer geïnteresseerd in produceren.” Na een half jaar les te krijgen in het produceren in Engeland besloot Babs auditie te doen voor het conservatorium. “Toen ben ik aangenomen als producer, wat een hele goede beslissing bleek te zijn. Produceren kon ik echt nog niet, maar het sprak me wel heel erg aan. Ik kon de ideeën in mijn hoofd helemaal zelf vertalen naar muziek. Daardoor heb ik uiteindelijk echt mijn eigen sound kunnen ontwikkelen die heel typisch Babs is.”

Die echte Babs sound

Die Babs sound is niet te missen: vrolijke, Nederlandstalige oorwurmen. Lekker dansbaar, maar met een betekenis waar je niet omheen kan. “Het heeft wel echt even geduurd voordat ik die sound vond. De eerste drie jaar op het conservatorium dacht ik echt: wat doe ik hier? Het ging echt moeizaam.”

Achter die sound zit dan ook een flinke dosis hard werk en de dapperheid om uit comfortzones te stappen. “Ik heb tot mijn 20e in het Engels geschreven, totdat we bij een songwriting vak de opdracht kregen om een parodie te schrijven; het tegenovergestelde van wat je normaal deed. Ik moest nu dus in het Nederlands schrijven. En daarnaast vond ik het altijd belangrijk dat mijn teksten betekenis hadden. Het tegenovergestelde daarvan zou zo’n liedje zijn als ‘Papi, Papi, Papi, Papi, Doe Ik Het Goed?’,” lacht Babs. “Dus ik wilde zo’n soort liedje schrijven: Nederlands, met een reggaeton beat erachter.” Een gedurfd experiment, wat uiteindelijk vele deuren opende. “Ik vond het heerlijk om in het Nederlands te schrijven. Het kwam zo makkelijk, ik kon alles loslaten. Toen ging er een lichtje branden: volgens mij heb ik mijn sound gevonden.”

Diepgang op de Dansvloer, en daarbuiten

Die drang naar betekenis in muziek is wel blijven plakken, want vergis je niet in de vrolijke beats; allerlei maatschappelijke thema’s en belangen worden aangestipt, van de discussies rondom gender in ‘Die/Hun’, tot de behoefte aan ‘Diepgang op de Dansvloer’. “Vaak komt er ineens een zin in mijn hoofd die blijft hangen. Het zijn meestal dingen waar ik onbewust mee bezig zijn, die ik blijkbaar moet uiten. In ‘Ruimtevrees’ zitten bijvoorbeeld best wel veel dingen die me lang dwars hebben gezeten. Het schrijven gaat dan vanzelf; ineens staat het op papier. Dan lees ik het terug en kom ik er achter hoe ik echt over dingen denk.” 

Ook de vrolijke voornaamwoorden-track ‘Die/Hun’, kwam onverwachts uit het brein van Babs tevoorschijn. “Ik had ineens het refrein in mijn hoofd en niet veel later was het hele liedje er. Ik dacht, huh, ik heb de afgelopen tijd helemaal niet bewust over gender nagedacht en nu heb ik er een heel liedje aan gewijd. Na het schrijven van het liedje moest ik mezelf ook weer opnieuw ontdekken. Het is altijd bijzonder wanneer dat na het schrijven van het liedje komt, in plaats van dat je er al mee zit en er dan een lied over schrijft.”

Bewijsdrang

Gender blijkt niet alleen een persoonlijke punt van interesse, maar ook van belang in de muziekindustrie. Diversiteit heeft nog een lange weg te gaan, vindt Babs. “In 2017 was zo’n 75% van de muziek die op de radio werd gedraaid gemaakt of uitgevoerd door mannen. Dat zijn harde, vervelende feiten.” 

Ondanks dat ze zelf de weg in de studio en het podium op haar duimpje kent, loopt ze ook zelf tegen seksisme in de muziekindustrie aan. “Mijn tweelingbroer gaat vaak mee naar shows, als mijn back-up MC. Het komt ook wel eens voor dat ze dan vragen aan hem gaan stellen over de backingtrack of andere technische dingen. Hij heeft geen flauw idee, het is mijn productie. Er zit meteen een aanname in dat hij het beter weet dan een vrouw. 

Dat vind ik vervelend, maar aan de andere kant motiveert het me wel. Ik denk dan: fuck you, ik kan dit wel, vrouwen kunnen dit ook, gender heeft hier niks mee te maken. Ik voel echt een bewijsdrang.”

De oplossing zit alleen wat dieper dan individuen aanspreken op hun gedrag. “Ik ben zelf veel bezig met diversiteit in mijn team. Maar als programmeur is het denk ik ook heel belangrijk om bezig te zijn met diversiteit in je line up. En op het begin is het misschien geforceerd, maar door die diversiteit te forceren gaat het automatisch ontstaan. Dat is moeilijk, maar echt nodig om stereotypes en aannames te doorbreken, zodat dat bij de volgende generatie er niet in komt.” 

Bennie Boos

Ook de nieuwe single ‘Bennie Boos’, die vandaag uitkomt, sluit mooi aan op maatschappelijke frustraties. “De zin ‘ik ben niet boos, ik ben teleurgesteld’, die je hoort in het refrein, kan echt over alles gaan. Het is één zin en die doet echt pijn. Ik ging me afvragen: wat voel ik bij deze zin? Toen kwam naar boven dat het me gewoon heel erg frustreert dat je als feminist al heel snel wordt neergezet als ‘die boze vrouw’, hoewel er een reden is om boos te zijn. Het is niet eens alsof ik alleen boos ben, soms ben ik ook gewoon teleurgesteld. Er zijn vandaag de dag zoveel dingen waar we nog mee worstelen, waarvan ik denk: waarom is dit nog nodig?” 

Een belangrijke boodschap, maar live belooft het net zo’n groot feestje te worden als de andere tracks. “Het was de afgelopen tijd echt mijn favoriete nummer om live te spelen. Iedereen zingt de tekst mee en dat is echt hilarisch, want iedereen is ‘Ik ben niet boos’ aan het roepen, maar met een super grote glimlach. Dat vind ik een heerlijk contrast.” Wij lachen lekker mee.