Duycker, met zes meter onder NAP het laagst liggende poppodium van Nederland, profileert zichzelf als lokaal kenniscentrum voor actieve muziekbeleving en brede talentontwikkeling. Het poppodium is gevestigd in Hoofddorp en gaat menig open podia van middelbare scholen in regio Haarlemmermeer af om nieuw talent te scouten; gegadigden krijgen de mogelijkheid ervaring op en/of achter het podium op te doen bij evenementen als Frisse Duyck, Project Cover en Local Sounds. We gaan met Kay Koopmans (programmeur) en Jolinde Beuling (marketeer) in gesprek over talentontwikkeling van peuter tot senior, de kracht van het overkoepelende cultuurgebouw en het uitgebreide netwerk aan programma-ambassadeurs.

Wat is je functie bij Duycker? 
Kay: “Ik ben programmeur bij Duycker. Inmiddels vijf jaar, ik zag toevallig laatst op LinkedIn mijn werk jubileum voorbij komen. Dat was toentertijd een nieuwe functie gericht op talentontwikkeling onder middelbare scholieren in de omgeving. In de afgelopen jaren heeft dat een paar draaien genomen en gooi je er een eigen sausje overheen, ik ben me meer gaan focussen op de hiphop kant en verschillende bandavonden. Ik doe van alles, vooral lokaal. Maar het is heel leuk om steeds meer nationale en internationale acts op de agenda te zetten, dat is best moeilijk als Hoofddorp zijnde.”

Jolinde: “Ik ben inmiddels vier jaar werkzaam bij Duycker. Eigenlijk moet ik het Cultuurgebouw zeggen, ik werk namelijk op de overkoepelende marketingafdeling. Duycker is mijn verantwoordelijkheid. Ik richt me op communicatie, de ticketverkoop; zorgen dat we bekend zijn en blijven in de omgeving. We zijn nu met veel dingen bezig, zoals het maken van een podcast.”

Wat is het Cultuurgebouw?  
Jolinde: “Het cultuurgebouw is een clustering van vijf ondernemingen, waaronder dus Duycker. Maar ook theater De Meerse, bibliotheek Haarlemmermeer, Pier K en het Podium voor Architectuur.”

Is dat stukje talentontwikkeling ook in samenwerking met de andere ondernemingen uit het Cultuurgebouw? 
Kay: “Het deel wat ik doe, dat was ooit Artquake. Eigenlijk gewoon een jongerenorganisatie waar Duycker uit is gekomen door een heel ingewikkeld verhaal met fuseringen. Artquake was een onafhankelijk project, maar er gaat meer samen sinds we hier met zijn allen zitten. Vooral met het Kunstencentrum. Talentontwikkeling is een hele brede term, wat wij doen is echt gericht op educatie door middel van projecten met middelbare scholen en jongerencentra. Maar daarbuiten is Duycker in de kern bezig met muzikaal talent stimuleren. Vanaf twaalf jaar proberen we nieuw talent, die we scouten bij open podia van middelbare scholen, meteen een podium te geven. Gewoon om ze even die podiumervaring te geven, een deel valt af en merkt dat het niks voor hun is; die blijven op hun zolderkamertje muziek maken of stoppen er helemaal mee. Maar er zit een deel bij die vanuit onze podiumavonden doorgroeien naar de HvA of het conservatorium. Dat is natuurlijk een best klein gedeelte, het draait meer om de ervaring.”

Wat is voor jullie dan uiteindelijk het gewenste resultaat van die talentontwikkeling?
Jolinde: “Dat is eigenlijk best wel breed. Zo zijn er vrijwilligers die zich opwerken tot super professionele videografen bij 3FM. De programma’s die we aanbieden, zoals Project Cover en het Local Sounds Festival, zijn wel echt projecten gericht op de talentontwikkeling van lokale acts. Daar worden lijntjes gelegd en gekeken naar hoe we echte beginners kunnen begeleiden in de doorstroom. Dat is een andere vorm van talentontwikkeling, die ontmoeting tussen het lokale en de programmering; mensen daarin een podium kunnen geven.” 

Kay: “Eigenlijk is het voor iedere muzikant anders; de ene wordt geprikkeld om dus wel zo’n opleiding te volgen, de ander blijft hangen als organisator. Het is zo individueel wat je eruit haalt, maar ons doel is dat iedereen er iets uithaalt. Wat dat is, is je eigen invulling. Die podiumervaring of organisatorische ervaring blijkt voor iedereen waardevol in wat voor zin dan ook. Het doel is vooral om te laten ontdekken en ervaren.” 

Dus naast een goede ervaring voor deelnemers, hebben de talentontwikkeling programma's ook een bepaalde intrinsieke waarde voor Duycker? 
Kay: “Zeker weten, in allerlei vormen dus.”

Jolinde: “ De gedachtegang is eigenlijk bij heel veel dingen die we doen; hoe kunnen we talent een stapje hoger brengen? Hoe kunnen we een opstapje bieden? Zo is bijvoorbeeld Frisse Duyck ontstaan, door samen te spelen op een podium kan een kleiner bandje meeliften op een wat grotere act. Ook de Springplank in het Duyckercafé is een opstapje voor bandjes die nog net een tikkeltje te onervaren zijn voor een Frisse Duyck avond, hierdoor kunnen zij de volgende keer wel op dat grote podium staan.”

Kay: “En als Duycker of Hoofddorp is het soms lastig om grotere acts te krijgen. We zitten in een heel druk gebied qua poppodia, zie daar maar eens tussen te komen. Maar als een act vanuit ons aan de weg begint te timmeren naar een groot boekingskantoor, hebben ze toch een band met Duycker en kijken ze sneller terug. Het gaat toch om die paar keer dat het wel lukt, dan heb je ineens een pareltje of groeibriljant in je spotlight staan. Black Acid is denk ik het beste voorbeeld, die gaat met Sor mee naar alle festivals. Tijdens de volgende clubtour staat Duycker dan mogelijk op de agenda, dat is dus wel de meerwaarde van talent stimuleren vanaf het begin. Maar het belangrijkste is dat deelnemers gewoon een goede ervaring hebben en er iets mee kunnen.”

Welke doelgroep betrekken jullie bij talentontwikkeling?
Kay: “Uiteindelijk is de doelgroep van Duycker gewoon alles, van middelbare schoolleeftijd tot en met honderd jaar oud. Talentontwikkeling stopt natuurlijk niet als je dertig bent. We begeleiden bijvoorbeeld een hele grote groep senioren die bij ons een soort tweede jeugd herleven. Ze gaan in bandjes, terwijl ze al veertig jaar geen instrument hebben aangeraakt. Die oefenen hier op donderdagmiddag en treden op, een hoog rock and roll gehalte in plaats van bingo doen dus. Daarmee stimuleren we talent dat al jarenlang niet geborreld heeft. Uiteindelijk is Duycker een plek voor heel veel doelgroepen en het liefst willen we nog veel meer doelgroepen aantrekken.”

Hoe spelen jullie in op de wensen en behoeften van die uiteenlopende doelgroepen qua leeftijd? 
Jolinde: “Mensen uit de omgeving bij het programma betrekken.”

Kay: “We kunnen hier vanuit het kantoor van alles verzinnen, maar het is belangrijk om dat echt te toetsen. Eigenlijk werken we altijd met een soort ambassadeurs ofwel vrijwillige programmeurs die samen met ons programma’s maken, dat gaat echt van punk, hiphop tot dance. Daarin zijn best wel wat gradaties, zo komen in de punkhoek bands uit heel Europa spelen. Dat trekt bezoekers uit de buurt en ver daarbuiten, maar het is denk ik nog allemaal heel lokaal begonnen. Soms kloppen mensen hier zelf aan met een idee, soms gaan we op zoek. Uiteindelijk is dat de kracht; wanneer raak je een bepaalde kern aan? Van waaruit kan je groeien? Als die kern maar goed is, van daaruit kan je uitbouwen.” 

Jolinde: “Dat heeft best wel een grote omvang, qua ambassadeurs. Bij heel veel dingen worden mensen betrokken, dat is misschien wel dan ook talentontwikkeling. Door die ambassadeurs erbij te betrekken, creëer je een soort take-over.”

Zie je dat grote scala aan muziekgenres en leeftijden bij Duycker ook terug in dat hele proces van talentontwikkeling? 
Kay: “In alles pak je het anders aan. Achter elk genre zit een bepaalde denkwijze, zelfs de posters zien er anders uit. Je past je dus in alles aan op leeftijd, wensen en behoeften. Zo krijg je bij een hiphop avond algauw een rider met allemaal flessen drank, terwijl veel punkers spelen voor een kratje bier. Daar pas je je op aan of je gaat op zoek naar een middenweg. Jullie hebben wensen, maar wij doen het normaal zo. Het is leuk om hierover te sparren.”

Jolinde: “Uitgangspunt is dat onze ambassadeurs hele verschillende mensen zijn. De ene krijgt meer vrijheid en zeggenschap in het programma. Dat is natuurlijk een wisselwerking, zij hebben weer een heel goed gevoel van vrienden en omgeving. Dat is zowel voor hun als voor ons interessant. Het is niet zo dat ambassadeurs verantwoordelijk zijn voor de hele lijn, het gaat vaak eerder over de concepten binnen die genres.”

Vormen de ambassadeurs voornamelijk een vast team? 
Kay: ‘’Vooral in de jongerentak vliegt het na een tijdje uit, dat is een soort van Hoofddorp vs Amsterdam. Dat is ook helemaal niet erg, zolang je daar maar een doorloop in hebt. De iets oudere concepten, gericht op oudere doelgroepen, gaan wel jaren door. Daar zitten echt vaste gezichten die het al jaren doen. Maar na een tijdje heeft alles een nieuwe impuls nodig, dat ligt aan de tijd en trends in muziek.”

Zijn er dingen verandert over tijd in het proces van talentontwikkeling? Ziet de manier waarop jullie dat stimuleren er anders uit dan tien jaar terug? 
Kay: “Ik merk dat het wel wat vluchtiger is geworden. Door social media hebben jongeren alles binnen handbereik, dan voelt het soms minder spannend om hier bij een poppodium binnen te komen lopen. Jongeren raken minder snel geprikkeld. Die prikkel stimuleren, zowel in bezoekers als in programmering van bands en artiesten, is best wel een klus geworden. Corona is daarin ook wel een mokerslag geweest, een bepaalde doelgroep zou toen bijvoorbeeld voor het eerst uitgaan en probeert dat nu in te halen. Dat zorgt voor een groot succes in onze dance hoek, maar op het gebied van jonge muzikanten is het best lastig om die prikkel te kunnen bieden. Wat geeft ze die boost? Wat gooit ze de drempel over van het podium? Dat blijkt de laatste jaren een leuke uitdaging. Ook daarin denken we samen met jongeren over wat er nu leeft, zij weten dat veel beter. Samen blijft het codewoord.”

Jolinde: “We zijn niet een Melkweg of Paradiso. Je zit lokaler, dus is het strategisch een logische stap om voor je lokale achterban dingen te ontwikkelen. Talentontwikkeling is daarom altijd een belangrijke pijler geweest van Duycker. Om er voor jong tot oud te zijn en muziek aan te bieden van peuter tot senior. Wel kon Artquake meer dingen doen op de grens van kunst en muziek. Nu we samen onder één dak zitten, zijn er wat programma dingen verschoven naar andere disciplines binnen het Cultuurgebouw.”

Kay: “Juist door het pand met verschillende takken is het mogelijk om een keer wat te programmeren in een theater, je trekt dan mensen die normaal niet zouden komen. Ook kan je snel schakelen als blijkt dat iemand hier toch niet helemaal op zijn plek is. Zo is een leuke cross-over binnen de talentontwikkeling bijvoorbeeld Between the Lines, een soort Tiny Desk sessie in de bibliotheek met de hiphop tak. Dit soort ontwikkelingen zet je kracht bij door de samenwerking binnen een pand als het Cultuurgebouw.”

Ik hoor eigenlijk twee kernwoorden, samen en vernieuwing, is dat vanuit jullie visie ook de manier om dat missende stukje aanwas van de jonge doelgroep aan te pakken? 
Jolinde: “Eigenlijk betrekken we ze er liever bij, het betrekken van jongeren uit de omgeving bij het maken van je programma. Dat is eerder onze tactiek dan dat we heel innovatief bezig zijn.”

Kay: “Nee, ik denk inderdaad niet perse dat we daarin innovatief zijn. Maar samen is wel het sleutelwoord gebleken, de manier waarop het wel lukt. Het is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling de afgelopen tijd, waardoor programma’s wel slagen.”

Jolinde: “Je hebt jongeren oprecht nodig, wil je ze bereiken. Ze zijn heel moeilijk te bereiken, zo online. Dat gaat heel vluchtig en last-minute. Dus je hebt letterlijk die ambassadeurs nodig om te weten op welke groep je kan inspelen, ze zijn ook op dat gebied nog heel waardevol. Daarom zijn we altijd op zoek naar nieuw talent en enthousiastelingen uit de buurt. We staan altijd open voor iemand die een balletje wilt opgooien. 

Klik hier voor een overzicht van Duyckers agenda.