Een groot dansfeest en een rockconcert op één avond is misschien niet de beste combinatie. Zeker niet in Paradiso, waar er nauwelijks ruimte is om de publieksstromen te reguleren. Naar het toilet gaan is de grootste, zo niet een onmogelijke exercitie. Maar laten we er vooral van genieten dat het allemaal weer kan!

Wie afgelopen donderdag het optreden van HOWRAH in de kleine bovenzaal van Paradiso wilde bijwonen, moest zich eerst door een mierennest aan opgedofte, opgewonden en aangeschoten twintigers worstelen. Zij kwamen voor het dansevenement PALET in de grote zaal dat al om vier uur ’s middags begon, vanwege de nog altijd verplichte eindtijd van twaalf uur. De meeste mensen lijken echter rond acht uur te komen, tevens de aanvangstijd van het voorprogramma a fungus in de kleine zaal. Sommige feestgangers lopen daar per ongeluk naar binnen. Dat levert verschrikte, soms met afgrijzen gevulde blikken op. De meesten weten niet hoe snel ze het zaaltje vol vijftigers weer uit moeten komen. Maar er blijven er ook een paar hangen, gewoon voor de grap, of misschien is de livemuziek een welkome afwisseling van de dj-sets.

Ondanks deze ruis verslapt de aandacht van het concertpubliek gelukkig niet. De vier jongens van a fungus staan (ogenschijnlijk) relaxed op het podium. Vooraan staat een groepje vrienden lekker te dansen op de energieke rockmuziek. Er komen wat meer mensen naar voren wanneer de frontman hierom vraagt en de onvermijdelijke opmerking maakt hoe leuk het is om weer voor een volle zaal zonder afstand en zitplaatsen te spelen. De muziek van deze nog jonge band zit vol tempowisselingen, één nummer beginnen ze bijna tien keer ‘opnieuw’. Ze spelen steeds sneller, vertragen vervolgens, maken het akkoord niet af en dan tikt de drummer alweer de nieuwe opmaat. In combinatie met een aantal melodieuzere nummers hebben ze een leuke en diverse set.

Tijdens HOWRAH komen er steeds meer mensen naar voren. Er wordt begroet, geproost en gedanst. De leden van a fungus staan naast het podium te genieten, de rest van de zaal staat voor een groot deel met de armen over elkaar te luisteren, biertje in de hand. Maar het applaus tussen de nummers wordt steeds enthousiaster. Zanger/gitarist Cees van Appeldoorn: ‘Misschien een cliché, maar het was het wachten en uitstellen meer dan waard.’ Laten we hopen dat we deze uitspraak straks niet weer moeten vervangen door de mededeling ‘helaas moeten we onze show verplaatsen.’

De twee gitaristen, bassist en drumster spelen vooral nummers van de nieuwe plaat 'Bliss'. Geen poespas of opvallende uitschieters, gewoon vier goede, bevlogen muzikanten die hun sterke gitaarriffs en melodieën spelen, ondersteund door de strakke en stuwende ritmesectie. Elk nummer wordt steeds een beetje harder en intenser, de muziek werkt hypnotiserend. Al na veertig minuten zijn ze bij de laatste twee songs aangekomen. ‘Daar zit de toegift al bij’, zegt Van Appeldoorn, ‘dan weten jullie dat alvast.’ Gelukkig wordt het bekendste nummer van de eerste plaat, Dots, er toch nog aan vastgeplakt. Met vijftig minuten blijft het een korte show, maar na ‘super bedankt, was te gek’ gaan het licht en de muziek gelijk aan. Zo is het concert alweer een mooie herinnering, voor op de inmiddels ietwat verstofte stapel.