Wanneer is iets goed en wanneer is iets slecht? Een vraag die erg subjectief en sowieso moeilijk te beantwoorden is. Rolodex moest in ieder geval nog even opwarmen en wie daarbij meteen in het oog vielen waren de leadzanger en toetsenist. Die laatste had een wel erg interessante manieren gevonden om te bewegen waarbij hij zijn gezichtsuitdrukkingen zeker niet vergat. In tegendeel, gekke doch ook rauwe gezichtsuitdrukkingen; alsof ‘ie te diep in het glaasje gekeken had en daar zijn eigen goedkeuring in de vorm van een grimas bij zocht. Zie hierbij een steeds verder openende (nep?)satijnen badjas met een grijsbruin gekleurde loszittende boxer eronder en je aandacht is getrokken. Het is bijna afleidend en een beetje op het randje, maar wel lekker ‘los’. Qua muziek heb ik soms geen idee wat er gezongen wordt maar het doet me een beetje denken aan een mix van de muziek van Madness; hier meer in de vorm van psychedelic rock met een funky space-themed basgeluid wat het moeilijk maakt te blijven zitten. Het zal je trouwens niet verbazen als ik je vertel dat de frontman in zijn onderbroek eindigt en hij is niet de enige van de band die kledingstukken heeft opgeofferd. Deze vorm van chaos die voornamelijk van de band komt, als publiek heb je niet veel opties, of, we zijn nog niet creatief genoeg wat te verzinnen, blijft eenzijdig maar het is duidelijk te zien dat het publiek waardeert wat er gedaan wordt.
We hebben het er de dag ervoor bij 3voor12 NH Vloedgolf op Alternative FM al over gehad; de geur van oud bier dat je neus binnendringt bij het luisteren naar Rolodex, dat we op dat moment aan het draaien waren. Jan Modaal gaf mij geen andere verwachting. Hoe zij zichzelf omschrijven zegt ook al veel: ‘Mokums Schorem’ en dat staat dan in de OCCII met hun EP-release. Voor mij toch wel één van de plekken die om dit soort schoremse shows bekend staan. Het ongefilterde imago dat erbij hoort, heb ik gemist de laatste tijd. Hetgeen je nu vooral weer ziet zijn namelijk de ‘rustigere’ varianten van concerten: Indiepop, singer-songwriter; lekker laid-back op een stoeltje te bekijken. We zullen moeite krijgen om bij Jan Modaal en Rolodex niet onze stoelen om te gooien, lekker ‘punk’ lak te hebben aan de regels, en je 'zijn' te verliezen in de chaos der interactie tussen publiek en artiest in de vorm van een lekker ouderwetse ‘pogo’ of ‘moshpit’.
Rolodex, chaotisch maar lekker 'los'
Ze begonnen trouwens 15 minuten te laat want op het moment van de beoogde showstart was nog maar de helft van de uitverkochte zaal aanwezig. Tijdschema’s en punkpubliek gaan niet goed samen maar het verbaasde wel dat iedereen, en het is ons-kent-ons vandaag, netjes op zijn op anderhalve meter afstand geparkeerde stoel ging zitten en hier niet vanaf ging tot ze het toch echt nodig vonden naar hun eigen gezeik te gaan luisteren op de wc, de longen te asfalteren of de lever te trakteren op vers gekoelde goudgele toverdrankjes in de vorm van bier. Wel opschieten want, nog even en Jan Modaal zal van zich laten horen.
Headbangend op een stoel met losse benen en gekromde tenen
Kort maar krachtig, dat omschrijft het optreden van Jan Modaal goed. Wat direct opvalt is dat de frontman-toetsenist van Rolodex, jawel die man die zijn badjas was verloren, hier wederom op het podium staat. Die badjas heeft hij terug gevonden maar wel verkeerd om aangetrokken. De drummer van Jan Modaal valt trouwens ook op. Strak en energiek spel is wat hem tekent en wat extra aan deze act is: de saxofonist. Dat zie je niet vaak, het gebruik van blazers door een band als deze. Nu moeten we de modale man, meneer Jan, zelf niet vergeten. Voorheen zonder, maar nu met voorgenoemde band en even goed met woorden. Jan Modaal zijn muziek typeert zich door Nederlandstalige, humoristische en soms maatschappijkritische punksongs. Kort, maar krachtig en soms een lach waardig. Neem de tekst; 'Freud zei het ook, je wil seks met je vader', beetje absurdistisch maar simpel gezegd, wel waar. De tekst die Jan op zijn t-shirt heeft staan geeft de final touch; 'Shakespeare hates your emo poems'. Tsjah, zal vast ook waar zijn. Dit soort one-liners maakt het concert voor de oplettende luisteraar vermakelijk en het leed dat het verplicht op je reet zitten meeneemt minder. Sommigen houden het nauwelijks, headbangend op een stoel met losse benen en gekromde tenen. Het maakt je nostalgisch, het doet je de oude livecultuur missen. Het maakt je ook dankbaar dat er op dit soort plekken nog dit soort concerten gegeven worden. Dat er nog plek is voor vriendengroepen als deze om te experimenteren met hun muziek en manieren van losgaan. Dat ze hun ei kwijt kunnen en elkaar op gepaste afstand ontmoeten.