Afgelopen zaterdag was het alweer tijd voor het Popronde Eindfeest. Na ruim twee maanden op en neer reizen van de ene uithoek naar de andere om maar te kunnen spelen, sloot een deel van de bands het rondreizend muziekfestival af met een feest in de Melkweg. Wij waren er natuurlijk bij.

The Vices

De eerste act van de avond vindt plaats in de Oude Zaal: de Groningse surfpop outfit The Vices. Dat ze slechts een jaar bestaan is verrassend, want ze spelen retestrak en hebben een uitstraling alsof ze het al jaren doen. De energie spat ervan af en dat krijgen ze evengoed terug van het publiek. Terwijl drummer Mathijs Louwsma en Bassist Simon Bleeker een stevige ritmische doch melodieuze backbone neerzetten, springt zanger Floris van Luijtelaar er op een flamboyante en muzikaal kwalitatieve manier ommheen. Keyboardist/gitarist Jonathan Kruizenga vult dit geheel op met sfeervolle geluiden en sterke gitaarpartijen. Deze formule maakt The Vices origineel, interessant en een overtuigende opener voor het eindfeest van de Popronde.

The Vices

LO-FI LE-VI

LO-FI LE-VI

Iets na The Vices betreedt LO-FI LE-VI het podium in de Upstairs. LO-FI LE-VI is het pseudoniem van bedroompop producer Levi Dronkert. Zijn debuut EP ‘SELF-TITLED’ verscheen halverwege 2018 en heeft al miljoenen streams op Soundcloud en YouTube. Als zelfs Tyler,
the Creator “I LIKE THIS DUDE” tweet, kan er niet veel misgaan.
Ze beginnen met een volle zaal maar de getalen van het publiek zwakt snel af. De langzame, door R&B en jazz beïnvloede sfeer lijkt niet weggelegd voor iedereen. De hypergevoelige, interessante deuntjes slaan
echter goed aan bij het overgebleven en toegewijde publiek. Er hangt een rustige, ontspannen sfeer. Hij speelt z’n bekendere werk zoals “YOU” en “SWEATER”. Ondanks dat het geen spetterende show blijkt, hangt het publiek de hele tijd aan de lippen van de Alkmaarse muzikant.

Destructive Penguins

Destructive Penguins

Destructive Penguins

De Max is goed gevuld en Destructive Penguins is daar zeker de reden van. De hiphop act speelt hun 30ste show vanavond. De interactie met het publiek is subtiel, maar zeker heel goed. De band krijgt zonder enige moeite de zaal mee. Het mooie aan de set die zij spelen is dat ze met elk nummer beter worden. Vooral de ritme- en blazerssectie is erg strak. Destructive Penguins is klaar om elk festival plat te spelen.

Bony Macaroni

Bony Macaroni

Ongeveer halverwege de avond is het tijd voor emo collectief Bony Macaroni. Met songs als “Piece Of Shit”, “Atlas Fugged” en “Doom” maken ze zelfhaat, maatschappelijk kritiek en melancholie op een hele originele wijze weer cool. Zanger Stefan Bonestroo heeft een dynamisch bereik tussen zachte, fragiele zang en schreeuwen alsof zijn leven ervan af hangt.
Dat schreeuwen is soms ook nodig, gezien gitarist Rinus van der Weerd z’n gitaar op veel momenten de band overstemt. Ze spelen een sterke, dynamische set met snelle en langzame liedjes. Het publiek lijkt ervan te genieten en het deel dat vooraan staat is zelfs aan het dansen. Hun plekje op het eindfeest van de Popronde is welverdiend.

WIES

Aan WIES de eer om het programma in de Max af te sluiten. WIES' teksten zijn sterk en laten veel over voor eigen interpretatie. Het is gaaf om een drie-mansformatie te zien met een vrouw aan kop, toch denken we af en toe dat een extra gitarist geen kwaad kan. De liedjes klinken zo nu en dan net iets te kaal. De dynamiek in de set is heel fijn, zeker omdat elk nummer gewoon heel goed blijft hangen en erg sterk is.
Wel is een gevaar dat het geheel net teveel tussen iets te braaf en iets te stout blijft hangen, misschien is een minder genuanceerde keuze maken een idee.

WIES

WIES

Get Jealous

Get Jealous treffen we hierna aan in de oude zaal. De band bezit exact de juiste hoeveelheid grrrlpower. Vocaliste/gitariste Lotta Rasva bezit een glans aan ongemakkelijkheid, iets dat haar juist heel erg charismatisch maakt. De nummers hangen tussen garage en punk in en doen denken aan Sonic Youth wanneer Kim Gordon de nummers schrijft. Het mooie aan deze band is dat elke muzikant exact speelt wat nodig is, niet meer en niet minder. Dat maakt het juist zo lekker.

Queen's Pleasure

De Amsterdamse mannen van Queen's Pleasure zijn niet vies van een beetje garagerock/britpop. De band speelt met een flinke nonchalance, vooral frontman Jurre Otto weet het publiek gemakkelijk om zijn vinger te winden. De nummers zijn catchy en doen denken aan Blur met een vleugje The Smiths.
Eigenlijk vooral heel Brits, een rauwe sound die je hedendaags nog maar weinig hoort. Met hun net gereleasede single 'Big Boys Loan' zijn wij benieuwd naar wat de band nog meer in petto heeft.

Get Jealous