Een uniek kijkje in de Nederlandse indiescene: Indie Academy toont niet alleen de euforie op het podium, maar ook hoe het leven er back- en off stage uitziet. Fotograaf Jorah Terwisscha van Scheltinga en platenlabel Excelsior maakten een stijlvol fotoboek met ruige randjes. Jorah deelt haar avonturen tijdens het maakproces en haar visie op de scene.

Woelige menigten, broeierige oefenruimtes, rondslingerende kabels en intieme slaapkamers. Jorah (19) liep een jaar lang mee met tien indie-artiesten om alle hoeken en gaten rondom hen vast te leggen. “Foto’s die ik eerder maakte, waren altijd van artiesten op het podium. Ik was juist benieuwd naar wat er nog meer gebeurt. Waar oefenen ze, waar schrijven ze muziek, waar hebben ze leren gitaar spelen of drummen? Alleen live foto’s waren voor dit boek niet interessant genoeg.”


Ze mocht mee naar de plek waar de liefde voor muziek bij een artiest is ontstaan, meestal een persoonlijke plek als het ouderlijk huis of de oefenruimte. “Ik zocht een balans tussen aan het werk zijn en de bandleden beter leren kennen. Daar worden de foto’s beter van.”

De DIY-punkgedachte

Harde criteria waaraan een ‘indie-artiest’ moest voldoen, waren er niet; de bands hebben uiteenlopende stijlen. “Ik wilde me niet beperken tot één soort indie. The Tambles zijn meer rock-‘n-roll, 45acidbabies maakt juist weer meer elektronische muziek. Het maakte ook niet uit of een band upcoming was of al langer succes had.” Vrouwen zijn daarbij goed vertegenwoordigd, met onder andere Dakota en Pip Blom. Voor Jorah is er één belangrijke eigenschap die de tien artiesten gemeen hebben. “Iedere indiemuzikant gaat door hetzelfde leerproces. Als ze net leren spelen, staan ze voor de vraag of ze in de leer gaan bij anderen of het zelf gaan ontdekken. Uiteindelijk kiezen ze ervoor om hun eigen weg te gaan. Daarin vind je de punkgedachte terug die in de jaren tachtig leefde: doe het zelf, vorm je eigen bandje. Blijf niet hangen in de gedachte dat je het niet kan. Ook al rammelt je gitaar en zijn je vocals niet op en top: doe het!”

Gestileerd en rauw

Stijlvolle podiumfoto’s wisselen af met spontane groepskiekjes van de band en beelden van wild losgaande mensen. De combinatie van gestileerd en rauw is typerend voor Jorah’s stijl. “De indiescene is niet perfect gestileerd. Concertzalen staan vaak vol met zwetende jonge gasten. Die rauwe touch moest te zien zijn. In de muziek zit veel energie en woede die eruit moeten, wat tijdens de shows vormen aanneemt. Daarom zit er veel beweging in mijn foto’s. Dat zie je bijvoorbeeld op de cover van het boek, gemaakt bij een concert van Canshaker Pi, waarbij eén hand boven een verder beweeglijke massa uitsteekt. Het publiek is in dit boek even belangrijk als de band. Zij maken de shows tof. Ze springen en dansen, schreeuwen van enthousiasme én luisteren. Als de muziek reactie losmaakt, gebeurt er iets.”

Dat de indiescene alive and kicking is, maakt Indie Academy meer dan duidelijk. “Dit is de scene van nu. Mensen doen vaak uitspraken als: ‘Indie is dood, er wordt niks nieuws meer gemaakt’ of ‘vroeger was het beter.’ Dan denk ik: let eens op! Kijk om je heen. Er verschijnt nog zoveel nieuwe muziek. Daarbij denken mensen vaak dat de shows saai zijn. In werkelijkheid zijn het ontzettend energieke shows. Het publiek moshed er nog steeds op los en gooit nog steeds met bier, daar is niets aan veranderd. De nieuwe garde aan herrieschoppers is er wel degelijk, al zijn ze misschien een beetje verstopt. Met dit boek laten we ze zien.”