Jelle: “Thom en ik komen uit Castricum. Er is daar maar één podium waar er toentertijd voornamelijk metal werd geprogrammeerd. Ik vond dat het aanbod van indiemuziek veel te weinig was, dus zijn we zelf maar bands gaan neerzetten. De Bakkerij is niet heel groot, ls je propt past er ongeveer honderd man in. Dat hebben we gedaan, en we merkten dat ons concept aansloeg bij het publiek. In Castricum konden we niet verder uitbreiden, dus zijn we doorgegaan in de Sugarfactory in Amsterdam.”
Tot nu toe zit er een stijgende lijn in het succes van Indie in Town. “We zijn begonnen in een zaaltje met tachtig man, en nu maken we gebruik van beide zalen van de Sugarfactory. Het groeit lekker door en het evenement doet steeds meer naamsbekendheid op. Mensen leren ons kennen en daar doen we ook ons best voor. "
De mannen doen hun best voor zowel het publiek als de bands. Ze hechten namelijk veel waarde aan een goed contact met de artiesten. “Voordat een band hier speelt, gaan we altijd langs om kennis te maken, een promotiefilmpje op te nemen en om een beetje te chillen.” Ook krijgen ze voorafgaand aan het optreden een heerlijk zelfgemaakte pasta pesto en worden ze op de gastenlijst gezet voor de volgende edities van Indie in Town. “Ik denk dat we ons daarin ook wel onderscheiden van andere evenementen. Soms ontmoet een act de organisatie helemaal niet, of pas op de avond zelf. Wij vinden het wel belangrijk dat we goed contact hebben met de bands.”