Op een tot dan toe alledaagse dinsdagmiddag tref ik twee leden van de indie-folkband AlascA, de even relaxte als nuchtere William en Frank, op een terras langs de Amsterdamse Amstel. Onder het genot van een biertje bespreken we wat het betekent om AlascA te ‘zijn’.
Jullie hebben niet lang geleden een single, getiteld Politics, uitgebracht. Waar zijn jullie momenteel mee bezig?
Frank Bond: “Het afronden van het album Actors en Liars, wat in januari 2012 uitkomt, is nu een prioriteit. We hebben de basis gedurende drie weken opgenomen in de E-Sound Studio in Weesp, en we zijn momenteel bezig met de productie en de opnamen van doubletracks in onze eigen studio. De afrondende productie en uiteindelijke supervisie van Britse Grammy-award winnende producer Alan Branch moet het allemaal naar het uiteindelijke gewenste internationale niveau tillen. Als je een nummer de hele tijd speelt, sta je op een gegeven moment minder objectief tegenover je eigen muziek. Alan ziet andere mogelijkheden in de nummers en maakt keuzes die wij niet altijd zouden of kunnen maken.”
William Bond: “Aangezien hij in Londen zit en wij in Volendam wonen, verloopt het contact via Skype. Dat moet je echt zo zien: op het zoldertje bij onze banjist, met vier stoeltjes achter de laptop skypen met Alan Branch.”
William: “Voorheen maakten we de hele dag muziek, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. In de winter was het echt afzien in de loods, waar we onze oefenruimte hebben.”
Frank: “Wantjes aan, en op de gitaar ermee. We hebben onder de meest ziekelijke omstandigheden gespeeld.”
William: “De zes radiatoren die we hadden gekocht om de loods te verwarmen mochten niet baten. We hadden uiteindelijk niet genoeg geld om ze aan te sluiten.”
Frank: “In plaats van alleen maar te spelen hebben we nu ook ‘kantoordagen’ ingelast, om aan onze promotie te werken.”
Jullie kiezen heel bewust voor de muziek. Hoe ziet jullie leven er op dit moment uit?
William: “We hebben allemaal onze studie en ons werk opgegeven voor de band. We werken in het weekend om de kosten van de loods en de bus te kunnen bekostigen. Doordeweeks hebben we dan alle tijd om muziek te maken en aan onze promotie te werken. Onze liefde voor de muziek is onvoorwaardelijk.”
Het klinkt als een relatie die je met jezelf en met elkaar aangaat.
William: “Zeker. We kennen elkaar zowel persoonlijk als muzikaal door en door, en doen feitelijk alles samen, behalve slapen.”
Frank: “Drummer Louis komt uit Friesland, en woont nu bij William in huis. Dat is toch apart, want ze kenden elkaar vóór die tijd helemaal niet. Vervolgens brengen we al een jaar lang dagen aaneen met elkaar door, en dat gaat gewoon de hele tijd goed.
William: “We zijn ook een heel democratische band. Frank draagt de nummers aan, en daar gaan we vervolgens samen mee aan de slag.”
Je teksten komen heel maatschappijkritisch over. Is dat een bewuste insteek?
Frank: “Ik heb een MA in Engelse letterkunde en ik houd van literatuur, waardoor ik teksten op een heel andere manier beleef en benader. Ik ben echter van mening dat maatschappijkritiek kunst nooit verrijkt. Ik vind metaforen tijdlozer dan gedefinieerde kritiek. Een metafoor kan literair zijn of voortkomen uit iets wat ik heb meegemaakt of wat al eeuwen wordt geïnterpreteerd en van belang is geweest. Politics is een voorbeeld van dat laatste. Ik ben ook wel een Dylan-fan. Ik ben van mening dat hij nog steeds te vaak verkeerd wordt geïnterpreteerd en erger nog, wordt toegeëigend door mensen. Dit gebeurt met name met het werk uit zijn vroegste periode. Dylans maatschappijkritiek is in de regel relativerend en nooit eenzijdig.
Kennen jullie nog invloeden die je niet direct in jullie muziek terughoort?
Frank: “Voor mij is Fleetwood Mac, vooral toen ik begon met spelen, een grote invloed geweest. Ik was geobsedeerd door Peter Green en later ook Lindsey Buckingham. Volgens mij hoor je dat niet terug in AlascA, maar daar komt wel een grote invloed vandaan. Binnen AlascA respecteren we elkaar om wat we luisteren en wat we binnenbrengen. Dat we heel democratisch werken zorgt wel voor urendurende gesprekken, waarbij we aan het eind van het verhaal denken: waar hebben we het eigenlijk over gehad? We zijn heel goed in babbelen, we praten ontzettend veel.”
Ga jullie gang, want ik wil het ook graag nog even over de samenwerking met Toshiba hebben. Hoe kwamen zij bij jullie terecht voor een reclamecampagne?
Frank: “Dat is wel een leuk verhaal. Een man die motorrijles had bij de rijschool naast onze oefenloods bleek als cameraman voor Toshiba te werken. Wij waren daar dag en nacht aan het spelen, en op een gegeven moment klopt hij bij ons aan met de mededeling dat Toshiba op zoek is naar een bandje, en of wij dat bandje willen zijn. Uiteraard dachten we dat hij een grap maakte, maar de dag erna had ik een heel serieuze man aan de telefoon die vertelde op zoek te zijn naar muziek voor onder een reclamecampagne. En zo geschiedde. Uiteindelijk is het door ons gekozen liedje gebruikt voor een laptopcampagne én zijn wij figuranten in de video.”
William: “Sommigen denken dat we nu ‘binnen’ zijn, maar dat is niet zo. We wilden het liedje op het album hebben, en dus ook de rechten ervan zelf houden.”
Frank: “We hebben een heel mooie ervaring gehad bij Toshiba, en goede contacten opgedaan. Uiteindelijk draait het ook om connecties. De wereld blijkt uiteindelijk heel klein; kunstfotograaf Koos Breukel, die bevriend is met de familie van onze banjist en het artwork van ons album en de singles verzorgt, bleek weer in contact te staan met de cameraman die ons scoutte. De cameraman bleek ooit stagiair geweest te zijn bij Koos Breukel.”
Over kleine werelden gesproken: jullie komen uit Volendam. Gaan we het daar nog over hebben?
William: “Ja, we hebben onderling vaak besproken wat we daarover moeten zeggen. We brengen een ander geluid uit Volendam. Het kan zijn dat men daarom denkt: oké, dat ga ik luisteren. Maar voor echte muziekliefhebbers buiten Volendam kan het ook zijn dat zij bij het woord alléén al denken: daar ga ik vast en zeker niet naar luisteren. Het ergste is dat we dat zelf heel goed snappen en begrijpen.”
Frank: “Het is heel moeilijk, want we gaan ook niet een deel van onze afkomst verloochenen. Onze drummer, Louis, is een Fries, ik ben een halve Volendammer en qua instelling wijken we met z’n vieren best wel heel erg af van de Volendamse standaard en norm. We zijn niet bepaald trotse Volendammers, maar we kennen natuurlijk ook ontzettend veel fijne mensen die ons wel onvoorwaardelijk steunen en in ons geloven. Het is geen eenzijdig verhaal. Het wordt ons niet in dank afgenomen, dat we een uitgesproken mening hebben en dat kan moeilijk zijn. Wij maken ons er inmiddels niet meer druk over dat mensen muziek als een zakenmiddel zien, dat moeten die mensen voor zichzelf weten. Het is alleen zo zonde; muziek is een kunstvorm en alle focus op geld, beroemdheid of naam maakt dat juist kapot. Wij werken ontzettend hard aan iets waar we in geloven met als doel iets moois en onvergetelijks te maken voor onszelf en voor de luisteraar. Tegenwoordig, en in Nederland, is dat niet altijd het gemakkelijkste pad. We hebben al veel fouten gemaakt, veel tegenslagen gehad en we vechten nog hard voor erkenning, maar het lijkt ons geweldig als mensen ons straks juist gaan beluisteren en ons live komen zien omdat wij een band zijn die een overtuiging uitdraagt.”
In september komt AlascA met een nieuwe single ter promotie van het debuutalbum Actors and Liars dat januari 2012 zal verschijnen. Zie hun website voor meer informatie.