Een avond met 'New York’s angriest yodeling banjo player'

Curtis Eller bespeelt het Patronaat Café

Tekst: Tessa van den Brink Foto's: Jorinde Reijnierse, ,

Afgelopen zondag speelde Curtis Eller in het Patronaat Café. Hoewel de zaal zeker niet vol was, maakte Eller er toch een prachtavond van. Dat was uiteraard vooral te danken aan zijn mooie muziek, maar het had vast ook te maken met zijn gekke stunts en vreemde dansjes. Het is zeker: zoals Curtis Eller is er maar één.

Curtis Eller bespeelt het Patronaat Café

Het is zondag 26 oktober. Buiten is het guur herfstweer, maar binnen in het Patronaat Café is het goed toeven. Dat is grotendeels te danken aan Curtis Eller, die zichzelf op MySpace omschrijft als ‘New York’s angriest yodeling banjo player’. Hij staat bovenop een stoel op het podium: een man met een grote snor en een banjo, zijn veel te wijde broek met bretels omhooggehouden. Hij jodelt, danst rond en haalt stunts uit die je doen vermoeden dat iemand anders zijn ledematen met een afstandsbediening bestuurt. “Obviously the fire department is not doing its work here”, zegt hij nadat hij de kaarsjes op de tafels in het café heeft uitgeblazen. En hoewel je misschien denkt dat dit alles klinkt als één grote grap, is Curtis Eller een serieus getalenteerd man. Onlangs heeft Curtis Eller zijn derde album Wirewalkers and Assassins uitgebracht. Hierop wordt hij, net als op zijn eerdere albums, bijgestaan door een begeleidende band. Op het podium staat hij echter alleen met zijn banjo en zingt hij zijn bijzondere liedjes: soms vol liefde, soms vol woede, maar meestal barstensvol sarcasme – vooral als het politiek betreft. Curtis Eller uit zijn grote teleurstelling in de Amerikaanse politiek: “I promise that next time I see you George Bush will be out of work”, zegt hij, “but that’s about as much as I can offer”. Eller haalt in zijn nummers veel beroemde personen uit de Amerikaanse geschiedenis aan. Zo passeren onder anderen Elvis Presley, Buster Keaton, Joe Louis en Abraham Lincoln de revue. Zijn verwijzingen naar historische figuren en gebeurtenissen geven zijn muziek een ouderwetse sfeer. Voor het Nederlandse publiek geeft hij bij sommige nummers tekst en uitleg, zodat iedereen weet waar het over gaat. Hoewel zijn optreden zeer goed is, is het jammer dat het publiek nogal stil en rustig is. Eller probeert er toch nog wat van te maken en vraagt het publiek om mee te jodelen. Het resultaat is helaas ietwat teleurstellend: slechts paar mensen slaken wat hoge kreten. “When I say everyone I don’t mean SOME people”, zegt hij, enigszins teleurgesteld in de terughoudendheid van zijn publiek. Maar uiteindelijk krijgt hij de zaal toch zover dat écht iedereen uit volle borst met hem mee jodelt. Hoewel het optreden formidabel is en het publiek enthousiast reageert, is het eeuwig zonde dat een getalenteerd en uniek artiest als Curtis Eller op een zondagavond in een slecht gevuld cafeetje moet staan. Na zijn optreden laat hij vallen dat hij misschien in april terugkomt naar Nederland. Laten we hopen dat hij dan een flink feest mag bouwen in een volle zaal, want dat is wel het minste dat hij verdient. Gezien: Curtis Eller’s American Circus Patronaat (café), Haarlem, 26 oktober 2008