Het jaarlijks terugkerende gratis festival Beeckestijn Pop vierde afgelopen weekend haar 30e verjaardag. Niet dat de programmering daar op werd aangepast: zoals elk jaar mochten een hoop lokale acts landgoed Beeckestijn aandoen. Daarnaast waren er een aantal grote namen, zoals All Missing Pieces, Gem en Claw Boys Claw.
RubyQ is een vreemde eend in de bijt; de band heeft namelijk een zeer eigen geluid. Niet alleen de arrangementen steken boven het maaiveld uit, maar vooral de stem van zangeres Sanne Mus (overigens de enige zangeres op Beeckestijn) valt erg op. Die varieert van zacht tot groots. Regelmatig zet Mus een bijna operateske stem op. Dit gecombineerd met de muzikale omlijsting zorgt voor een geluid dat succesvol buiten de gebaande paden gaat.
Na RubyQ is het de beurt aan Grumble op het Oxy-Podium. Zoals veel punkbands zijn ook deze vier jongens uit IJmuiden zwaar geïnspireerd door jaren ’90-punk van onder andere NOFX. Kenmerkend zijn de snelle riffs: deze zijn simpel doch doeltreffend. Bij elke punkband hoort een goede frontman, en hiervoor heeft Grumble de juiste man in huis. Hij werkt zich zichtbaar in het zweet en geeft de muziek van Grumble kracht.
De broers van All Missing Pieces hebben weinig last van het feit dat hun publiek minstens tien jaar ouder is dan zijzelf. Oudste broer Camiel (14) lijkt er plezier in te hebben een extra grote bek op te zetten. Ergens halverwege hun set roept hij, met een vet Haags accent: “En nou effe lekker pitje bouwe hè, godverdomme wat zijn jullie leuk!”. De punkmeisjes vooraan volgen gedwee, de rest van het publiek ligt in een deuk. Wat de kwaliteit betreft: rechttoe rechtaan punk, die staat als een huis. Als deze band zichzelf zal blijven verbeteren, kunnen we in de toekomst zeker veel van ze verwachten.
Rond drie uur betreden de heren van het Volendamse Blue Velvet het Oxy-Podium. Hoewel er nog weinig publiek is gaat vooral zanger Jan Schilder volledig op in zijn muziek. Schilders’ Gavin DeGraw-achtige uithalen doen af en toe wat gekunsteld aan, desondanks krijgt hij het voor elkaar zijn publiek te overtuigen met zijn enorme enthousiasme.
Op het hoofdpodium begint onderwijl iets heel anders: stevige metal van de band Textures. De heren bleken flink wat bezoekers van het festival te kunnen bekoren met hun ingenieuze nummers. Zo ingenieus, dat je af en toe je oren moet spitsen om de samenhang te kunnen volgen. Al headbangend zette de band een geijkte act neer, die ook de mindere metalliefhebbers kunnen waarderen.
In de tent van het Oxy-Podium maakt zelfbenoemde ‘folk ’n roll’-band The Tunes zich op voor een energieke set. De contrabas en trekharmonica geven deze band een geheel eigen, fris geluid. Zanger Misha Velthuis krijgt het publiek volledig mee. De jongens staan stuk voor stuk met enorm veel plezier op het podium, wat aanstekelijk lijkt te werken op de festivalgangers. De band klinkt strak, vrolijk en zorgt voor een uitzinnige sfeer.
Al jaren behoort Gem tot de top van de Nederlandse popmuziek. Ook vandaag bewezen de heren op het hoofdpodium weer wat ze waard zijn. De band maakt namelijk nog steeds super aanstekelijke popliedjes die dagenlang in je hoofd blijven hangen. Neem bijvoorbeeld de nieuwe single Look: het toegestroomde publiek zong hem woord voor woord mee.
Dan is er nog het Irrational Library Podium, sinds 2003 dé niche Beeckestijn Pop. Een klein podium met naast muzikanten ook dichters en andere perfomance artists. Ook voormalig straatmuzikant uit Ierland, John Carrie, staat op het podium. Met zijn prachtig rauwe stemgeluid en ondersteund door zijn band Moor Green zet hij een verrassend goed optreden neer.
Ondertussen gaat het publiek bij het hoofdpodium uit zijn dak bij Exile Parade. Deze vijfkoppige band uit Warrington (vlakbij Manchester) maakt stevige rock ’n roll. Op en top Brits ook: zanger Lomax staat in zijn blote kippenborstje, met dan een fles bier, dan een fles wodka in de hand de longen uit zijn lijf te zingen. Af en toe lijkt het geheel wat te rammelen, iets wat de nummers eigenlijk alleen maar ten goede komt. Het maakt de vuige band en gekwelde stem van Lomax tot overtuigende rock ’n roll.
Dan De Shit, op het Oxy-Podium. Een Haarlems gezelschap dat klinkt als een schoolbandje uit de jaren vijftig, met dank aan het orgelspel van ‘Schwierige Franz’. De zang van Armand Frappant wordt voorzien van een enorme echo. Is dat misschien om te verbloemen dat het vaak niet al te strak klinkt? Of is dat juist de bedoeling? De Shit blijft mysterieus, zoals de leden zelf graag zien.
Als bijna-klapper van de dag staat Claw Boys Claw op het program. Rockers van weleer, die in ’86 en ’89 het Beeckenstijnpodium al eens betraden. Sinds die tijd bleef het jarenlang stil rond de band. Maar ze zijn terug, en hoe! Jong en oud gaat uit zijn dak op de swingende rock van de mannen op leeftijd. Dat de muziek weinig vernieuwend is, vergeet je meteen als de muzikanten live voor je staan. Ze zetten alles op zijn kop, en daar gaat het om.
Zoals bijna ieder jaar op Beeckestijn Pop is de afsluiting een fijne live dance-act. Dit jaar is het de taak aan het Engelse Dreadzone om de voetjes nog een keer van het gras te krijgen. De band maakt een lome, maar soms ook opzwepende mix van dub, reggae en breakbeat. Dit pakt goed uit: onder het genot van een laatste biertje en de ondergaande zon gaan velen nog één keer uit hun dak.
Gezien: Beeckestijn Pop
Landgoed Beeckestijn, Velsen, 14 juni 2008
Ruige mannen beheersen Beeckestijn Pop
Punk, rock en metal op landgoed in Velsen
Het jarige Beeckestijn Pop stond afgelopen zaterdag vooral in het teken van het stevigere gitaarwerk. Het lokale talent, de nationaal bekendere artiesten en zelfs een handvol buitenlandse formaties verspreidden een flinke dosis energie over het Velsense landgoed.