Hij had van die brede timmermansschouders, vikingschouders, typische schouders voor een man in het publiek van een folkpunkband. Schouders die je vertellen: alles is goed en het leven is leuk. Bovendien had hij een ruige baard. Niet vol en lang, maar met nonchalante plukjes, alsof hij straalbezopen was toen hij de tondeuse hanteerde.
Het zal gelegen hebben aan de flikkering van de podiumlichten, aan de sluimerende hitte van opeengepakte zweetlijven en aan de adrenaline van de band die zich als een lopend vuurtje verspreidde. Toen ik mijn aandacht aanscherpte kreeg ik kippenvel. Wat ik voor een onregelmatige baard had gehouden, bleek een deken van brandwonden die zich uitstrekte van zijn jukbeenderen tot zijn vingertoppen. Ik was weerloos verkocht. In die scène, met een wereldband en een hossende massa mensen als decor, zat ik vast in een script dat alleen nog maar verder kon. Het onregelmatige patroon van littekenweefsel begon me mateloos te intrigeren. De huid in zijn nek vertoonde een ruitjespatroon dat leek op dat van ouderwetse vaatdoekjes of de metalen ribbeltjes van goedkope aanrechtbladen. Ik kreeg zin om zijn huid zachtjes en voorzichtig aan te raken. Ik vroeg me af of dat pijn zou doen, en hoe hij aan die schouders kwam. In plaats van bier te gaan halen of naar de wc te lopen, schoof ik door van onschuldige verwondering naar ongebreidelde fascinatie, en in een moeite door naar schaamteloze zin. Erop en erover.
Dat is het punt waarop ik gewoonlijk mijn realiteitszin kwijtraak. Zelfs het feit dat hij een verzameling oude Lowlandsbandjes droeg nam ik voor lief. Het had een haar gescheeld of de realiteit had het script ingehaald. Het is een angstaanjagend kleine moeite om je hand naar iemand uit te strekken.
Het scheelt altijd een haar, maar een haar is altijd genoeg. Ik zou een boek kunnen vullen met stille observaties, waarvoor vervangende referentiekaders en moralen gelden. Verhalen die de hete adem van de werkelijkheid in hun nek voelen, maar die altijd een sprookje blijven. Alsof je eventjes duizend vrije kinderen bent. Exact daar ligt de subjectieve grens tussen goede en slechte muziek, op één matras met het verschil tussen een cd en een liveoptreden. Gelukkig. Ik moet er niet aan denken wat er zou gebeuren als de muziek in een supermarkt hetzelfde effect had.
Zomer in je bol (2)
Stille observaties
De zomer breekt aan. 3VOOR12/Noord-Holland is de beroerdste niet en biedt thuisblijvers en zomervierders graag lekker leesvoer aan. In juli en augustus vind je hier een wekelijkse serie zomercolumns. Vandaag is het woord aan Jiery van Roon, die haar fascinaties soms maar moeilijk de baas is.