Het zal je maar overkomen. Je komt uit Groningen en maakt electro, onderneemt een lange reis naar een punkhol in Alkmaar waarvan je weet dat de kans groot is dat er slechts een handjevol mensen naar je zal komen kijken, je plugt je laptop in, trekt je strakke pakkie aan en komt erachter dat je één keer teveel op ‘delete’ hebt geklikt. Susanne Clermonts, alias Krause, had zaterdagavond in Parkhof meer dan één probleem.
Het eerste probleem, als electro-act spelen in een zaal waar iedereen eigenlijk van punk houdt, is niet dat van Krause. De viezige electrorock past eigenlijk zelfs uitstekend in de ook niet al te nette ambiance van Parkhof. Haar imago is iets wat Krause zelf in de hand heeft. Aan de muziek ligt het nauwelijks: met haar nummers kan ze voor de dag komen. Alleen de uitgestreken beats vol distortion en het gruizige gitaarwerk rechtvaardigen het ruige karakter. Vooruit, ook de suggestieve teksten dragen bij. Het totaalbeeld wordt uiteindelijk in minstens even grote mate bepaald door het beeld dat Krause bewust van zichzelf schetst: in glimmende legging en twee slordig over elkaar gedrapeerde hemdjes staat ze wijdbeens met het zwarte haar voor haar gezicht haar tekst en het gitaarwerk uit de grond te stampen. Krause is een ranke vrouw met (spier)ballen, die bewust speelt met het contrast tussen stoerheid en sensualiteit, maar ook met de paradox tussen doordacht en onverschillig.
Het tweede probleem, dat van het handjevol mensen, is iets waar Krause zich eenvoudigweg niets van aantrekt. Het publiek dat er is, moet en zal aan haar kant staan, en daarvoor is dezelfde overgave nodig als voor een volgepakte Melkweg. Voor het laatste probleem verontschuldigt Krause zich duizend maal. Begrijpelijk: het deleten van je tracks is wel een beetje dom. De set die nog wel op haar laptop staat, van de finale van de Grote Prijs, duurt twintig minuten. Het is echter de vraag of we bij een langere set ook meer Krause gezien zouden hebben (en dat zal het Alkmaarse publiek voorlopig niet te weten komen). Twintig minuten is voldoende om het totaalconcept aan de man te brengen, en dat is waar het vooral om draait.
Gelukkig hebben we Het Brein dat Kwam uit de Ruimte nog. Je cd presenteren als voorprogramma is in hun geval geen zwaktebod. De Castricummers delen de tegenstelling tussen doordacht en onverschillig met Krause. De act is conceptueel zorgvuldig uitgetekend, de inhoud is een ‘eigenlijk doen we maar wat’-imago. De ouderwets futuristische pakken met glimmende gouden randjes zijn onderdeel van het doordachte ontwerp, terwijl teksten als ‘Het Brein laat je Komen’ en ‘Knallen met Kippen’ de quasi-inhoud aftekenen. Echter, een quasi-inhoud is ook een inhoud, en in dit geval zelfs een inhoud die de volle drie kwartier een glimlach teweeg brengt. We zouden bijna vergeten dat het ook nog om de muziek draait. Niemand zal beweren dat Het Brein een toonbeeld is van technische genialiteit, maar lekker is het wel. Vooral uit de synthesizer komen aanstekelijke lijntjes, met name op de momenten dat er een beetje hammondorgelgeluid doorheen wordt gemixt. Het debuutalbum De Invasie is Begonnen is te bestellen via de website van de band.
Gezien/onderwerp: Het Brein dat Kwam uit de Ruimte & Krause
Waar en wanneer: Parkhof, 26 januari 2008
Minicursus Krause in twintig minuten
Met daarin een handjevol paradoxen en een handjevol lekkere muziek
Krause begint haar optreden met een verontschuldiging. Per ongeluk heeft ze de zorgvuldig uitgekozen tracks op haar laptop gedelete. Dan maar de twintig minuten durende set van de finale van de Grote Prijs. Gelukkig hebben we het voorprogramma nog. Het Brein dat Kwam uit de Ruimte maakt van de gelegenheid gebruik om het debuutalbum De Invasie is Begonnen te presenteren.