Je hebt de afgelopen tijd op veel verschillende plekken gespeeld, zoals in kleine theaters, maar ook in grote zalen. Heb je een voorkeur?
Nee, ik heb geen voorkeur. Het is wel zo dat verschillende plekken een ander soort voorstelling afdwingen. Je hebt natuurlijk van tevoren afgesproken wat je gaat spelen, maar hoe dat precies uitpakt ligt heel erg aan de zaal, het geluid, en natuurlijk aan de sfeer.
Hangt het ook af van de verschillende soorten mensen die op de shows afkomen?
Ja, daar ligt het zeker ook aan. Tot een half jaar geleden was er een soort schizofrene situatie in de band. Op grote festivals en in grote zalen gingen we hard spelen, “op de rockstand”, om niet te worden weg gebabbeld.
We maken echter ook hele stille liedjes. Die bewaarden we voor de theaters. Dat was niet goed, we gingen ons teveel buigen naar het publiek. Het moest anders, want het publiek kwam tenslotte om naar ons te luisteren. Van de zomer speelden we op de Gentse feesten in België. Daar hebben we toen onze allerzachtste set ooit gespeeld. We dachten: “we zien wel wat ervan komt” en gelukkig ging het heel goed. Dat gaf ons het vertrouwen dat zachte liedjes spelen dus wel kon. Vanavond zal je een band zien die gaat zoeken naar hoe zacht ze kunnen spelen.
Binnenkort ga je een nieuwe plaat opnemen, zet je die weer op zolder in elkaar?
Ja, dat is mijn manier, ik wil het niet anders. Ik ben verhuisd en werk nu in de kelder, “Spinvis goes underground, haha”. Mijn hoofd barst van de ideeën. Als die eenmaal zijn uitgewerkt laat ik alles horen aan de muzikanten. Live wordt mijn muziek altijd anders dan op de plaat. De plaat, dat is een andere wereld.
Veel kleiner
Ja, heel secuur. Aan de plaat heb ik heel precies en zorgvuldig gewerkt, dat is gewoon af. Je zou mijn optredens daarom kunnen zien als een boekverfilming of een toneelstuk van een boek, of een andere versie.
Mis je die periode dat het muziek maken nog helemaal vrijblijvend was?Nu kan je van je muziek leven, maar er zit wel druk achter.
Ja, soms mis ik die vrijblijvendheid wel, opeens is het belangrijk geworden. Het is natuurlijk een luxeprobleem, want ik doe nu wat ik altijd al heb gewild. Maar inderdaad, ik kan nooit meer zomaar voor de lol een beetje gaan zitten prutsen.
Ik heb gelezen dat je het nieuwe album in stripvorm wilt gaan uitbrengen?
Ja en nee. Het wordt een muziekfilm. Ik ben al heel lang bezig met striptekenaar Hanco Kolk. Ik heb een verhaal gemaakt en we hebben samen het scenario in elkaar gezet. We hebben een filmproducent gevonden die in ons gelooft, ondanks dat er geen BN’ers in de film zitten en we geen regisseurs of acteurs zijn. We gaan alles zelf doen, dus de band speelt de rollen. Het wordt een heel raar, grappig, leuk, vrolijk, wonderlijk en romantisch verhaal met heel veel liedjes. Je moet denken aan een kruising tussen The Head van the Monkees , een totaal geflopte maar fantastische psychedelische muziekfilm, en The sound of Music. Hanco Kolk maakt het storyboard van de film, wat een stripverhaal op zich is.
Het wordt dus een heel breed project?
Ja, maar we hebben dan ook een jaar om eraan te werken. Het wordt wel hard werken, het is zeker geen sabbatical jaar.
In je teksten hoor ik soms zinnen die klinken zoals kinderen het zouden kunnen formuleren.
Ja, ik leer veel van mijn kinderen. Kinderen zijn echt kunstenaars tot een bepaalde leeftijd. In hun tekeningen zie je soms krankzinnig goede ideeën, heel ruw uitgevoerd. Maar ook in hun taal: ‘Ik eet de wind en ik drink de regen’, wauw! Soms gebruik ik die taal letterlijk, maar het gaat vooral om de manier waarop kinderen denken. En als je zo'n zinnetje aan muziek verbindt, dan gebeurt er iets mee. Het is niet logisch, maar je begrijpt het wel. Daar zit een hele mooie balans in.
Dus als je het gewoon opschrijft dan komt het misschien nieteens over...
Ja, dan haal je je schouders op, maar als je het dan onder een mooie melodie zet voeg je er daardoor een lading aan toe.
Is je kijk op de wereld veranderd toen je kinderen kreeg, waardoor je misschien andere teksten bent gaan schrijven?
Nee, dat niet. Maar als je kinderen krijgt, houd je maar heel weinig tijd voor jezelf over. Daarvoor had ik zeeën van tijd, en allemaal onafgemaakte meesterwerken. Die bleven op de plank liggen, want de volgende was toch vast weer beter....
En dan opeens heb je een baby die moet eten en zit je tijdens de voeding al te denken: “Ik heb zo een uurtje of twee voordat hij weer wakker is, wat ga ik met die tijd doen?”
Tijd wordt kostbaarder.
Je tijd wordt heel kostbaar inderdaad, en opeens maak je echt iets af! Voordat ik het wist waren er liedjes klaar die ik kon laten horen en opsturen. In die zin was de beperkte tijd wel een soort redding voor mij.
Heb jij nog goede luister-, lees- of kijktips voor de lange winteravonden?
Ik vond Kala van M.I.A. heel mooi, en de cd van The Good, the Bad and the Queen. De Vlaamse speelfilm Man zoekt vrouw is een aanrader, daarvoor heb ik de filmmuziek gemaakt. De verzamelde kinderversjes van Gerrit Kromrij zijn dit jaar uitgekomen, daar zitten bijzondere dingen bij.
De film Rattatouille is de moeite waard en tot slot een oudje: Toy Story 1, dat vind ik echt één van de beste films ooit.
10 minuten later gingen Spinvis en zijn band het podium op om voor een volle zaal te spelen. En of het stil was tijdens de zachte nummers? Zeker weten!
Een interview met Spinvis
Over kindertaal, stille liedjes, en zijn plannen voor 2008
Vrijdag 22 december 2007 speelde Spinvis in het Patronaat in Haarlem. Het was één van zijn laatste optredens voordat hij in 2008 de tijd neemt om aan zijn nieuwe album te gaan werken. 3VOOR12/Noord-Holland sprak vlak voor de show met hem.