Rockabilly lijkt wel tijdloos

Het was weer contrabassen en surfen in Parkhof

Tekst: Hiske Pronker Foto's: Miranda Termaat, ,

Een grote hoeveelheid kuiven, tatoeages en zelfs een suikerspin (oké, kleintje) vrijdag in Parkhof tijdens een avondje rockabilly. Met op het podium contrabassen en hollow body Gretsch gitaren. Oh, en drumstellen natuurlijk.

Het was weer contrabassen en surfen in Parkhof

In Parkhof verzamelden zich een flink aantal rockabillyliefhebbers deze vrijdagavond. Op het podium stonden mensen van twintig tot dik in de veertig en in de zaal liep het uiteen van tieners tot vijftigers, daarmee bewijzend dat de aankondiging best wel klopte: “Sommige muziek blijft meer dan vijftig jaar vers”. Class of 89 had afgezegd en werd vervangen door het uit Dordrecht afkomstige Jacks “R” Better. Met achter de drums een jonge jongen die speelde alsof hij al in de wieg op deze manier drumde; lekker afwisselend, strak en swingend. Ook de contrabassist speelde met overduidelijk plezier en een nonchalance die het makkelijker liet lijken dan het was. Behalve deze ritmetandem was er nog een gitarist die zeker niet verkeerd speelde maar er nog wat meer concentratie bij nodig had. En een al wat oudere zanger die vooral het stoer kijken goed had geoefend, een zonnebril hielp daarbij. Ze speelden een fijne afwisselende set met ook een nummer geïnspireerd op de film Cry Baby met Johnny Depp. 69 Beavershot gaat volgens eigen zeggen vooral over vrouwen, tatoeages en auto's, maar tussen de nummers door werd vooral slap geouwehoerd over dat ze al een dagje ouder worden en rustig aan moesten doen. Gelukkig was daar tijdens het spelen niet zoveel van te merken en werd er lekker doorgerammeld. De zang werd vooral door de gitarist op zich genomen. Dat was fijn, hij heeft een lekkere, wat schorre stem. Helaas was z'n gitaarspel als hij aan het zingen was wat simpel, als hij niet zong was er weinig mis mee. En de contrabassist en drummer hielden de boel lekker bij elkaar. Daarna was het tijd voor het Britse Vince Ray and The Bone Shakers. Ze trapten af met het nummer Everybody Smokes In Hell, wat op een rare manier toepasselijk was aangezien ze als eerste band de meest verstokte rokers het gehele optreden in de (rookvrije) zaal wisten te houden. Het bleek een echt rock 'n roll-trio, met plezier in wat ze deden. Blij met de biertjes die werden aangedragen, af en toe stoere mannen-poses. Vooral hun contrabassist was goed in dat laatste, ook in spelen trouwens, dat deden ze alle drie helemaal niet verkeerd. Hier en daar werd het geheel aan elkaar gepraat in behoorlijk plat Engels, en er hing een gemoedelijk sfeertje. En als je dan voor het podium kijkt en je ziet een dame van in de vijftig (met een petticoat en een suikerspinnetje in haar haar) haar rock 'n roll-pasjes doen. En daarnaast een paar met hun vol getatoeëerde armen zwaaiende stoere mannen van rond de dertig. En een blij kijkend jong meisje, dan weet je dat rock 'n roll een blijvend iets is. Vince Ray bleef niet, kwam nog wel even terug voor een toegift (de bassist moest hem bijna gaan halen), maar daarna ging hij vermoedelijk terug naar zijn tekentafel. Want Vince Ray staat vooral ook bekend als grafisch ontwerper van posters, rock ’n roll-tatoeages, album hoezen, t-shirts, enzovoort. Vermoedelijk werden er bij de merchandise net zoveel boeken met ontwerpen als cd's verkocht. Gezien: Raw Rockabilly Party met Jacks “R” Better, 69 Beavershot en Vince Ray and The Bone Shakers Parkhof, Alkmaar, vrijdag 15 februari 2008