Ziezo, eindelijk is er duidelijkheid. De deur van de Alkmaarse muziekzaal is door een hedendaagse versie van Luther voorlopig dichtgespijkerd. Maar geen geloofsbrief werd er achtergelaten.
Dat kan mooi zijn! Nu is het de beurt aan de muzikanten. Ik zie in mijn verbeelding allerlei type muzikanten per ongeluk op fiets, brommer, auto en busje vanuit een automatisme toch naar Atlantis rijden. Verdorie deur op slot! O, ja dat is waar ook, failliet, boedel verkocht, tent leeg. Het aantal groeit, ter plekke komen er nieuwe contacten tussen muzikanten. Het ego gaat even de koelkast in of wordt opgerekt. Afspraken worden gemaakt. Ter plekke worden haspels uitgerold, uit ramen en deuren worden de stroomdraden gevoed. Versterkers gaan op acht en er wordt gejamd, de blues trekt scheuren in de oude Atlantis muur, iemand huilt. Kinderen dansen spontaan. Een koor begint te zingen, de salsa gedanst. Dan zwaailichten, sirenes, de politie! Wat gebeurt hier?
Atlantis is dicht mijnheer agent, waar kunnen we nu terecht? De agent krabt een keer onder zijn pet en per mobiel neemt hij contact op met zijn chef. Een wijze man, die voorstelt dat de muzikanten doorgaan totdat de eerste klacht over lawaai overlast binnenkomt. Een puur en oprecht rock ’n’ roll lied werd ingezet, kom van dat dak af was het geloof ik. Die nacht klonken tonen lang door, er heerste harmonie, droefheid, maar ook een stemming, van hé, hé, eindelijk weten we waar wij aan toe zijn.
Het eigen initiatief leefde weer op. Cafés werden benaderd, de plaatselijke verordening werd opgerekt, ipv 6 keer per jaar mogen de cafés nu weer per maand 2 live optredens programmeren. Tegelijk werd de geluidsnorm iets opgerekt. In Alkmaar bloeide plotseling weer een sprankelende, frisse, prikkelende en bloeiende rock ’n’ roll cultuur op. Er werd samengewerkt. Naast het gematigde popgebeuren op de Kaasmarkt en op het Canadaplein kwam er nu twee keer per jaar een mooi festival in een fabriekshal in Overstad. Daar kan iedereen zien hoeveel en wat voor muziek er nog in Alkmaar zat en zit.
Na verloop van tijd kwamen bestuurders erachter dat het stiller werd in Alkmaar. Minder vernielingen, maar ook minder zieke mensen. Was hier een wonder gebeurd? Daardoor hielden sommige afdelingen geld over. Plotseling ging er bij de burgemeester een licht branden, hij of zij overzag in een flits het heel menselijke gebeuren. Er wordt echt samengewerkt hier, met alle positieve gevolgen van dien. Ter plekke pakte hij of zij de telefoon en sprak, voortaan steunen wij de cultuur hier in Alkmaar, maar nu echt, duidelijk en structureel.
De Alkmaarders ontdekten ook, dat de Waerdse Tempel maar 4 kilometer vanaf het centrum is, men liep of fietste er gewoon heen. Ook het Kompleks te Heerhugowaard werd vanuit Alkmaar beter bezocht. Indian Summer en Mixtream groeiden door, het werd zelfs een springplank voor vele bands, om op dat niveau het land in te duiken.
Frustratie, verdriet, vast ook pijn. Ja, soms moet de deur dicht! Om een nieuwe bloem te laten bloeien.
Klokslag 3VOOR12/Noord-Holland/AC
Alarm, de rock ’n’ roll moet de straat op!
Wekelijkse column van de Alkmaarsche Courant en 3VOOR12/Noord-Holland. Aan het woord is Johannes de Boom, voormalig boegbeeld van The Shavers. Over een gesloten Atlantis, zwaailichten en een nieuwe bloem die gaat bloeien.