Charlie Dée doet Beth Hart

Een geoliede softrockmachine in de kleine zaal van het Patronaat

Tekst: Maikel Ineke Foto's: Jorinde Reijnierse, ,

Charlie Dée bracht onlangs haar album uit dat Love Your Life genaamd is. De nieuwe plaat van Lucky Fonz III heet Life Is Short. Die titels komen op hetzelfde neer, merkt laatstgenoemde zaterdag op. Meer overeenkomsten tussen beide artiesten zijn er echter niet in de kleine zaal van het Patronaat.

Een geoliede softrockmachine in de kleine zaal van het Patronaat

Charlie Dée verlaat na een klein uur het podium terwijl haar band verder speelt. Geheel volgens de wetten van de showbusiness keert de zangeres enkele minuten later terug om er vervolgens nog een dubbele toegift uit te persen. Charlie Dée en haar begeleiding wanen zich zaterdag in een uitverkocht Paradiso, maar zij bevinden zich toch echt in de kleine zaal van het Patronaat. Dus geen uitzinnige mensenmassa die de Rotterdamse tot een encore dwingt, maar een handjevol fans aangevuld met enkele tientallen belangstellenden. Een publiek dat niet in verhouding staat tot de pretenties van Charlie Dée en haar gezelschap. Want zij vormen een goed geoliede softrockmachine van, zo lijkt het haast, degelijke Amerikaanse makelij. De professionele show die zij afleveren staat als een huis en laat geen ruimte over voor relativisme. Maar laat je voorprogramma dan nou net Lucky Fonz III heten. De Amsterdamse singer-songwriter die met dermate veel zelfspot is gezegend, dat zijn muziek als vanzelf met een korreltje zout wordt genomen. Ook al is dat niet altijd de bedoeling. Aan de ene kant geeft die bewust knullige houding de performer een geheel eigen gezicht en levert dat een amusant schouwspel op ("Dit liedje komt van mijn nieuwe cd. Als je 'm niet leuk vindt, moet je die dus niet kopen."). Aan de andere kant doet het ook wel enigszins afbreuk aan de verstilde folksongs die een serieus aandachtig publiek verdienen. Lucky Fonz geeft in Haarlem een voorproefje van zijn nieuwe plaat Life Is Short, die deze week uitkomt. Zijn nummers geven de indruk dat zij volledig uitgekleed zijn. Er is het repeterend getokkel op de akoestische gitaar en zijn breekbare stem, verder niets. Dat de betoverende uitwerking in het Patronaat niet volledig is, heeft vooral te maken met die relativerende, bijna absurdistische presentatie van Lucky Fonz. Nee, dan Charlie Dée. Bij haar en de bandleden alle ernst bij de vertolking van de rocksong. De liedjes van Renée van Dongen, zoals de singer-songwriter normaal gesproken door het leven gaat, hebben veel weg van de op Amerikaanse leest geschoeide softrock. Er zijn die uptempo, catchy nummers, die uitgesponnen rauwe rocksongs en, natuurlijk, die onontkoombare ballads. Zoals Beth Hart daar in Nederland zo succesvol mee is. Maar ook al heeft Charlie Dée een fraaie stem, ook al heeft zij die aangename uitstraling en ook al heeft zij een oerdegelijke rockband om zich heen verzameld. Voorlopig staat zij in een matig gevulde kleine zaal van Patronaat, terwijl Beth Hart Paradiso uitverkoopt. Misschien dat het komt doordat achter het stoere voorkomen van de Rotterdamse ook maar gewoon het ietwat verlegen buurmeisje met liefdesverdriet schuilt. Dan kan je dat als artiest tot rock 'n' roll cultiveren of juist voor de rol van de underdog kiezen. Lucky Fonz III doet het laatste.