Joan as Police Woman@Patronaat

Soms furieuze maar vooral lieftallig songs en onvoorspelbare humor

Tekst: Wijnand Smit Foto's: Joraima Tromp, ,

Geen scheurende gitaar- of pianosolo’s, maar intensiteit, eenvoud, meeslepende, soms furieuze maar vooral lieftallig songs en onvoorspelbare humor konden we bijschrijven als karakteristieken voor een avond met Joan Wasser in het Patronaat in Haarlem.

Soms furieuze maar vooral lieftallig songs en onvoorspelbare humor

Joan as Police Woman@Patronaat Geen scheurende gitaar- of pianosolo’s, maar intensiteit, eenvoud, meeslepende, soms furieuze maar vooral lieftallig songs en onvoorspelbare humor konden we bijschrijven als karakteristieken voor een avond met Joan Wasser in het Patronaat. Joan’s verleden laat zich associëren met klinkende namen als Lou Reed, Antony &The Johnsons en Rufus Wainwright waarvoor ze veelal als violiste in het ensemble speelde. Een gemêleerd gezelschap van veelal dertigers plus en enkele jongeren waren stipt om half negen samengekomen in een volle zaal en het optreden kon beginnen. Joan startte volledig solo, met kop thee in de hand en sjaal om, met stage piano, waarop een bos bloemen die later in het publiek belandde, en vocalen. Vanaf de derde song liet ze zich begeleiden door drums en basgitaar en speelde ze voornamelijk van haar debuutalbum ‘Real Life’ afgewisseld met al weer nieuwer materiaal, dat nog niet is uitgebracht. De zangeres bleek over een licht en helder stemgeluid te beschikken. Op het album Real Life klinkt het soms wat breekbaar, maar in het Patronaat was daar weinig meer van te merken. Ze liet zich begeleiden door een uitstekende drummer met veel ‘feel’ en een verlegen overkomende maar goed spelende bassiste. Haar muziekstijl laat zich typeren als Amerikaanse folk met jazz en vooral soul invloeden. De in gouden jurk getooide zangeres zong uit het hart en meeslepend. De zaal was veelal muisstil en aandachtig en dat moedigde Joan aan nog meer van zichzelf te geven. Dit kwam tot een hoogtepunt in het spelen van ‘Christobel’, tevens de eerste single van haar debuutalbum. Wasser komt ‘puur’ over en ze lijkt zich erg thuis te voelen in de stijl die ze etaleert. Overheersende invloeden van andere zangeressen zijn niet echt te bespeuren. Joan klinkt vooral erg Joan. Tussen de songs door sneed ze allerhande voorwerpen aan zoals het opzettelijke ‘mikken met je fiets op voetgangers, die rare richel die al dan niet in je bovengehemelte zit en, meer gangbaar, vroeg ze of er ook mensen verliefd waren. Het publiek nam dit op als vermakelijk en je kon bijna niet anders dan deze prettig-soms-beetje-gekke zangeres sympathiek vinden. Al met al leek Joan net zo geïnteresseerd in het publiek, als het publiek in haar. Na afloop kon vastgesteld worden dat we met een innemende podiumpersoonlijkheid te maken hadden die met haar stemgeluid en performance vanaf de eerste noot de zaal met een aandachtigheid en intensiteit aangreep die vrijwel geen moment verslapte.