In het kader van ‘Zomer op het plein’ presenteert de gemeente Alkmaar een Keltische middag. Dat klinkt alsof het vooral gezinnetjes met kinderen en cultuursnuivers van middelbare leeftijd aantrekt, en dat is ook zo, maar dat mag de pret niet drukken. Muzikale kwaliteit, een gezonde dosis humor én de zon zorgen inderdaad voor zomer op het Canadaplein.
De middag wordt geopend met de zachte folk met Belgisch accent van Embrun. De heren hebben net een nummer opgenomen voor de Belgische dialecten-cd. Draailier, accordeon en doedelzak geven het Keltische tintje. Het wordt met enthousiasme en een glimlach gebracht, maar het geluid is mat. Embrun doet zijn best om passie uit te stralen, maar dat komt niet helemaal uit de verf. De riedeltjes die de vaart en meeslependheid van keltfolk kenmerken zijn wel vaag te horen, maar te zacht om het ook te bewerkstelligen.
Vaart en meeslependheid, dat is precies wat Rapalje wél kenmerkt. Het kwartet (voormalig trio, aangevuld met doedelzak- en multifluitspelende David) is zo weggelopen uit het Schotland van King Arthur. Gehuld in kilts (écht, zonder…), leren puntschoenen en geitenwollen kniekousen bespelen ze instrumenten als gitouki (grote mandoline), bodhrán (trommel), tea-chest-bass (beatbox met snaren), niet gewoon viool maar fiddle en natuurlijk doedelzak.
Niet verwonderlijk dat er lieden rondlopen gehuld in middeleeuwse ruiten en jonkvrouwen met lange blonde haren. Deze carnavaleske taferelen werken blijkbaar verbroederend: onbekenden staan in een cirkel hand in hand te dansen en de voeten gaan gekruisd hupsend van de grond. Alle klassiekers worden uit de kast gehaald: The Wild Rover, Whiskey in the Jar.
Voor wie hier doorheen kan kijken heeft Rapalje echter zeker iets te bieden. De Kelten hebben niet met een bandrecorder bij hun optredens gestaan, maar door de aandacht voor details en de traditionele instrumenten van Rapalje wordt wel een inkijkje geboden in hoe het heel goed geklonken kan hebben. En dat is mooi: van de hartverscheurende folkballads tot de temponummers met keltenhumor. De enigszins verwijfde authenticiteit van Rapalje raakt precies de goede snaar, zelfs de cover van Metallica’s Nothing Else Matters had origineel Keltisch kunnen zijn.
De mannen met wilde haren en rozen op hun instrumenten zijn dus niet alleen maar uiterlijk vertoon. Ondanks vergeeflijke onzuiverheden geeft Rapalje de liedjes niet alleen cultuurhistorische waarde, maar ook hedendaagse luisterbaarheid. Complete zuiverheid kan ook niet verwacht worden met middeleeuwse instrumenten. De bas van de tea-chest-bass en bodhrán geven een lekker diep ritme. De humor van William (de Obelix van de groep) en de zon doen de rest.
Na anderhalf uur en drie toegiften is het ook wel weer mooi geweest. Teveel van het goede is nooit goed, hoewel het goed toeven was op het Canadaplein. Rapalje is een beleving die je met een zoutkorrel moet nemen en waar je lekker naar moet luisteren. Of de Kelten het nou bedacht hebben of Rapalje zelf, de muziek is intrigerend en mooi. Zeer geschikt voor al uw bruiloften en partijen.
Keltische middag bij ‘Zomer op het plein’
''Of de Kelten het nou bedacht hebben of Rapalje zelf, de muziek is intrigerend en mooi''
In het kader van ‘Zomer op het plein’ presenteert de gemeente Alkmaar een Keltische middag. Dat klinkt alsof het vooral gezinnetjes met kinderen en cultuursnuivers van middelbare leeftijd aantrekt, en dat is ook zo, maar dat mag de pret niet drukken. Muzikale kwaliteit, een gezonde dosis humor én de zon zorgen inderdaad voor zomer op het Canadaplein.