De kermis in Heerlen in 2025 mag dan zijn afgelast vanwege de NAVO-top, maar in de Nieuwe Nor was het donderdagavond alsnog feest. We hoorden genoeg airhorns en “put your hands in the air!”-momenten om minstens tot de editie van 2026 vooruit te kunnen. In plaats van suikerspinnen en botsauto’s kregen we iets anders: een geschiedenisles in hiphop, rechtstreeks van de mannen die het genre mee vormgaven. Sugarhill Gang, bijgestaan door Melle Mel en Scorpio van The Furious Five, komen Heerlen herinneren aan hoe het in 1979 begon. En eerlijk is eerlijk: dat doen ze met een hoop goud, strakke lines, flair en af en toe een vleugje zelfverheerlijking.

Maar eerst: DJ BENOAHEN. De 22-jarige Noah Tanamal, vorige week nog in Outpoet, nu op het grote podium. Niet zonder reden. Zijn set is een ode aan de classics: van funk tot soulvolle breaks. Opgegroeid met Zapp, James Brown en Kool & The Gang weet hij precies wat werkt, en dat het publiek bestaat uit alles van bakfietsouders tot midlifecrisismannen en een verdwaalde kort-pittige tante, maakte hem niks uit. Hij krijgt iedereen aan het dansen.

Dan, om 20:15 uur: Sugarhill Gang stapt het podium op met alle bombarie die je mag verwachten van raplegendes die zichzelf consequent “the architects of hip-hop” noemen. Master Gee in een Popeye-shirt, Melle Mel zwaaiend met een ‘pimp cane’, een gouden doodshoofd (dat eruitziet alsof hij het gewonnen heeft op die niet bestaande Heerlense kermis): het showelement zit wel goed. Geen backdrop met diavoorstelling, maar daar hebben we gedurende het hele optreden weinig last van. De mannen verzorgen al het vertier: zien hoe zij plezier hebben, zorgt ook bij ons voor een lach op ons gezicht. Dat ze die architectentitel iedere vijf minuten herhalen nemen we op de koop toe, en we kunnen niet anders dan toegeven dat het hen charmeert.

De aftrap is ‘Lala Song’ uit 2009, en dat zet direct iedereen aan het dansen. Daarna volgen shout-outs naar LL Cool J, Run DMC, en jawel, Vanilla Ice. ‘Ice Ice Baby’ wordt zonder ironie ingezet en het publiek wordt flink getest op hun kennis: zetten ze ‘Under Pressure’ in, of maken ze de zinnen van Vanilla Ice af? Sterker nog: na de “alright stop” blijft het angstvallig stil. De heren rouwen er niet om en gaan meteen verder.

Als dan eindelijk de beat van ‘The Message’ door de zaal dreunt en Scorpio het podium op wandelt mét rugzak, horen we voor het eerst een hele track, en geen snippet! En dat acapella einde: "Don’t push me ‘cause I’m close to the edge…”. Ze vullen elkaar naadloos aan, alsof ze dat al sinds 1979 doen.

Daarna gaat het los: ‘Apache (Jump on It)’ brengt het hele publiek in beweging. Onze muscle memory van Just Dance 3 op de Wii neemt het over, en Melle Mel gooit zijn shirt uit om z’n biceps te showen. Scorpio gaat full messias met een zaklamp boven zijn hoofd en bewijst maar weer: “Always bring your own spotlight, girls”. We zien hem met duffelbag, rugzak, nepfles champagne (met handvat?) en lichtshow tegelijk. Is het een hiker? Een profeet? Een scout? Nee. Een ware hiphoplegende.

Dan het onvermijdelijke slotstuk: ‘Rapper’s Delight’. De baslijn van ‘Good Times’, een choreografie à la The Jackson 5, en een zaal die verandert in één kolkende meltingpot. Zelfs achter de bar gaan de telefoons omhoog en worden alle lines naadloos meegerapt. Tijdens het nummer eert Master Gee de afwezige Big Bank Hank en Wonder Mike — een oprecht moment tussen al het spektakel. Ze nemen het applaus in ontvangst als vijf wassen beelden uit Madame Tussauds, trots en standvastig. Daarna wéér een gekke twist: Bon Jovi en Eurythmics in de blender. Het is een clubnacht, theatershow en nostalgiefeest ineen. Weinig vernieuwend - vooral nostalgisch - maar vernieuwing hebben deze meesters volgens ons ook niet nodig.

Wie dacht dat hiphop dood was, heeft donderdagavond niet opgelet. Terwijl Netflix-series als The Get Down en Hip Hop Evolution het genre op docuniveau tillen, laten deze mannen zien dat het ook anders kan: met glitter, goud, zweet en een vuist in de lucht. Het mag dan een cabaretshow met ego’s lijken (en dat is het ook) maar tussen de grappen, subjectieve hiphopfeiten, toeters en bodybuildposes door zat iets echts: de geest van hiphop. mét spierballen.