Er waait al een tijdje een mysterieuze wind door Parkstad. Het Heerlense duo IMP SYN (voluit Imperialistische Synthesizers) laat overal een spoor van vernieling achter - figuurlijk én soms letterlijk. Of ze nu de talent-stage van Booch? afsluiten of het podium betreden van de inmiddels in as gelegde Oefenbunker, één ding is zeker: hun shows zorgen voor gefronste wenkbrauwen, moddervette beats, spitsvondige lyrics en een verhoogd risico op gesloopte keyboards. Vandaag spreken we het creatieve tweetal op een locatie die even logisch als absurd voelt: Friture Emma’s Diner in Heerlen.

Een dik jaar geleden bestond IMP SYN nog niet eens. Programmeur (tegenwoordig directeur) Kees van den Berg van de Nieuwe Nor vroeg Jeffrey Hanssen en Sven Vek (misschien wel bekend van Mt. Atlas, waarmee ze in 2019 op Pinkpop speelden) of ze een voorprogramma wisten voor de Vlaamse metalband Doodseskader. Bijna tegelijkertijd kregen ze ook een uitdaging van literair festival ‘Opzich’ om een muzikale act op poten te zetten die aansloot bij de doelgroep van het festival. Zo werd het nu al merkwaardige IMP SYN geboren.

"We hebben toen tegen beiden gezegd: we hebben wel iets. Maar eigenlijk hadden we nog helemaal niks," vertelt Jeffrey. "We hebben Kees twintig seconden aan materiaal gestuurd – hij stuurde dat door naar Doodseskader en die gasten vonden het tof." Wat volgde was een muzikale snelkookpan. "In amper een maand tijd hebben we een hele EP in elkaar gezet, opgenomen, gemixt en gemasterd." Intussen ligt er al veel meer materiaal op de plank, al zal de helft daarvan waarschijnlijk nooit worden gereleased. "Ik wil niet meer werken zoals voorheen," zegt Sven. "Toen was ik tijdens het afronden van een album of EP alweer bezig met het volgende project. Alsof je een expositie wilt doen en dan pas gaat bedenken welke kunst je gaat maken, in plaats van andersom." Wat begon als een gelegenheidsformatie groeide dus razendsnel uit tot iets serieus. "Grappig eigenlijk, want voor onszelf is het nooit een gelegenheidsding geweest," zegt Jeffrey. "Laatst lazen we een vette recensie van onze show op Booch?, waarin iemand stelde dat het jammer was dat het onze laatste show was. Maar dat was helemaal niet zo natuurlijk."

De essentie van IMP SYN in woorden vangen? Haast onmogelijk. Gelukkig heeft het duo een gezonde dosis zelfreflectie. "Kort samengevat zeggen we altijd: 'Spinvis voor speedsnuivers'. Dat vat het wel samen," zegt Sven. "Al voelt een show van ons eigenlijk meer als een religieuze ervaring," voegt hij er met een knipoog aan toe. Jeffrey knikt instemmend en gooit er nog een schepje bovenop: "Door de frequenties die we uitstoten, wordt je ziel gewoon naar een andere dimensie getild. Dat gebeurt vanzelf, puur door het samensmelten van ons bewustzijn." Als dat geen spirituele trip is, weten wij het ook niet meer.

Hoe is het geluid van IMP SYN dat we bijvoorbeeld horen op hun onlangs verschenen debuutsingle eigenlijk tot stand gekomen, vragen we ons af. "Het is niet dat we maar wat doen, maar we doen wel precies waar we zin in hebben. Het woord ‘nee’ bestaat gewoon niet meer," legt Sven uit. "Er zijn geen grenzen meer als het gaat om geluid en inspiratie. Het ene moment hoor je een berimbau uit de Braziliaanse jungle, en een tel later ben je beland in een gabber-nummer." Het lijkt wel alsof er geen regels zijn voor IMP SYN. "En dat is echt zo," zegt Jeffrey met een glimlach. "De meeste dingen ontstaan omdat één van ons zegt: ‘Ja, is goed, doe maar.’" 

Het gebrek aan regels vertaalt zich tijdens vrijwel elke liveshow in complete chaos. Keyboard-onderdelen vliegen je om de oren en tussendoor krijg je doodleuk een stukje reclame voorgeschoteld. “Dat absurde zit deels bewust in de show, maar grotendeels komt het gewoon doordat wij zijn wie we zijn,” legt Sven uit. Probeer maar eens te achterhalen wanneer ze serieus zijn en wanneer ze je in de maling nemen – een onmogelijke missie. Maar precies dát is IMP SYN. Of nee, sterker nog: dat is Jeffrey en Sven, die zo met elkaar verworven zijn dat ze ook telkens elkaars zinnen afmaken.

Alles is open voor interpretatie. En eigenlijk is er ruimte voor álles. Zo belandde Sven laatst bij een wedstrijd van Roda JC, waar hij – naast een licht gevoel van teleurstelling – tot de ontdekking kwam dat het Limburgs volkslied best wat meer opsmuk kon gebruiken. En zo geschiedde: tijdens hun show in de kelder van jongerencentrum Outpoet (zaterdag 1 maart, red.) trapten ze af met hun eigen, ongetwijfeld verbeterde, versie van het volkslied. Wie weet pikt Roda JC het binnenkort op. Kan geen kwaad, toch?

Over inspiratiebronnen moet het duo even nadenken. Niet omdat ze die niet hebben, maar omdat hun muziek vooral ontstaat uit het feit dat Sven Jeffrey vaker ziet dan zijn eigen partner. “We delen zoveel met elkaar, het komt vaak gewoon vanzelf,” zegt hij. Toch waagt Jeffrey zich na een korte stilte aan een antwoord: “Jack Vinders is een goede artiest. ZZ en de Maskers ook.” Sven knikt en vult aan: “En ook wel Molchat Doma, dat soort praktijken… en er zit ook wat memetechno zoals Pompstation in natuurlijk.” Maar IMP SYN haalt niet alleen inspiratie uit muziek. Logisch ook, want hun liveshows hebben minstens zoveel te maken met cabaret als met muziek. “Ik haal ook veel uit komieken, vooral Belgische, zoals Wim Helsen, Bo Burnham. Al is die laatste niet Belgisch, trouwens”. zegt Sven. En dan is er nog de magische koffer van Jeffrey, gevuld met zo'n vijftienduizend samples. “Ik heb van alles, van een Avatar-sample tot Hulk Hogan en Reverend Franklin (de vader van Aretha). Die laatste hebben we ooit geprobeerd in een single te mixen, maar dat werkte niet.” Sven grapt: “Misschien komt dat later nog.” Waarop Jeffrey zonder aarzelen antwoordt: “Ik hoop het niet.”

Hoogtepunten zijn er ondanks het nog prille bestaan wel al: “Die show op Booch? was gedenkwaardig, en er is geen groter compliment dan dat iemand naar je toekomt na de show – terwijl Prins S en de Geit aan het spelen is – om te vertellen dat ze ons beter vonden dan de headliner zelf.” Of die keer dat ze in Groningen een show speelden tijdens Noorderslag en er uiteindelijk drie Italianen begonnen te dansen op ons keyboard. “De realiteit haalt ons de laatste tijd echt in wat absurde dingen betreft. We speelden een keer in de Oefenbunker en opeens stond er iemand met een moker te zwaaien, wij dachten dat die ergens werd toegereikt door de crew ofzo, maar het bleek gewoon een echte moker te zijn die iemand in zijn kofferbak had liggen.”
 

Nieuwe songs zijn ook onderweg. Binnenkort verschijnt de nu al legendarische track ‘Communistisch Transpireren’. Hoe die titel tot stand kwam? Jeffrey: “Ik werd laatst getatoeëerd en het was fucking warm. Roy, de tattoo-artist, en ik zaten allebei te zweten en toen dachten we: ‘Dit is het. ‘Communistisch transpireren’, je weet gewoon niet meer van wie het zweet is.’” Ook aan ambitie geen gebrek trouwens. Sven heeft een helder doel voor ogen: “Ik wil gewoon onderaan op allerlei festivalposters belanden, van Pukkelpop tot Jera on Air.” En de ultieme droom? Daar moeten ze even over nadenken. Even maar. Dan pleuren ze het toch maar op tafel: “Ons einddoel is het Songfestival.” Of de wereld daar klaar voor is? Dat is een vraag voor later.

We sluiten ons friturebezoek af met de meest cruciale vraag van de dag: wat is de favoriete snack van het duo? Sven neemt het woord, maar niet voordat hij een belangrijke kanttekening maakt: “Donnie (de eigenaar van de friture) is zo’n lieve man. Laat ik dat eerst even zeggen.” Dan, met de ernst van iemand die zojuist de zin van het leven heeft ontdekt: “Een favoriete snack? Dan ga ik toch voor de lucifer. Mét bickysaus. Als je nog nooit bickysaus hebt gegeten, dan heb je niet geleefd. Er is een leven vóór bickysaus en een leven erna.” Jeffrey voegt toe: “Voor mij is het toch echt een spoetnik. Wisten jullie trouwens dat ‘Spoetnik’ Russisch is voor ‘medereiziger’? Denk maar eens na… gehakt en uien, ze reizen samen.” Sven, die duidelijk al mentaal in een culinaire parallelwereld is beland, haakt enthousiast in: “Bickysaus met spaghetti bolognaise, dat is ook lekker.” Je raadt het al: het bleef nog lang onrustig in Friture Emma’s Diner.