Je hebt van die avonden waar je wekenlang naartoe leeft, maar die je stiekem ook het liefst nog even op pauze zou zetten. Vanavond is er zo één. Terwijl we richting De Reünie in Geleen rijden voor de allerlaatste editie van Geleen Calling, hangt er al iets ongrijpbaars in de lucht. Zo’n gevoel van: dit wordt er eentje voor in de boeken. Zo’n avond waarop alles klopt, en je bij voorbaat al weet dat je hem niet snel gaat vergeten. En zo'n avond werd het.

32 Ohm

De laatste editie van Geleen Calling wordt geopend door de local heroes van 32 Ohm. Deze band uit Sittard was opener op zowel de eerste editie in 2008 als nu dus op de laatste. De start is niet veelbelovend; hoewel de heren hard hun best doen, lukt het ze niet om direct vanaf de start te imponeren. Ze spelen postpunk, waarbij je de post soms zelfs kunt weglaten. Zanger Guido Scholl is geen topper en zijn zang is vaak dan ook een soort ‘spoken word’ staccato. Ze spelen een set van negen nummers en het derde nummer is ‘Popgymnastik’, hun meest recente single. Dat is een gimmick van hen: veel van hun nummers, vandaag 4 van de 9, zijn in het Duits. Dat werkt soms een beetje karikaturaal, want het lijkt alsof zelfs de Engelstalige songs met een Duits accent gezongen worden.

De tweede helft van hun set is een stuk beter. Die nummers, beginnend met ‘Maschinenstadt’, tonen meer potentie. Het beste nummer hebben ze uit de mottenkast gehaald, want ze speelden dat ook al op hun eerste Geleen Calling: ‘Munich Machine’ is een lekkere new wave-kraker. Bassist Paul Kusters neemt trouwens afscheid met dit optreden. Ze sluiten af met ‘Tadellos’. Waar hun muziek sowieso vaak gedomineerd wordt door keyboards, heeft dit nummer een synth-sound, die heel erg doet denken aan ‘Our Darkness’ van Anne Clark, een goede afsluiter. (RS)

32 Ohm

32 Ohm

Decorate. Decorate.

Van de Deense band Decorate. Decorate. is op de socials weinig te vinden. Niet gek als je bedenkt dat de band in 2006 is opgericht en in 2009 stopte. Wie googelt op de bandnaam, krijgt dan ook voornamelijk links voorgeschoteld naar webshops die tierelantijntjes verkopen om je woonkamer gezellig te maken. Een deep dive op internet levert nog een interview op uit 2009 – in het Deens – en dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Maar voor liefhebbers van indierock met een duistere stonervibe is er goed nieuws: sinds kort zijn ze weer bij elkaar en werken ze aan een nieuw album, dat in het najaar uitkomt.

Tijdens Geleen Calling trapt de vijfkoppige band af met ‘Evelyn’, gevolgd door ‘Surname of Copenhagen’, beide nummers van het album Normandie uit 2009. De laid-back rock met een intrigerende baslijn en donkere ondertoon ligt prettig in het gehoor. Het derde nummer ‘A Sun’ is de nieuwe single die op 21 maart uitkomt. Deze single blijkt naadloos aan te sluiten bij het oude werk: meeslepend en somber, met lange, onheilspellende uithalen van frontman Asbjørn Auring Grimm, die grossiert in dramatische poses. Daarna volgen onder meer het iets meer uptempo, maar eveneens wanhoop uitstralende ‘Europe Has No Heart’, het dansbare ‘Surface Tension’ en het werkelijk prachtige ‘Something To Hide’.

Zowel de oude als nieuwe nummers doen denken aan Editors, met af en toe vleugjes David Bowie, Joy Division en Nirvana. Stiekem kent de setlist best een goede opbouw, maar het wordt op een gegeven moment toch eentonig. We zijn niet de enigen bij wie de aandacht wat verslapt. Wanneer Grimm voor de zoveelste keer getergd de zaal rondkijkt, dwaalt onze aandacht af naar het publiek. Voor ons zitten twee bezoekers tiktok-filmpjes te bekijken, achter ons checkt iemand de aandelenbeurs. Maar muzikaal zit het allemaal uitstekend in elkaar en we zien uit naar het nieuwe album. Dat wordt waarschijnlijk een plaat om te beluisteren wanneer je eenzaam op de bank zit en zwelgt in de zwaarte van het leven. (MV)

Decorate. Decorate.

Decorate. Decorate.

Eosine

Superlatieven schieten tekort om de band Eosine te omschrijven. Het Belgische kwartet uit Luik kreeg al eerder lovende recensies. Vanavond waren we weer getuige van de emotionele explosie die deze vier jonge mensen weten te veroorzaken. Vanaf de eerste minuut staat alles áán. Frontvrouw Elena Lacroix beschikt, ondanks haar tengere gestalte, over een stem die tegelijkertijd breekbaar en krachtig is. Van psychedelische post-shoegaze tot progressieve indierock, meeslepende incantaties en extatische exclamaties: de band gooit vanaf de eerste minuut alles in de strijd om het publiek te betoveren.

En dat lukt. Deze live performance is er eentje om nooit te vergeten. Waar Lacroix in de setopener ‘Digitaline’ haar gitaar lijkt op te willen vreten, volgen later rustigere nummers als ‘Above’ en ‘And Now It Shows’ waarin vooral haar kraakheldere stem en enorme bereik een betoverende uitwerking hebben. Met slechts zeven nummers weet de – geheel in het wit geklede – band de volle drie kwartier vol te spelen. Daarbij schuwen ze de nodige experimenten niet. Zo kent ‘A Scent’ een spannende ritme-partij met triolen op drums, die een sinistere sfeer oproepen. 

Het klapstuk van de set is het gewaagde ‘No Horses’. Hierin wordt de hele muzikale trukendoos opengegooid. Een arsenaal aan experimentele maatsoorten wordt aangeboord, en er is voor de toehoorders geen peil op te trekken. Het resultaat: een tsunami aan emoties waar niet aan te ontkomen valt. De enige manier om het te overleven is je er met hart en ziel aan overgeven. Bijzonder knap is hoe de band dit gedurfde experiment vormgeeft. Mindere goden zouden zich hier vlot aan vergalopperen, maar het viertal houdt de teugels strak in handen. De veelvuldig gezongen mantra "I am lost and found" is voelbaar in elke porie. Vorig jaar kwam hun EP Liminal uit met daarop vier nummers. Diezelfde EP vliegt na de show hard over de toonbank. Zo hard dat ze binnen een mum van tijd uitverkocht zijn. Wij tellen intussen de dagen af tot hun debuutalbum uitkomt. (MV)

Eosine

Eosine

Marathon

Na het verpletterende optreden van Eosine het podium op moeten, is op z’n zachtst gezegd geen cadeau. Toch staat Marathon - Amsterdams, opkomend, maar nu al een vaste waarde in Geleen - hier vanavond voor de derde keer. “Het is tegelijkertijd een mooie en verdrietige avond,” zegt zanger Kay Coopmans, terwijl hij oprechte dankbaarheid uitspreekt voor de impact van Geleen Calling. En gelijk heeft-ie: nergens in Limburg komen jong en oud, zowel op als voor het podium, zó mooi samen.

Ondertussen sijpelt de geur van de frituur steeds nadrukkelijker de zaal in, maar Marathon laat zich niet afleiden en trapt vol het gaspedaal in met ‘Mosquitoes and Flies’. De toon is gezet: drie kwartier lang trekken ze een muur van gitaren op, zonder dat het verzandt in een modderpoel van herrie. De band werkt toe naar hun eerste album en als de vooruitgeschoven singles ‘For The Better’ en 'Shadow Raised a Star’ een voorbode zijn, dan belooft dat veel goeds. Indringend, hard, maar met genoeg gelaagdheid om af en toe even weg te dromen. Maar niet te lang, want het vijftal dendert genadeloos door. Het komt vanavond dan wel niet tot een moshpit, maar vanbinnen voelen we ons alsnog compleet door elkaar gerammeld door Marathon. (BR)

Marathon

Marathon

Desperate Journalist

Het eerste wat opvalt bij Desperate Journalist is het stemgeluid van zangeres Jo Bevan. Wat een powerstem, en dan ook nog loepzuiver. Een streling voor de oren. Het andere geheime wapen van de band is gitarist Rob Hardy, die riffs speelt die ons doen denken aan grootmeesters als David Gilmour of Steve Rothery. Bij het nummer ‘Hollow’ lijkt het een duet van stem en gitaar, neergelegd op een vederzacht bed, dat steady wordt verzorgd door de ritmesectie van drumster Caroline ‘Caz’ Helbert en bassist Simon Drowner.

Hun muziek wordt vaak omschreven als postpunk, maar het doet meer denken aan het allerbeste uit de new-wave periode. Instrumentaal wordt The Cure vaak gekanaliseerd, vooral bij ‘Silent’ hoor je dat heel goed terug. Niet raar overigens, als je beseft dat de bandnaam afkomstig is van een vage track van die band.

De band bestaat al sinds 2012. Net als vier van de vijf bands van vandaag speelden ze ook al eerder op Geleen Calling, acht jaar geleden. Helaas zijn ze, zeker op het vasteland van Europa, nooit door het grote publiek ontdekt en dat verdienen ze, afgaande op hun show van vanavond, wel degelijk. Een goede muziekvriend omschreef Desperate Journalist zelfs als ‘misschien wel de beste alternative band van het ogenblik’. We durven Ed niet tegen te spreken, dus dat heeft Geleen Calling toch goed gedaan door hen te boeken als headliner voor hun laatste editie. Van het eerste nummer ‘Fault’ tot het laatste ‘Satellite’ is dit genieten. Dit is hoe The Cure zou klinken als Björk er zanger(es) was geweest. (RS)

Desperate Journalist

Desperate Journalist

En dan, wanneer de laatste akkoorden nog door De Reünie nagalmen, weet je: dit was het.  Alleen nog die vage stempel op je pols, de geur van frituurvet die in je kleding is getrokken, en de herinneringen in je hart, die blijven. Ergens, diep in het collectieve geheugen van Geleen en omstreken, zal Geleen Calling blijven rondwaren. En wie weet… over een paar jaar… Geleen Calling: De Reünie, in De Reünie. Dromen mag.