Componist en pianist Robert Koemans zit er al helemaal klaar voor, aan de andere kant van onze WIFI-lijn. Maastrichtenaar Tom Ridderbeekx (trompet) schuift aan. Het tweetal vertegenwoordigt de elfkoppige jazzband Coal Harbour. ”We zijn ooit begonnen op het conservatorium van Rotterdam. Dat ligt in de wijk Coolhaven, vandaar onze naam.” Robert neemt als componist op natuurlijke wijze het voortouw in ons prettige gesprek. “Waar we begonnen als een jazz sextet met ritmesectie en blazers, hebben we daarna ook strijkers toegevoegd. Vanuit de jazz zijn we de vermenging met klassieke muziek gaan opzoeken. Eerst door dat repertoire in onze muziek te verwerken. Daarna ook meer op de compositorische manier.” Het Grachtenfestival in Amsterdam is hierbij een natuurlijke vertrekhaven geweest. “Dat was onze eerste keer dat we met strijkers speelden. Toen in 2015 is eigenlijk begonnen wat we nu nog steeds doen. Het is als zo vaak in de muziek en in de kunsten: je begint ergens mee, dan evolueert het en gaat het steeds stapjes verder. En nu bestaan we bijna tien jaar.” Robert zegt het. Maar beiden reageren hetzelfde: met een grote, trotse glimlach. “Die combinatie van jazzband en strijkers vormt een soort muzikale identiteit. En het geeft je compositorisch superveel mogelijkheden. Voor mij als componist is het een soort speeltuin. Bijna alles wat ik kan bedenken, kan ik ook opschrijven voor iedereen.”
Zo ook hun nieuwste stuk, waarmee zij dit seizoen langs de Nederlandse podia trekken: ‘Kafkaësk’. Een titel die meteen al beelden oproept, én vragen genereert… Iets wat ook gebeurde bij Robert zelf. ”Een paar jaar geleden was ik in het Kafkamuseum in Praag. Ik raakte geïntrigeerd door zijn leven en zijn indruk op de Westerse literatuur. Hoe kan dat? Er is zelfs een bijvoeglijk naamwoord van zijn naam gemaakt: kafkaësk. Ik heb me verder in de schrijver en jurist Franz Kafka verdiept. Toen afgelopen jaar zijn honderdste sterfdag was, durfde ik het aan om daar iets mee te doen. Je moet ergens ook een beetje van goeden huize komen, of een beetje gek zijn, om in jazz aan te komen met Kafka. Dan denken de meesten meteen: dit wordt heel erg ingewikkeld.”