We spreken na schooltijd af, want Jooy zit nog gewoon op de middelbare school. Althans, normaal gesproken. “Vandaag niet,” lacht ze. “Ik ben verkouden, dus ik ben thuisgebleven.” Wat meteen opvalt, is hoe vloeiend ze Nederlands spreekt. Best indrukwekkend, zeker als je bedenkt dat ze pas drie jaar in Nederland woont. Jooy is oorspronkelijk afkomstig uit Colombia, maar had weinig moeite met de verhuizing. “Mijn moeder kon hier een studie volgen,” vertelt ze. “En veel vrienden sprak ik toen toch niet, want het was midden in de coronatijd. Niemand had eigenlijk door dat ik wegging.” Ze zegt het met een lach, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Of ze in Colombia al met muziek maken bezig was? Ze schudt haar hoofd. “Nee, ik had nog nooit een instrument aangeraakt toen ik in Venlo kwam wonen. Mijn vader luisterde wel altijd naar alternatieve muziek, zoals Depeche Mode en The Cure, maar zelf muziek maken? Daar was ik nog niet mee bezig.” Niet zo gek natuurlijk, als je op dat moment pas elf bent.
Sindsdien is er veel veranderd. Jooy speelt inmiddels piano, bas en gitaar en dat heeft ze in slechts twee jaar tijd geleerd. Waren die instrumenten thuis dan gewoon voorhanden? “Nee, totaal niet,” lacht ze. “Op school hebben we een soort muziekstudio en op een dag dacht ik: hey, ik wil een instrument leren. Dus ik verzon altijd wel een reden om die studio in te duiken, al moest ik er een les voor skippen, haha. Ik bleef soms uren na schooltijd hangen om maar te oefenen.” Dat leverde af en toe bijzondere situaties op. “Eén keer zat ik met een vriendin tot zes uur in de studio. Toen we eindelijk naar huis wilden, bleek alles al afgesloten.” Dat zegt veel over haar liefde voor muziek.