Pablo van de Poel laat ons vol trots hun thuishonk zien, de artistieke bakermat van de DeWolff-sound. “Een paar jaar geleden hebben we onze Utrechtse studio naar hier verhuisd.” Alleen al door hier te zíjn, voel je hun muziek, zonder ook maar een noot te hebben gehoord. Vintage, analoog, retro, alsof een tijdcapsule zojuist is geland in het begin van de jaren '70. “Hier gebeurt het”, vertelt Pablo, die qua outfit ook volledig opgaat in de geest van die tijd. “We hebben het nooit gedaan met een ander doel dan iets moois maken. De drijfveer was nooit succes, geld of wat dan ook. Het voelt dan ook niet als werk. Als ik hier zit om nummers te schrijven en iemand vraagt me morgen: “Wat heb je gisteren gedaan”, dan zeg ik: O, niks, gewoon een beetje gechild... On tour is het een ander verhaal. Dat is wel uitputtend. Je bent veel weg van huis en zo. Maar ik doe het zo graag. Ik zie het als onderdeel van het mooie, grote geheel.”
Het grote geheel is ‘de wereld van DeWolff’. Bestaande uit het drietal Pablo van de Poel (“de creatieve ADHD-er“, gitaar/zang), Luka van de Poel (drums/zang) en Robin Piso (“de regelneef”, Hammond/Wurlitzer). Ze begonnen ooit samen in ‘Waereldsjtad Gelaen’. “Ten tijde van de eerste EP was ik zestien en mijn broer Luka dertien. We waren jong en vonden het gewoon heel leuk om muziek te maken, om lekker te jammen.” Maar hun sound viel al snel op. “In de Fenix (nu Volt, Sittard) was een open mic avond. Dat was ons eerste optreden. We konden ons eigenlijk niet voorstellen dat anderen zaten te wachten op onze jams van dertig minuten. Maar de mensen vonden het te gek.” Pablo vertelt het vol trots en met een grote dosis aan energie en enthousiasme. “Toen in Fenix is het zaadje gepland dat we echt door konden gaan. We namen al vrij snel een EP op bij Eddy Bopp in Sittard. Ron Engelen bracht het uit. Kort daarna wonnen we Kunstbende en mochten we bij 'De Wereld Draait Door' spelen. Door die drie dingen stonden we ineens helemaal op de kaart. En konden we zomaar geboekt worden voor de grote zaal van Paradiso...”