De eerste band van de laatste dag is Palehound. De Amerikaanse band, onder leiding van Ellen Kempner, maakt sinds 2013 indierock met invloeden van grunge, lo-fi rock en folk. Hun muziek valt op door Kempner's gitaarspel en indringende teksten over persoonlijke thema's zoals relaties en mentale gezondheid. Vandaag moeten we het echter stellen zonder de vertrouwde band: Kempner staat om 13.00 uur solo op het podium, gewapend met enkel een akoestische gitaar. Haar stem heeft iets ontwapenends, bij momenten breekbaar, perfect passend bij de intieme setting. Ook haar gitaarspel is technisch dik in orde en het publiek dat er is, knikt soms lekker mee. Toch wringt er iets: de magie van tracks als 'Eye On The Bat' – heerlijke slackersongs die normaal gezien gedragen worden door een vol bandgeluid – blijft uit. Wat overblijft is een sympathieke, ingetogen set die op geen enkel moment echt weet te verrassen. Leuk? Absoluut. Memorabel? Nauwelijks. (BR)
We kunnen er nu echt niet meer omheen: na de laatste dag van Misty Fields zit het festivalseizoen er toch echt op. Een vleugje melancholie hangt in de lucht. Vermoeid maar voldaan hijsen we voor de laatste keer onze versleten dansschoenen aan. Nog één keer trekken we eropuit, op zoek naar frisse ontdekkingen in de wereld van gitaren. Misty Fields biedt op deze gemoedelijke slotdag opnieuw volop talent, met gitaren in alle vormen en maten, terwijl het veld gevuld is met zowel jong als oud.
Palehound
Hoorsees
De klok sloeg gisteren nog voluit postpunk, maar vandaag is het een heel ander verhaal. Enter: Hoorsees, een Parijse indierockband die klinkt alsof ze rechtstreeks uit de jaren '90 zijn komen aanwaaien. Denk Pavement en The Strokes, maar dan met een flinke scheut Franse nonchalance. Hun muziek ademt die heerlijke, achteloze 'het kan ons niet schelen'-attitude, maar live is er geen spoor van luiheid te bekennen. De Fransen hebben simpelweg een karrenvracht aan goede nummers, en dat hoor je. Tracks als ‘Ikea Boy’ en ‘Artschool’ zijn zo aanstekelijk dat je ze na één keer horen niet meer uit je hoofd krijgt. En het gitaarwerk? Strakker dan de spijkerbroeken van Julian Casablancas in zijn beste dagen. Het publiek in de bomvolle tent smult. Maar dan slaat het noodlot toe: stroomuitval. En niet voor even. Nee, veertig minuten staan we droog. Het resultaat is een (logischerwijs) leeggelopen tent. Toch is het tekenend voor Hoorsees’ kunnen dat, zodra de lichten weer aangaan, mensen uit alle hoeken van het festivalterrein toestromen voor de laatste paar minuten van de set. De Fransen waren duidelijk met iets speciaals bezig. En wanneer je na zo’n tegenslag alsnog de boel in vuur en vlam zet? Dan verdien je een plekje bovenaan onze lijst. Herkansing volgend jaar? Weet je wat: laat die TWO op Best Kept Secret maar alvast plaats voor ze vrijmaken. (BR)
PM Warson
PM Warson klinkt alsof hij met Marty McFly’s DeLorean (voor de jonge lezers: uit de filmtrilogie Back to the Future) vanuit de vorige eeuw naar Misty Fields is gereisd. De dertiger werd aangekondigd als een ‘jonge oude ziel’. Deze verwachting maakt de Britse zanger helemaal waar: zijn warme stem, ondersteund door het jazzy geluid van de achtergrondzangeres en het Hammondorgel, brengt vintage tot leven. De set start met de titelsong van zijn gloednieuwe album A Little More Time, waarna hij nog twee tracks van dat album ten gehore brengt. Daarna volgt werk van zijn debuutalbum True Story uit 2021 en van het album Dig Deep Repeat uit 2022. Zijn stijl laat zich omschrijven als R&B met een overduidelijke knipoog naar americana, Deltablues, oude jazz en rock-’n-roll. Samen met zijn band zet hij een hele degelijke, steady show neer, die nergens écht spannend wordt, maar ons meevoert op nostalgische golven. De hoge bomen rondom het buitenpodium en het gefilterde zonlicht maken die zwoele sfeer helemaal af. (MV)
Cairo Jag
Nog doezelig van PM Warson begeven we ons naar de tent Het Veld om daar woest wakker geschud te worden door de mannen van Cairo Jag. De band werd opgericht in 2017 en maakte al snel naam in de eclectische muziekscene van Indianapolis. Op Misty Fields bewijzen ze waarom. Het Amerikaanse trio laat er geen gras over groeien en zet in met een stevige bak herrie. De scheurende gitaren vliegen je om de oren, en tijd om even op adem te komen is er niet. Een enkele keer lijkt de band een iets (iets!) rustiger, melodieuzer nummer in te zetten, maar voor je het weet, komt er een bridge waarna je weer van je sokken geblazen wordt. Met invloeden uit punk en psychedelische muziek heeft Cairo Jag een eigen soort losgeslagen garagerock gecreëerd, die de band met onstuimige passie over het voetlicht brengt. Probeer dan maar eens stil te blijven staan. (MV)
Julianna Riolino
Julianna Riolino is een Canadese singer-songwriter, die vooral bekend staat om haar mix van country, folk en rock. Vorig jaar stond ze nog op Misty Fields met Daniel Romano's clubje, maar nu is het haar moment om te shinen. Dat doet ze met een gezonde portie americana en een stel bandleden die rechtstreeks uit een westernfilm lijken te komen. De drummer heeft zich voor de gelegenheid in een matrozenpakje gehesen, terwijl de bassist, die de hele set geen lachspier in zijn gezicht vertrekt, zijn cowboyhoed stevig op het hoofd plant. Je voelt meteen waar we heen gaan: de klassieke country wordt hier verpakt met een gezonde scheut rock-‘n-roll. Wat volgt is een energieke set en Riolino - die haar eigen naam meer dan tien keer noemt - heeft er veel zin in. Jammer dat veel liedjes op zichzelf niet genoeg boeien, want op de momenten dat ze dat wel doen, zoals in het heerlijk rockende 'You', dreigt het optreden wel memorabel te worden. Dat wordt het nu niet, maar wie weet bij een tweede album (Riolino is bezig met nieuw werk) wel. (BR)
The Grogans
De bandleden van The Grogans leerden elkaar kennen op de middelbare school en startten in 2018. Zelf omschrijven ze hun stijl als surfrock uit de jaren zestig. Hoewel we af en toe een ieniemienie vleugje Beach Boys horen, bijvoorbeeld in ‘I’m Not Sure’ en ‘Hey Ma’am’, smaakt hun meest recente album Find Me A Cloud uit 2023 vooral naar garagerock met snufjes blues, indie, vintage psych en oude punk. Maar het Australische trio is afkomstig uit Melbourne en ademt dus bijna als vanzelfsprekend een laidback Aussie-sfeer uit. Energieke nummers en soulvolle ballads wisselen elkaar in een ongenadig tempo af, met onuitputtelijk enthousiasme. Zanger Quin Grunden verslikt zich af en toe in zijn kopstem, waardoor sommige noten zo vals klinken als de fluit van Dirk Kuijt. Maar dat mag de pret niet drukken. The Grogans zetten in De Mist (de tent, niet het natuurverschijnsel) een sterke show neer met een uitstekende opbouw. Ook niet onbelangrijk: de teksten zijn verstaanbaar, waardoor – naast liefdesperikelen en ander gedoe – hun oproep tot wederzijds begrip en ‘doe ff niet zo moeilijk’ ons prima bereikt. (MV)
Omni
Deze postpunkband (jawel, ook vandaag zijn ze er weer) zag in 2015 het levenslicht dankzij ex-Deerhunter gitarist Frankie Broyles. Ondanks vier platen op hun conto blijft de grote doorbraak voorlopig uit. Dat ligt wellicht aan het feit dat Omni – die overduidelijk hun mosterd halen bij grootheden als Gang of Four en Television – niet bepaald de meest baanbrekende postpunk brengt. In een genre dat ondertussen zowat uit z’n voegen barst, hebben ze moeite om zich echt te onderscheiden en dat blijkt ook vanmiddag in de halflege tent van Het Veld. Waar de catchy, dansbare baslijntjes in het begin nog een paar heupen in beweging krijgen, beginnen ook die enthousiastelingen na een nummer of vijf, die verdacht veel op elkaar lijken, stilletjes de tent uit te sluipen. Niet dat Omni slecht speelt, verre van, maar na een weekend vol bands die hetzelfde kunstje doen, en dat vaak net iets strakker, blijft er van de aanvankelijke vibe weinig over. Omni maakt het vandaag helaas niet waar, dus blijven we braaf wachten op nieuw werk en wellicht dat de band ons dan wel van de sokken blaast. (BR)
BLUAI
Vorige week zagen we BLUAI (spreek uit als ‘blue eye’) al op Bruis, vandaag is deze Vlaamse band lastminute ingevlogen als vervanger van Another Sky die door omstandigheden op het allerlaatste moment verhinderd was. Opgericht in 2021 won BLUAI binnen korte tijd belangrijke talentenjachten in Vlaanderen. Indiefolk en zachte gitaarpop uit de jaren negentig kenmerken het geluid van deze band. Op Bruis hebben we al ervaren dat het ogenschijnlijk rustige repertoire tot aangename verrassingen kan leiden. Het zit muzikaal allemaal uitmuntend in elkaar, de meerstemmige zang klinkt als een klok en af en toe gaat de beuk er op aangename wijze in. De sterke gitaarsolo’s en het serieuze plezier dat de band uitstraalt, staan garant voor een sterk optreden. Op de valreep invallen heeft echter zo z’n nadelen: de tent was niet vol, zeker niet vooraan, en tijdstip en locatie lijken voor BLUAI niet optimaal. Het buitenpodium had volgens ons beter bij deze sympathieke en talentvolle band gepast. Tot slot, kunnen we ophouden met deze band voortdurend te introduceren als ‘all female band’? We hebben het immers nooit over een ‘all male band’, dus graag kappen met die irrelevante toevoeging. (MV)
BIG SPECIAL
Je moest ze eens zien, de lads van Big Special, met een pint in de hand en een dikke duim omhoog lopen ze het podium van Het Bos op. Het lijkt erop dat iedereen wel een stukje van Joe Hicklin en Callum Maloney wil meepikken, en gelijk hebben ze. Postindustrial Hometown Blues is zonder twijfel een van de betere postpunkplaten van het jaar, en live vertalen ze die energie zonder moeite naar het podium.
De invulling van het podium is verrassend minimalistisch: één instrument, het drumstel van Maloney, aangevuld met een drumpad dat hij na elk nummer nét iets te veel aanraakt. Toch weet hij met die beperkte setup een muur van geluid neer te zetten die door merg en been gaat. Het tweede “instrument” is onmiskenbaar Hicklin’s stem, die als een verbaal geweer keiharde lyrics op het publiek afvuurt. Zijn rauwe, haast dichterlijke stijl maakt indruk, met teksten die maatschappelijke frustraties en persoonlijke worstelingen zonder omwegen aankaarten. Denk aan Arab Strap op hun meest melancholisch en IDLES op hun felst, maar bovenal klinken ze als zichzelf: hard en oprecht. Wat Big Special echt bijzonder maakt, is dat ze zich zonder enige moeite weten te onderscheiden in een weekend vol optredens. De backingvocals, baslijnen en synths komen weliswaar uit een doosje, maar ze komen ermee weg omdat hun energie en presentatie zo overtuigend zijn. Bijkomend voordeel: ze hebben nu al een arsenaal aan songs waar ze uit kunnen putten. ‘THIS HERE AIN’T WATER’ en ‘BLACK DOG / WHITE HORSE’ worden luidkeels meegezongen door de voorste rijen, en het lijkt een kwestie van tijd voordat dit duo zijn inspiratiebronnen achterna gaat. (BR)