Iets na achten betreden we de kleine zaal van de Muziekgieterij, waar Jess Ribeiro haar set heeft afgetrapt. “Ik ben helemaal alleen hier, helemaal vanuit Australië,” moppert ze met een knipoog. Die droge humor zet meteen de toon, met grappen over haar verleden als leerkracht en een huwelijksaanzoek aan een fan in Antwerpen gisteren. De sfeer? Losjes en gezellig, precies wat je wilt van een voorprogramma. De liedjes zelf zijn mooi, maar zonder al te veel om het lijf. Een halfuurtje boeien lukt net, al mist Ribeiro duidelijk haar band. “Ik speel een beetje traag, want ik mis mijn muzikanten,” geeft ze toe. En eerlijk? Daar kunnen we haar geen ongelijk in geven.
Singer-songwriters, je hebt ze in alle geuren en kleuren, maar gelukkig weet de Muziekgieterij ze met zorg uit te kiezen. Naast hun neus voor top 40-materiaal schatten ze ook de alternatieve scene bovengemiddeld goed in: Kevin Morby is daar het levende bewijs van. Al jaren een gewaardeerde naam met een stapel steengoede platen achter zijn naam. Vanavond pakt hij uit met een sterke band, glitter op z’n wangen en een setlist vol bloedmooie songs. Het resultaat? Een avond muziek van het hoogste niveau. En daar smult de zaal terecht van.
Wat klinkt als een muzikantenromance uit een verloren notitieboekje van Nick Cave, is voor Kevin Morby en zijn partner Katie Crutchfield - frontvrouw van Waxahatchee en, jawel, Grammy-genomineerde - pure realiteit. Het stel ontmoette elkaar niet op een of andere datingapp, maar gewoon omdat ze toevallig tot de beste songschrijvers van hun generatie behoren (there, we said it). Ondertussen is hun liefdesverhaal ook muzikaal een succes van jewelste geworden: Katie dient vaker als inspiratie voor Morby's nummers en ook zelf laat ze zich vaker prikkelen door haar partner, wat resulteert in de meest prachtige songteksten. Enfin, we kunnen bezig blijven over hoe goed Crutchfield wel niet is (haar laatste album bezorgt ons bij elke draaibeurt de meest fijne rillingen), maar vanavond is het aan Morby zelf om in Maastricht zijn kunsten tonen.
Morby trapt de avond in Maastricht af met de titeltrack van zijn nieuwste album, This Is A Photograph. Het album mag dan draaien rond verlies en sterfelijkheid, het is ook de meest bruisende en optimistische plaat van de 35-jarige Amerikaan tot nu toe. Terwijl hij zingt, klinkt het alsof hij de breekbaarheid van het leven viert: “This is what I’ll miss about being alive / This is what I’ll miss after I die.” Het nummer is een hoogtepunt in een set die ons meeneemt van ingetogen momenten tot euforische uitbarstingen. De inspiratie voor zijn laatste album kwam na een schrikmoment: een helse avond waarin Morby’s vader in elkaar zakte. Later bekeek hij een doos vol oude familiefoto’s, die hem zowel raakten als aanzetten tot reflectie. Die herinneringen worden de brandstof voor het album. “Als ik dan toch over de dood zing,” vertelde Morby daarover, “dan wil ik ook het leven vieren.”
Veel woorden verspilt Kevin Morby niet vanavond. Een eindeloze reeks thank you’s en lofuitingen naar het publiek, daar blijft het zo’n beetje bij. Maar waarom praten als de muziek alles zegt? Dat doet ze – en hoe – al laat de ijzersterke band zich soms net iets té ver gaan. De saxofonist (die trouwens ook prachtig dwarsfluit speelt zo nu en dan) verliest zich een enkele keer in een overdadige solo, maar kom: als dát de grootste kritiek is, weet je dat de rest van de avond dik in orde is. Neem het prachtige ‘Five Easy Pieces’: Morby nestelt zich op de rand van het podium en laat zijn stem in al zijn kracht schitteren. Of ‘I Have Been To The Mountain’, een wrange reflectie op de gruweldaden in deze wereld, waarin hij smekend de lucht inschreeuwt: “Calling out / Demanding answers / Pleading skies / Cry for hours.” Het zijn teksten die op papier niet zouden misstaan naast een roman, maar die op het podium nóg meer kracht krijgen.
Daar schuilt Morby’s meesterschap: hij weet elk nummer een andere muzikale lading mee te geven, zonder dat het voelt alsof je naar een verzameling los zand zit te luisteren. Vanavond bewijst hij dat hij niet alleen een ongenadig sterke songwriter is, maar ook als performer tot de top van de indiewereld behoort. En dat alles zonder veel woorden vuil te maken. Jeff Buckley, niet alleen een inspiratiebron voor zijn laatste album (hij trok naar Memphis om meer over het leven en de dood van Buckley te weten te komen) maar ook een van de artiesten waarmee Morby zich identificeert, kan trots zijn. Chapeau.