Doodseskader mixt zoals gezegd graag genres en houdt niet van hokjes denken. Daarom opent vanavond een verrassende act: $KEER&BOO$, de Limburgse hiphopper met strakke raps en een vleugje Limburgse tongval. Sinds 2017 brengt hij met regelmaat muziek uit in diverse projecten. Ook vanavond staat hij niet alleen op het podium, maar met Umbro, Dookie en Eijer. De vier proberen het publiek op te warmen, wat in het begin een beetje stroef verloopt. Maar naarmate de set vordert, nemen de intensiteit van de songs en de respons van het publiek toe. Langzaam schuifelen mensen dichter naar het podium en een groot deel van het publiek steekt hun handen in de lucht wanneer $KEER&BOO$ vraagt om mee te viben. Zijn ambitie klinkt door in lyrics als: “Ga ik sterven, dan sterf ik als een fucking legend.” Over die legendarische status twijfelen wij nog, maar vanavond valt in elk geval vooral de rauwheid van zijn raps op en in die zin past hij goed bij de rauwe emotie die ook Doodseskader overbrengt met hun muziek. Met het laatste nummer van de set, ‘Heavy Metal’, maakt hij in elk geval een mooi bruggetje naar de hoofdact van vanavond.
Het Belgische Doodseskader houdt ervan om grenzen te verkennen en hun muziek laat zich dan ook lastig in een hokje plaatsen. Het is sludge, het is metal, maar dat alles met duidelijke invloeden van hiphop, R&B, grunge, hardcore en een flinke dosis elektronica. Het klinkt als een onwaarschijnlijke combinatie, maar vanavond laat de band in Sittard horen dat dit werkt. En hoe!
Hoewel, echt heavy metal kunnen we Doodseskader natuurlijk niet noemen, zoals direct opvalt in het begin van de set bij ‘Pastel Prison’. Het nummer begint groovy, maar halverwege is er een ijzige schreeuw die ons verder de diepte van het nummer in sleept. De band zet vanavond een sterke muur van geluid neer en dat met slechts twee man: Tim de Gieter, die we o.a. ook kennen als de bassist van Amenra, en Sigfried Burroughs, o.a. van Kapitan Korsakov. De muziek is keihard, intens en soms zelfs emotioneel. Dat ligt deels aan de complexiteit van de muziek, die je meeneemt in een achtbaan van geluid en emotie, maar zeker ook aan de teksten. De lyrics gaan vaak diep: ze zijn openhartig, eerlijk en introspectief. Zoals in ‘It’s Not An Addiction If You Don’t Feel Like Quitting’: “This is a lifeline? – I’m Drowning / This a goldmine? – I’m starving / This a future? – No thank you / This a fuck up I’ve got used to”. Zoals de band het zelf verwoordt: hun muziek dient als een spiegel voor het leven: soms bruut, soms fragiel, soms geeft het energie, maar het is altijd onverwacht.
De snijdende en brute vocalen van zowel De Gieter als Burroughs, gecombineerd met intense grunts maken vanavond indruk. De Gieter ijsbeert regelmatig over het podium en staart soms dreigend de zaal in. Opvallend is vanavond de mooie uitvoering van ‘Plastic Skin/Warm Flesh’, van de soundtrack van de game Tides of Tomorrow, een spel waarin een dodelijke plastificering dreigt alle levende wezens te doden en het is aan jou als speler van de game om dit te overwinnen. Een nummer met een duidelijke boodschap, dat aantoont dat Doodseskader niet alleen uitblinkt in energieke basdreunen, maar ook een intense lading neerzet in rustigere nummers. Die intensiteit is ook terug te zien in de visuals: we zien steeds levendige, kleurrijke, haast psychedelische projecties, altijd passend bij de sfeer van het nummer, met flarden van songteksten.
Na dit rustmoment wordt het tempo weer opgevoerd als ‘I Ask With My Mouth, I’ll Take With My Fist’ wordt ingezet. Ook hierbij vallen de lyrics op: “In eenzame hoogtes en lelijke laagtes / Vanaf mijn geboorte / Mijn tergende traagte / Werd ik gegeseld en bespuwd / Bemind en gedragen / Door menig mens geschuwd / In mijn donkerste dagen”. De band combineert hierin niet alleen verschillende genres, maar ook verschillende talen, iets dat ook opvalt bij het nummer ‘FLF’ waarin Engels, Frans en Nederlands worden gecombineerd. De hypnotiserende, haast beklemmende beat sleept ons volledig mee en ook aan de reactie van het publiek is te merken dat dit een van de hoogtepunten van de set is. Vervolgens komt er een einde aan dit krachtige optreden met ‘Bone Pipe’ en ‘People Have Poisoned My Mind To A Point Where I Can No Longer Function’.
Er wordt veel nieuwe muziek uitgebracht in de hardere muziekscene, maar laten we eerlijk wezen: van veel innovatie is binnen dit genre in het algemeen geen sprake. Daarom overtuigt Doodseskader juist zo: het is anders, het is uniek en ondanks dat het zware en intense muziek is, is het ook verfrissend om zo’n andere en creatieve invalshoek te horen. Doodseskader heeft een heel eigen geluid ontwikkeld en we zijn benieuwd hoe in de toekomst de grenzen van creativiteit en genres nog verder verkend zullen worden door deze Belgen.