We zakken af naar de Oefenbunker, een poppodium zonder uitpuilende agenda maar mét zorgvuldig gekozen artiesten die in het profiel passen. Het Chileense Inverness behoort ook tot dit rijtje want ze mogen de avond openen. De band, met twee drummers (!), knalt er vanaf het begin in. Instrumentaal staat het als een huis, helaas nemen de vocalen een erg prominente plek in. De zang is net wat te wisselvallig om het optreden echt solide te maken. Zanger Rodrigo Jarque vertelt dat het de eerste keer is dat de band een tour doet in Europa en ze moeten haast gedacht hebben: ''laten we het er dan maar van nemen''. De band speelt een voorprogramma van bijna vijftig minuten en dat blijkt dan ook wat teveel van het goede.
Als je het aan ons vraagt zijn er weinig dingen beter dan het weekend aftrappen in een donker poppodium. Toch hebben we al eens een betere voorbereiding gehad op een show dan vanavond het geval is: de focus in Parkstad ligt al dagen lang op de promotiekoers van Roda JC en het stralende weer doet ons eerder verlangen naar een pas gemaaide festivalweide dan naar een kille concertzaal. Bij het horen van het aantal verkochte tickets veren we ook niet direct omhoog. Ervaring leert echter dat dit soort avonden vaak uitgroeien tot de mooiste momenten. Aan de Ierse postrockband A Burial At Sea om ons vanavond te verrassen.
Dan is het de beurt aan het hoofdprogramma van de avond: A Burial At Sea komt iets na tienen het podium op, knikt eens naar de geluidsman en ramt er direct kiezelhard in met 'tor head'. Vanaf minuut één is het duidelijk dat het geluid hard, maar kraakhelder is. Een bas die zo diep klinkt als de stem van Leonard Cohen op 'You Want It Darker' en een trompettist die moeiteloos beweegt tussen postrock en jazzy progrock. De half volgelopen Oefenbunker zet voorzichtig wat stapjes richting het podium, al is het maar om alle pedalboards van dichterbij te kunnen aanschouwen.
Een setlist vinden we niet op het podium en is blijkbaar niet nodig, de band speelt dan ook ogenschijnlijk gemakkelijk. De drummer weet precies wanneer het tempo iets omhoog moet en de overige bandleden spelen moeiteloos op elkaar in. Dat doet het vijftal dan ook nog eens in een verschroeiend tempo: er vallen nagenoeg geen stiltes tussen de nummers. De muur van geluid die de band optuigt komt het meest indrukwekkend naar voren in het prachtige 'down to the floor', een lied dat qua sound makkelijk de grootste arena's kan vullen.
Wanneer de band het zorgvuldig opgebouwde 'Hy-Brasil' inzet is het duidelijk dat ze de perfecte balans hebben gevonden. Rustigere momenten worden afgewisseld met bombast, zonder dat het ooit lomp wordt. Het is fascinerend om te zien hoe de band ook in de rustigere stukken weet te boeien. 'NEW old' start heel rustig en klein, en de prachtig klinkende trompet stelt ons gerust: er is echt niets mooiers dan muziek. A Burial At Sea verdient een groter publiek, al is het ook leuk om over een paar jaar - als ze in de TWO op Best Kept Secret spelen - te kunnen zeggen: 'die heb ik nog in de Oefenbunker gezien'.