Ook op de tweede dag van Pelagic Fest, dat ter ere van het 15-jarig bestaan van platenlabel Pelagic Records wordt georganiseerd, zijn er weer veel mooie post-rock en post-metal bands te zien in Maastricht. Buiten schijnt de zon, maar wij hullen ons in de duisternis in de Muziekgieterij en genieten van de donkere klanken van onder andere Årabrot, Year of No Light en Bipolar Architecture. Helaas moest Ihsahn vandaag afzeggen, nadat Psychonaut al eerder had moeten cancelen, maar gelukkig springt Cobra the Impaler last-minute in en weet zo het publiek alsnog een knallend slot te bezorgen.

Bipolar Architecture

Het Duits-Turkse Bipolar Architecture bracht eerder dit jaar het twee album getiteld Metaphysicize uit. De band balanceert op het snijvlak van post-metal, djent, en death metal, zonder daarbij de subtiele nuances uit het oog te verliezen. Hun muziek ademt een diepe melancholie, versterkt door de intense en schorre schreeuw van frontman Sarp Keski en de verfijnde gitaarlijnen die hier en daar doorklinken. Vandaag is de afstelling van het geluid helaas verre van ideaal, waardoor die fijne gitaarlijnen nauwelijks hoorbaar zijn. Dat is jammer, want op album maakt de combinatie van de haast breekbare gitaarmelodie en de intense schreeuw de muziek van deze band juist zo uniek. Gestart wordt vandaag met de titeltrack van het tweede album, ‘Metaphysicize’. De drummer valt direct op, deels omdat het geluid van zijn drums keihard staat, maar ook door de intensiteit en energie waarmee Ata Çetin speelt. Later in de set, als de band het nummer ‘Kaygi’ inzet, verbetert het geluid gelukkig enigszins. Er wordt afgesloten met een mooi instrumentaal nummer en ondanks de geluidsproblemen was het duidelijk dat de band blij was om op Pelagic Fest te spelen. (AW)

Bipolar Architect

Bipolar Architect

Briqueville

Briqueville (een Franse vertaling van het Belgische dorp waar de band uit afkomstig is: Steendorp) omhult zichzelf in mysterie: de identiteit van de bandleden is onbekend en op het podium verschijnen ze in lange gewaden en maskers. Deze anonimiteit zorgt ervoor dat de focus op de muziek ligt en niet op de personen, of zou het simpelweg een methode zijn om makkelijker van bandlid te wisselen zo af en toe? Hoe dan ook, ook vanavond zien we de band weer gehuld in duisternis en veel rook, passend bij de muziek: repeterende riffs, donkere soundscapes, soms haast psychedelisch. Briqueville neemt ons, met hun veelal instrumentale nummers, mee op een duistere, haast meditatieve trip. Bij een aantal nummers is er zang en spoken word, die, door de effecten die gebruikt worden daarbij, het geheel nog spookachtiger maken. Halverwege de set springt vooral ‘Akte XII’ er bovenuit met zijn meeslepende opbouw en een melodie die de rest van de dag in ons hoofd blijft hangen. Er is weinig interactie met het publiek, maar dat zou dan ook niet passen bij het mysterieuze imago van de band. De linker gitarist loopt wel regelmatig naar de rand van het podium, wat met zijn masker en gewaad een haast dreigende indruk maakt. Het publiek gaat in elk geval helemaal op in de hypnotiserende klanken van deze Belgen, duidelijk merkbaar ook aan het grote applaus dat de band na afloopt krijgt. (AW)

Briqueville

Briqueville

Year Of No Light

Ooit begonnen als een band met vocalist, is het Franse Year of No Light nu alweer heel wat jaartjes een instrumentale band. Dit zestal, inclusief drie gitaristen en twee drummers, neemt ons met torenhoge muren van gitaren en sombere synths mee naar een andere wereld. De reis naar deze andere wereld begint vandaag met het nummer ‘Hiérophante’. Met dit nummer laat de band direct zien waar ze voor staan: een prachtige uitgesponnen intro die toewerkt naar een versnelling en een toename van de intensiteit van de muziek. Opvallend is de rol van Bertrand Sébenne, die tijdens de meeste nummers start op zijn keyboard en, als de intensiteit van het nummer toeneemt, zijn keyboard verruilt voor het tweede drumstel. De band laat verder weinig enthousiasme zien en ook onderling is er weinig interactie, maar het is duidelijk dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld. In de eerste helft van de set lijkt het alsof de band er nog even in moet komen, net als het publiek. Er gebeurt weinig en er is weinig afwisseling qua muziek. Maar als het nummer ‘Alètheia’ wordt ingezet, reageert het publiek enthousiast en er wordt even mee geklapt, alvorens de ogen te sluiten en op te gaan in de donkere klanken. Voor het laatste nummer vertelt een van de bandleden dat een van de gitaristen momenteel aan het vechten is tegen kanker en dat er daarom vandaag een vervangende gitarist bij de band speelt. Een moeilijke periode dus voor deze band, die desondanks een prachtig optreden neerzet, weliswaar met een ietwat trage start. (AW)

Year Of No Light

Year Of No Light

Årabrot

De Noorse noiserock band Årabrot is een mooie toevoeging aan de line-up. Niet alleen omdat de band past tussen alle andere avontuurlijke bands dit weekend, maar vooral omdat ze een geheel eigen sound hebben die totaal anders is dan de rest van de muziek die we te horen krijgen. Mocht je het geluid met een andere band willen vergelijken, dan kom je al snel uit bij het oude werk van The Tea Party. Het typische stemgeluid van Kjetil Nernes (the man with the hat) en Karin Park (die we ook solo hebben gezien dit weekend) zorgen voor een kille sfeer. Naar eigen zeggen zijn ze te “black” voor metal en te avant-garde voor punk.De show die we vandaag voorgeschoteld krijgen overstijgt onze verwachtingen. Nu hebben we natuurlijk veel bands gezien die het niet van de interactie moeten hebben, maar dat wordt dubbel en dwars goedgemaakt door Årabrot. Wat we zien is in elk geval de best geklede band van dit weekend en wat we te horen krijgen is genre overstijgend. Het vliegt van stevige riffs, naar kille synthesizers, naar folk, new wave, gospel en americana. Het mooie is dat alles klopt. Er is veel interactie met het publiek en zelfs een stagedive van Karin. We krijgen een stukje community zingen bij ‘We Want Blood’ en “priester” Kjetil spreidt zijn armen als hij predikend tot ons spreekt. De energie tussen beiden is uitstekend: in het echte leven zijn ze dan ook een koppel. Karin Park blijkt een professioneel multi-tasker te zijn. Links en rechts bespeelt ze de synths, terwijl ze zingt en danst. Hoogtepunten van deze set zijn de nummers ‘Cathedral Light’, ‘Kinks of the Heart’ en het bezwerende ‘Sinnerman’. Een terecht lang applaus valt de band ten deel. We want more! (BH)

Arabrot

Arabrot

The Devil's Trade

We pikken dit weekend ook een optreden in de foyer mee. Naast NYOS en Arms and Sleepers op zaterdag is er op zondag een bijzondere persoonlijkheid te zien. De Hongaarse singer-songwriter Dávid Makó (alias The Devil’s Trade) speelt een solo set van een half uur. Dat is vrij kort, maar genoeg om de mensen kennis te laten maken met zijn unieke stemgeluid en sfeervolle muziek. Inmiddels is het soloproject uitgegroeid tot een volwaardige band, waarop Makó duidelijk zijn stempel drukt. Als band is het indrukwekkend en werden festivals als Soulcrusher en Roadburn al overtuigd door de mystieke kunsten van deze Hongaarse briljant. Maar vandaag gaat hij “naakt”. In de foyer is het rumoerig, maar als Makó start wordt het vrij snel stil. Hij weet de foyer naar zijn hand te zetten, ondanks dat het geluid matig is. Hij stelt zich kwetsbaar en dankbaar op en neemt ons mee in zijn politiek getinte verhalen. Helaas hebben jullie er niks aan, geeft hij aan. Zijn teksten zijn namelijk in het Hongaars. Vijf nummers worden met ons gedeeld. Het is een sereen en emotioneel moment, tussen alle gitaargeweld van dit weekend. Makó heeft de beste stem van dit weekend en raakt de gevoelige snaar. (BH)

The Devils Trade

The Devils Trade

Cobra the Impaler

Je bent op vakantie in München en om acht uur in de ochtend rinkelt je telefoon. Of je vanavond in Maastricht kunt komen spelen met je band, want Ihsahn is slachtoffer geworden van een staking op de luchthaven in Oslo. Dat overkwam Manuel Remmerie vanochtend. Om 15 uur zat hij in het vliegtuig naar Düsseldorf om vervolgens als een gek naar huis te rijden, zijn spullen te pakken en koers te zetten naar de Muziekgieterij. Cobra the Impaler heeft de eer om Pelagic Fest van een heerlijke laatste muilpeer te voorzien. Een vlammende, agressieve set wordt over ons uitgestort. Na het openingsnummer ‘Season Of The Savage’ wordt de versnelling erin gegooid met ‘The Message’ om vervolgens met nog meer gif ‘Colossal Gods’ te spelen. De interactie met het publiek is vanaf de eerste minuut aanwezig en de zaal wordt dan ook behoorlijk opgezweept om nog één laatste keer alles te geven. De band geeft in elk geval het goede voorbeeld.De sound van Cobra the Impaler is niet doorsnee. Er zitten behoorlijk wat old-school elementen in (klassieke gitaarsolo’s en thrashy versnellingen), maar toch klinkt het vernieuwend en af en toe gewoon lekker lomp. Het gitaarspel is technisch heel sterk, de ondersteunde zang en bassgitaar zorgen voor de nodige groove en het drumwerk is heel strak. Pelagic Fest krijgt met deze zuiderburen een waardig einde. Nog een laatste keer worden de hoofden gebogen bij ‘Assins Of The Vision’ en met een gedenkwaardige, laatste riff is het weekend klaar en hopen we op een herhaling in de toekomst. (BH)

Cobra The Impaler

Cobra The Impaler