En om maar meteen met dat reusachtige nummer te beginnen: zet je koptelefoon op, sluit je ogen en laat je meevoeren op de rug van een vliegende luiaard. Een soort van meditatieve atmosferische trip in een psychedelisch landschap waarin de bandleden losgaan in al hun creativiteit zonder dat het ook maar ergens onsamenhangend wordt. Het nummer begint ingetogen maar de spanning wordt mooi opgebouwd naar halverwege het nummer, waarin de luiaard ons met een gitaarsolo met beide benen op de grond zet. "Let it go" zingt zanger Jasper Hesselink meermaals beklijvend, om vervolgens weer onze trip voort te zetten. Dit wordt nog eens herhaald in het tweede gedeelte van dit muzikale epos waarbij ook het drumwerk van Dinand Claessens steeds meer aandacht verdient. Het nummer eindigt ook weer ingetogen en wij stappen met een tevreden gevoel af van de rug van de luiaard. Deze psychedelische mix van rock en blues gaat vergezeld met een fraaie kunstzinnige video die je alleen nog maar meer in hogere sferen brengt. Voor degenen onder ons die willen trippen zonder echte paddenstoelen te eten, lijkt 'Flight of the Sloths’ het perfecte tripmiddel.
''The wolves are coming'' zongen de mannen van No Man’s Valley al negen jaar geleden. De single was een regelrechte hit op de streamingdiensten mede vanwege de bekendheid die het nummer kreeg op de soundtrack van de videogame ‘wreckfest’. Nu negen jaren later opent de wolvenroedel uit Horst - na eerst de coronapandemie te hebben doorstaan - de aanval met het album ‘Chrononaut Cocktailbar/Flight of the Sloths’, wat eigenlijk een geïntegreerd album is van een EP en één nummer dat maar liefst 18 minuten duurt. Het fraaie artwork van de hoes valt gelijk op.
Op het eerste deel van het album Chrononaut Cocktailbar staan zes nummers die in tegenstelling tot ‘Flight of the Sloths’ een meer vaste structuur hebben en waarin wij ook melodieën herkennen. Het album opent met het korte filmische titelnummer waarin zanger Jasper ons met een verdraaide stem welkom heet in zijn cocktailbar. Het tweede nummer ‘Love’ dat al eerder als single werd uitgebracht is misschien wel het meest poppy nummer op het album. Het geeft ons gelijk een idee waar No Man’s Valley de mosterd vandaan heeft gehaald (The Doors) met dat onvermurwbare orgeldeuntje dat zich gelijk in ons hoofd nestelt. Op ‘Creepoid Blues’ is er wederom een hoofdrol voor de zanger weggelegd en refereert zijn stem nog het meest aan die van Nick Cave. De tekst is ijzersterk en samen met gitarist Christian Keijsers weet hij een mooie bluesy atmosfeer neer te zetten. ‘Seeing Things (That Aren’t There)' beschrijft het gevoel dat de zanger (of band) had tijdens de coronapandemie toen de muren op hem (hen) afkwamen. Het is een echt laidback nummer met wederom die prachtige slidegitaar, die ons nog het meest laat denken aan de gitaar die Joey Santiago van Pixies bespeelt op het album Bossanova. ‘Shapeshifter’ kan ons minder bekoren maar doet verder niks af aan de muzikale kwaliteit van de vijf heren, die ons in hun eigenzinnige cocktailbar trakteren op het laatste nummer ‘Orange Juice’ waarna we onze tijdreis weer terug plannen naar het hier en nu.
De muziek van No Man’s Valley valt niet makkelijk te definiëren en de vraag is ook of we dat moeten doen. Er is sprake van een sterke muzikale cohesie die zijn ultimum momentum kent in ‘Flight of the Sloths’. Een nummer zoals wij het nog niet vaak hebben gehoord van een Limburgse band of artiest. Wij zijn erg benieuwd of No Man’s Valley ons ook live kan laten trippen met hun psychedelische klanken zonder dat wij daarvoor onze koptelefoon hoeven op te zetten.