De eerste festivaldag begint wisselvallig. Tussen een aantal regenbuien verschijnt een pril zonnetje maar is het veelal grijs. Niet echt het optimale festivalweer. Toch trekt menigeen er op uit om drie dagen te genieten van muziek en een biertje, bij te praten met vrienden en bekenden. Bospop pakt drie dagen uit met grote en minder grote namen. Voor ieder wat wils. Dit is de vrijdag van Bospop 2019.

Het festivalterrein is nog niet zo lang open als Wille & The Bandits al het spits mag afbijten in de tent. Een opener van kaliber zo zal gaan blijken. Een hele vette ritmesectie. Dit is lekker wakker worden in de middag. Een mix van bluesrock, een randje hardrock met opzwepende percussie.Dit trio zet een kolossaal geluid neer. Op de vraag of er ook Santana fans in de tent zijn wordt enthousiast gereageerd waarna Black Magic Woman wordt ingezet. Voor velen een feest van herkenning. Conclusie van deze band met hun set is dat ondanks het openen van Bospop een dappere taak is, deze band staat als een huis. Een meer dan prima opener. Voor degenen die er niet bij waren, u heeft wat gemist!

Matt Simons mag de mainstage openen en doet dat dan ook. Easy listening tussen de buien door lijkt het credo. Nou kun je van Simons ook geen dikke gitaren verwachten maar de meer ingetogen en poppier liedjes. Dat Simons een fanschare bij zich heeft blijkt uit de verliefd kijkende jongedames op de eerste rijen in het publiek. Elk liedje uit volle borst meezingen. Stevie Wonder’s 'Isn’t She Lovely' schalt door de speakers. Een knipoog naar het verleden die graag ontvangen wordt door het inmiddels voller gestroomde veld. Bij de hits hoor je om je heen: “Oh, is hij dat!” Met ‘We Can Do Better’ wordt uiteindelijk afgesloten. Blije gezichten en tevredenheid alom.

My Baby is één brok energie. Dit trio toert wat af en belandt vandaag op Bospop. Een mengelmoes van blues, rock en funk in combinatie met bijna dance-achtige drumpatronen. De charismatische zangeres Cato van Dijck is mooi uitgedost met glitter & glamour accenten in haar outfit en op haar gezicht en weet het publiek snel op haar hand te krijgen met haar charismatische uitstraling en felle vocale uithalen. “Let’s dance for sunshine” is haar manier om het weer om te buigen van druilerig naar zonnig. In de tent schijnt de zon volop. Het publiek danst lekker mee op de strakke en opzwepende ritmes van broer Joost van Dijck en de funky en soms psychedelische riffs van de Nieuw-Zeelandse gitarist Daniel Johnston die onverhoopte materiaalpech vakkundig oplost tijdens de set. De temperatuur in de tent loopt aardig op ondanks dat het buiten best frisjes is. Menigeen aan de rand van de tent staat met de heupjes te wiegen of mee te stampen met het ritme. Een heerlijk optreden en het tweede hoogtepunt van de dag.

De Engelse singer-songwriter James Morrison mag het publiek buiten vermaken, samen met zijn band. Na een eclectische set van My Baby in de tent kan er nu uitgerust worden. Kabbelende liedjes van de zoetgevooisde Brit bereiken de verder volgestroomde festivalweide. Ook hier een grote schare fans voor het podium die aan de lippen hangen. Met de handen gevormde hartjes, verliefde blikken en meezingende jongedames zorgen voor de backup vocals vanaf het veld. ‘You Give Me Something’ ontbreekt niet en het uitstapje naar klassieker ‘With A Little Help From My Friends’ maakt het compleet. Een degelijk optreden.

Wereldberoemd in heel het Verenigd Koninkrijk althans zo lijken de mannen van The Charlatans bekend te staan. In de nineties ook wat bekendheid in Nederland maar veel minder dan de andere Britpop grootheden waaronder Oasis, Blur, Pulp en The Verve. Muzikaal doen ze echter niet onder voor deze bands. De met een sixties kapsel uitgedoste zanger Tim Burges is erg vrolijk en heeft er zin in. De band speelt erg solide. Toetsenist Tony Rogers laat zijn Hammond orgel regelmatig tot in extase krijsen. ‘One To Another’, ’Plastic Machinery’ en ’The Only One I Know’ ontbreken niet. Na ‘Sproston Green’ lopen de mannen sprakeloos maar zwaaiend het podium af en wordt Bospop achtergelaten. Het is tijd voor de volgende act.

Ineens was daar The Verve in de nineties. ‘Bitter Sweet Symphony’ met zijn opvallende videoclip sloeg in als een bom. Een hele dikke hit. Daarna bleef het relatief stil maar ging Richard Ashcroft na het ter ziele gaan van The Verve solo verder. En solo staat hij dan met zijn gitaar op dat grote hoofdpodium. Je kan veel zeggen over deze man maar muziek maken kan hij. Het is jammer dat er geen band bij is om zijn liedjes het juiste cachet te geven. Dat maakt zijn fans echter niks uit. Die genieten optimaal. 'In control' speelt hij zijn set met onder andere de voor velen herkenbare The Verve-hits ’The Drugs Don’t Work’ en ‘Bitter Sweet Symphony’.  Spannend? Nee. Overtuigend? Ja. Op naar de tent.

Kodaline neemt het stokje van Ashcroft over. De tent is volgestroomd klaar voor de volgende band. De mannen uit Ierland werden in 2012 ineens wereldberoemd toen ‘All I Want’ in de TV serie Grey’s Anatomy werd gespeeld. Daarna bleef het eigenlijk stil qua hits. Toch wil het ontbreken van een reeks hits niet altijd zeggen dat je dan maar niet moet luisteren. De heren hebben niet stilgezeten in de tussentijd want er zijn inmiddels drie studioalbums uitgebracht. Het toegestroomde publiek lijkt vooral benieuwd naar wat er gaat komen. Uitgezonderd ook weer de trouwe fans op de eerste rij. Die weten wat er op ze afkomt. Denk aan een mix van Keane, Imagine Dragons en Coldplay met een eigen draai, gevat in poppy nummers met traditionele Ierse  accenten. Het is inmiddels wat donkerder buiten waardoor de lichtshow optimaal tot zijn recht komt. Het ingetogen ‘The One’ en ‘All I Want’ zorgen vooreen moment van bezinning in de tent. Buiten dat is het vooral dansen. Met het eveneens rustige ’High Hopes’ wordt vastberaden afgesloten. Een meer dan prima optreden.

Na het uitvallen van Snow Patrol was Toto snel geregeld. Voor sommigen een tegenvaller, voor anderen een prima vervanger.

Vol vertrouwen start Toto meteen met een set down memory lane. En wat kun je nog schrijven over Toto anders dan het een band is die een serie enorme hits op naam heeft staan waar je heel wat tijd mee kunt vullen. Gitarist Steve Lukather is goed bij stem en samen met Joseph Williams nemen zij het meerendeel van de vocalen voor hun rekening. De ene na de andere anekdote luidt het volgende nummer in. Er is zelfs ruimte voor het instrumentale ‘Jake To The Bone’, wát een nummer is dat toch. Mooi is het verhaal achter ‘Human Nature’. Toetsenist Steve Porcaro vertelt dat hij destijds gebeld werd door zijn dochter. Zij had een slechte dag maar papa moest helaas toch naar de studio waar op dat moment ‘Africa’ werd gemixt. Hij kroop achter de toetsen en daar ontstond het intro van het eerder genoemde ‘Human Nature’, geschreven voor en vertolkt door Michael Jackson. Zo krijgen we nog eens wat te weten.Het publiek krijgt waar het voor komt. Een trits hits waar je u tegen zegt. Niets meer en niets minder. Een heel erg lekkere soundtrack van een zomeravond die ondanks de lagere temperatuur toch een paar graden warmer blijkt als je naar de zwetende, zingende en dansende massa kijkt.

Men kan tevreden terugkijken op een eerste festivaldag en naar huis. Op naar zaterdag.