Vrijdag 7 april presenteert Uncle Harry het nieuwe album ‘Radio Roadtown’. Vooraf staan er nog twee bands op het programma, Sheverine en Helm Op. Dit resulteert in een boeiende avond, met stevige muziek, die de decibelmeter goed heeft laten oplopen.

Iets na half negen wordt Helm Op aangekondigd als de Achterhoekse makers van ‘heftruckpunk’. Dit belooft wat. De drie heren (alle drie afkomstig van de Herman Brood Academie) laten er geen gras over groeien en knallen er vol in. Er is duidelijk geen tijd voor rust bij deze mannen. Aan het feit dat punksongs meestal maar ongeveer ’n minuut of twee duren houden ze zich goed. Er worden in een half uur tijd 13 (!) nummers afgewerkt. De nummers kloppen daarentegen wel en zijn goed uitgedacht, iets wat vaak minder wordt ervaren binnen de punkscene. Er wordt veel gespeeld met tempo- en maatsoortwisselingen, deze komen zelfs soms bijna om de maat voor. Tussen deze wisselingen is geen speld tussen te krijgen. Ze spelen ontzettend strak en zijn goed op elkaar ingespeeld. Op een paar die-hards na die, getooid met bouwhelmen, vooraan staan krijgen ze het publiek niet warm, ze blijven zelfs nog redelijk op afstand. Conclusie is dat ze (helaas voor hen) niet het juiste publiek voor zich hebben.

De beurt is daarna aan de van ‘Rock City’ afkomstige bluesrockers van Sheverine. Toetsenist Quint Vullings en frontman James van Balkom stappen samen de stage op en zorgen voor een intiem samenpel. De twee zorgen voor een spannende intro wat de aandacht van de luisteraar definitief trekt. De rest van de band voegt zich bij de twee en er volgt een bombastisch, goed op elkaar ingespeeld samenspel wat zich voort zet in een fijn begin van een harde maar tegelijk ook dynamische set. De spanningsboog door de set heen is groot, wat positief uitpakt. Mensen beginnen naar voren te stappen en zijn benieuwd naar meer. Ook hier zie je dat de band, die afgelopen januari hun EP nog uit heeft gebracht, goed op elkaar ingespeeld is. De heren en dame in kwestie beleven veel plezier samen op het podium, wat ze ook uitstralen. Een paar kleine technische foutjes hier en daar worden daardoor ook sneller vergeten en geeft de band de ruimte om een lekker showtje neer te zetten, wat goed wordt gewaardeerd door het publiek in de Bosuil.


Het moment is dan eindelijk daar voor de drie mannen van Uncle Harry. Drie prachtige banners (die de aandacht direct trekken van het publiek) en de instrumenten staan klaar. Ze worden aangekondigd en bestijgen het podium na een mooi onthaal van het publiek. 

De show begint vaag, met een intro waar geen touw aan vast te knopen is. Dat blijft zo doorgaan tot gitarist en zanger Bram van der Schans een trage (maar harde) riff inzet, de ‘fill' van drummer Raf Senden volgt en de act is los. De set wordt geopend met ‘The Living End’, een lekker traag nummer, met een aangename vibe die precies lang genoeg duurt tot er een krachtige tempowisseling plaatsvind. Meteen wordt er al veel energie gegeven en dat wordt gewaardeerd. Tijd om te applaudisseren is er niet, ze beginnen vloeiend aan het tweede nummer van de set. Een instrumentaal nummer met meer tempowisselingen dan in het eerste nummer. Ook hier wordt er flink gebeukt, wat tot nu toe goed lijkt te vallen bij het publiek.

Na twee nummers zit Uncle Harry er al lekker in. De set wordt vakkundig afgewerkt maar hier en daar worden wat foutjes gemaakt. Je merkt dat ze stiekem toch een beetje nerveus zijn. Na een nieuwe song, die pas geschreven is na het opnemen van het album, volgt ‘Back Around'. Hierin is goed te horen dat ze duidelijk geïnspireerd door de stonerrock scene, met bands als Kyuss op de voorgrond.

Vanaf nu pakt de band het iets rustiger aan. De single ‘Strawberry Jam’ wordt ingezet. Een melodieus nummer met een lekkere groove op de drums en een doorstotende baslijn. Dit is het moment voor Bram om ruimte op te eisen, wat hij ook goed doet. Na dit nummer volgt een bekender nummer, aldus Bram: “Jullie kennen deze wel!” en vervolgens wordt een spannende en spacende intro ingezet. ‘Across The Indian Temple Of Love’ is dan ook inderdaad een bekender nummer voor het publiek in de Bosuil. De band is maar liefst tien minuten bezig om dit nummer tot zijn einde te brengen. Een nummer waarbij alles voorbij komt en zeker laat zien dat de band veelzijdiger is geworden in vergelijking tot ’n jaar geleden. Grootse opbouw, grote gitaarsolo en een grote toetsensolo. Knap dat de band zo lang de aandacht heeft kunnen trekken.

Hierna wordt er teruggegaan naar het hardere werk. Je merkt wederom dat hier en daar bepaalde dingetjes niet vlekkeloos gaan, maar ondanks dat wordt er wel goed verder gebeukt. Tussendoor wordt er een cover gespeeld, van Sungrazer (winnaar Nu Of Nooit 2010). ‘Common Believer' wordt gecoverd als eerbetoon aan de Maastrichtse band.

Het is warm in de zaal en het zweet begint op hun voorhoofden te verschijnen. De band maakt gebruikt van het moment om iedereen te bedanken voor hun komst, maar ook zeker om mensen te bedanken die de band heeft gesteund met crowdfunding. Wat volgt is een hele krachtige song, ‘Ride With The Devil’. Keiharde drums worden ingezet, gecombineerd met een ruwe sound van de toetsen en de gitaar en wederom twee puike solo’s. Hier is wederom goed te merken dat toetsenist Erik van Otterdijk zijn sound helemaal in orde heeft. Iets wat van grote kwaliteit is en perfect past in het plaatje van de band. Afsluiter van de avond is ‘MCHL’, na een interlude die bestaat uit een melancholisch en schel stukje orgel. De band geeft nog één keer de volle 100%, beukt er op los. Wederom tempowisselingen en krachtige solo’s. Het is mooi om te zien dat de band ook live experimenteert op verschillende vlakken.

Uncle Harry zet een krachtige en verassende set neer. Op wat fouten na (waarschijnlijk veroorzaakt door zenuwen) weten ze de aandacht vast te houden. Een fijne jaren ’ 70 psych/stoner sound in een moderner jasje. Hevig geïnspireerd door Nederlandse acts als Birth Of Joy en DeWolff, maar toch uniek.