Blue Grass Boogiemen in Perron 55

Party like it's 1951

Ruud Everaerts, foto's: Willem Janssen ,

Voor mensen die van lekker traditionele bluegrassmuziek houden, was het op 7 februari 2014 smullen geblazen. De Blue Grass Boogiemen traden op in het Venlose Perron 55 en maakten er een feest van alsof het weer 1951 was.

De Blue Grass Boogiemen zijn specialisten in hun genre. Ondanks dat ze niet in Nashville geboren zijn, spelen de artiesten de traditionele mix van blue grass, country en honky tonk alsof ze rasamerikanen zijn. Niet voor niets waren zij in 2012 de band die bij een item van de Top 2000 A Go Go gevraagd werd enkele eigentijdse hits te "verbluegrassen". Dat kunnen ze als geen ander. En in de liner notes van hun cd "Deliverin' the grass" schreef niemand minder dan Chris Hillman (bekend van The Byrds en The Flying Burrito Brothers) enkele waarderende woorden. Niet slecht voor een stel Utrechters.

Arnold Lasseur, Robert-Jan Kanis, Bart van Strien en Aart Schroevers brengen een levendige show. Zingend rond één staande microfoon, neemt contrabas-speler Schroevers meestal de leadzang voor zijn rekening, aangevuld met tweede stemmen van de andere leden van dit combo. Maar alle leden zingen wel ergens de hoofdstem.

Aankondigingen worden meestal gedaan door Lasseur, die in zijn presentatie met veel zelfspot de boel geweldig aan elkaar praat. Het repertoire bestaat vanavond grotendeels uit de klassiekers uit het genre. Veel Hank Williams en Johnny Cash. De nummers die origineel van de Boogiemen zelf zijn, zijn vaak geschreven door Lasseur zelf, en hij laat niet na dit op zijn eigen wijze te etaleren.

De nummers van de Boogiemen zelf passen helemaal in het genre en hebben regelmatig wat bijzonders, waardoor het blijvertjes kunnen zijn. Zo vond ik "It's too bad it's too good to be true" een van de beste songtitels die ik in lange tijd gehoord heb.

Er is dus eigen repertoire. Maar bovenal moet het optreden in Venlo gezien worden als een lesje muziekgeschiedenis. Een kennismaking met grote namen uit het genre blue grass, zoals bijvoorbeeld de Stanley Brothers en Ray Price. Met soms een uitstapje naar artiesten en nummers die voor deze band moeten vallen in de categorie nieuwerwetse nieuwlichterij: Kenny Rogers (Ruby, don't take your love to town) en zelfs Bruce Springsteen (I'm on Fire) komen voorbij. En het past allemaal precies. Want, zeker in hun versie, spreekt uit al deze nummers een typisch bluegrassgevoel.